Overslaan en naar de inhoud gaan

85 jaar VV Wildervank
Interview Jacob Meijer

Door op zondag, 26 april, 2015 - 13:00

Jacob_Meijer.jpg

VV Wildervank bestaat dit jaar 85 jaar, Jacob Kuipers heeft hiervoor 12 interviews gemaakt voor het jubileumboekje van VV Wildervank. De komende dagen plaatsen we één interview per dag, zodat ook oud VV Wildervankers dit terug kunnen lezen. 


Jacob Meijer:
“Als we de uitwedstrijd tegen Borgercompagnie hadden gewonnen, waren we kampioen geweest. Dat vergeet ik nooit weer.”.

Één van de gladiatoren van de voetbalvereniging Wildervank is oud-speler Jacob Meijer. De linksbuiten blonk niet alleen uit door z'n vechtlust, maar had een linkerbeen waar hij diverse tegenstanders 'het bos' mee in stuurde. Behalve voor de jarige club speelde de Veendammer ook nog voor Veendam 1894 en Borgercompagnie. En hij heeft ook nog onder coach Leo Beenhakker getraind bij Veendam. Maar hij is nog nooit kampioen geworden bij deze clubs. “Maar we waren er wel dicht bij.”, herinnert Jacob zich. Meijer heeft onder veel trainers gewerkt, maar twee oefenmeesters staken er bovenuit en dat zijn de Wildervanker oefenmeester Max Rosies en 'Don' Leo Beenhakker. Hij heeft van beide heren veel geleerd.

Het was in de zeventiger jaren toen Jacob Meijer de 'kicksen' aantrok bij Wildervank. In de loop der jaren richtte hij aan de linkerkant van het veld een spoor van 'vernielingen' aan.  Zowel de graszoden als de tegenstanders moesten het onderspit delven vanwege het geweld dat Jacob liet zien op de 'groene akkers'. De 'dieselmotor' had een conditie als een 'stoommachine' en wist niet van ophouden. “Ik kon niet kapot in die tijd. En ik kon nooit trainen.”. Hij ging met de vrachtwagen naar de training en van daaruit naar zijn werk. “Het gebeurde zelfs dat ik weken niet op de training was.”. Het was de tijd van Frans en Paul Piel, Jan Hulshof, Bennie Alders, Jan Prins, Henk Hollemans, Teun Gerrits en Willie Wever.

In die tijd gingen ze – net als nu – ook al naar een trainingskamp om zich voor te bereiden op de competitie. Maar ze zochten het dichterbij. Geen Marbella, maar De Alinghoek in Drouwen. En na dat geploeter onder oefenmeester Max Rosies, de kroeg in. Daar bleven ze hangen tot in de kleine uurtjes. Meijer: “Mooie tied.”. Begin tachtiger jaren is Meijer gestopt met voetballen in het eerste team, omdat hij kroeghouder werd in Wildervank.  Maar Jacob kon het niet allemaal bolwerken, “Tegen een uur of 5 lag ik op bed.”. Meijer heeft ongeveer 10 jaar in het vlaggenschip van Wildervank gevoetbald. En ging vervolgens in lagere elftallen spelen. Maar dat viel hem tegen en daarna is hij helemaal met voetballen gestopt. Dat was in de jaren 1980-1985.

Meijer trainde onder de volgende trainers: Okko van Wijk, Emiel Gort, Joop Molema, Max Rosies en Henk Wollerich. “Ik ben begonnen bij oefenmeester Okko van Wijk. Hij was een menselijke trainer. Later kwam Waarsingh uit Pekela. En daarna Emiel Gort. Hij was een goede trainer, maar hij paste niet bij Wildervank. We zijn toen gedegradeerd. Uit de vierde- naar de vijfde klasse.” Daarna kwam Wildervanker en  'vuurvreter' Joop Molema als trainer. “En we zijn kampioen geworden.”. Vervolgens kwam Max Rosies. Meijer: “Max was een monstertrainer. Goede oefenstof. Hij was keihard, maar aan de andere kant was hij ook menselijk.

