VOETBAL - FC Groningen is met SportClub Veendam in gesprek over een verregaande samenwerking op sportief vlak. De Trots van het Noorden en de Kolonistenclub zien hierbij een win-win-win-situatie voor beide clubs en talentvolle spelers. Het verder aanhalen van de onderlinge banden is een intensivering na eerdere gezamenlijke initiatieven op het gebied van de jeugdopleiding en de deelname van FC Groningen in het Kolonistenplan van SC Veendam.
FC Groningen en SC Veendam vormen samen met SC Cambuur de Regionale Voetbalopleiding (RVO) FC Groningen/Cambuur en de Trots van het Noorden neemt deel aan het Kolonistenplan van SC Veendam, waarbij FC Groningen per seizoen om niet minimaal twee spelers stalt in Veendam.
FC Groningen is bereid een verdere langdurige intensieve samenwerking aan te gaan met SC Veendam. Het gaat hierbij om een voetbaltechnische invulling. FC Groningen zou in dat geval talentvolle spelers tijdelijk willen onderbrengen bij SC Veendam met als doel deze spelers verder te ontwikkelen en ervaring te laten opdoen in het betaalde voetbal bij een club op het niveau van de Jupiler League om vervolgens deze spelers op het niveau van FC Groningen te laten terugkeren in Euroborg.
Henk Veldmate, manager technische zaken van FC Groningen, zegt over de plannen: "Wij denken als clubs elkaar te kunnen helpen. Vanuit ons oogpunt zou een voetbaltechnische samenwerking met SC Veendam ons de mogelijkheid bieden spelers vanuit de A-junioren en de Beloften via Veendam een extra tussenstap aan te bieden voor het halen van Euroborg. Veel