Het volgende moment vergeet ik nooit weer: De 9-jarige zoon van mijn zuster is overleden aan leukemie. Ik vroeg aan Rosies: “Ik wil voetballen.”. Wat gebeurt er, ik werd van het veld  gestuurd met een rode kaart. Ik had nog nooit een rode kaart gehad. En toen ik hem later tegen kwam, zei hij tegen mij: “Ik had je nooit moeten opstellen.”. Meijer: “Toch iets menselijks, maar keihard.”.  Als je te laat op het trainingsveld was, dan kon je onder Rosies gelijk weer naar huis toe gaan. Meijer heeft geen kampioenschappen meegemaakt. “We hingen er wel tegenaan , ik vergeet het nooit weer, het was die autoloze zondag. Met die oliecrisis.  “We gingen op de fiets naar Borgercompagnie. Als we die wedstrijd hadden gewonnen waren we kampioen geweest. En we verliezen die partij tegen  Borgercompagnie. Dat was 'hoar en niet’. Dat vergeet ik nooit weer.”.

Jacob Meijer holde voor het eerst achter het 'lederen monster' aan in Veendam. Daar trof hij ook oefenmeester Leo Beenhakker aan. “Ik was 16 jaar. Ik kon toen al zien dat het een toptrainer zou worden. Als ik  hem nu hoor, is hij niks veranderd.”. Volgens Meijer was 'Don Leo' een geweldige oefenmeester. “Ik heb onder Beenhakker getraind in Veendam 1894 B1. Wij moesten toen drie keer in de week trainen. “Dat kon dus niet omdat ik op de vrachtwagen moest.”. De jeugdige Jacob was 17/18 jaar toen hij als bijrijder bij Remmers uit Muntendam te werk werd gesteld.

Daarna kwam v.v. Wildervank in beeld en later is hij naar Veendam (veteranen) gegaan. “Wim Drent (pandjeshuis) speelde ook in dat team. En Ko Kruize was de leider. En mijn pa was chauffeur bij Jonker en zodoende ben ik naar Veendam gegaan.”. Vervolgens is Meijer naar Borgercompagnie verhuisd. Dat kwam ook omdat er veel jongens bij Meijer  in de kroeg liepen die bij Borgercompagnie (veteranen) voetbalden. Maar Jacob had geen geluk bij 'De Niesters' en kreeg  een ongeluk. Vanaf die tijd heeft hij een pacemaker. “Ik mocht daarna niet langer voetballen. Ik was toen 58 jaar.”.

Die ene wedstrijd tussen Borgercompagnie en Wildervank. “Het was altijd water en vuur.  Het was de autoloze zondag. En we gingen er op de fiets heen.  Als we gewonnen of gelijk gespeeld hadden waren we kampioen geweest.”. Tegen Bareveld heeft Meijer nog gespeeld met Harm Hulshof. “Eén van de beste voetballers van Bareveld.”. Maar ook bij Wildervank liep er ook zo'n fenomeen rond, namelijk Jan Hulshof. Hij kon werkelijk met de bal 'toveren'. “En ik maar ploeter'n en zwait'n. Ik kon niet kapot en waar dat aan lag weet ik ook niet. Ben ook nog een keer topscorer geweest als linksbuiten. Kon alleen met het linkerbeen voetballen. Want, ik had maar één been.”. Op die andere been steunde hij om niet om te vallen.

En dan was er bij Wildervank nog zo'n fenomeen. Het was Jan Hendrik Bloem. Ze noemden hem de 'blonde pijl', omdat hij zo snel was. Heerenveen had destijds belangstelling voor Bloem. En zo waren er nog meer spelers die veel met de bal konden doen bij Wildervank. Ondermeer Jan Hulshof en Jan Prins, al deed de laatste speler geen stap te veel. Verder hebben doelman Bert Lichter en Mans Hofman het doel verdedigd van de roodhemden. Jacob Meijer heeft nooit met de grote beker gestaan op het dorpsplein in Wildervank. “We hingen er altijd tegenaan.”.

Terwijl het einde van het interview naderde met Jacob Meijer dat gehouden werd in een idyllisch stulpje in hartje Veendam, kwam nog bijzondere speler ter sprake. Jacob: “Goos Boers was een hele aparte speler. Hij kon hard lopen en was net zo 'blind' als een kraai. En ook nog oogkleppen op. Man, geen gezicht. Goos hing er altijd een beetje tegenaan. Ging vaak mee als wissel, maar had nooit een vaste plaats. Maar hij had toen ook al veel babbels.”.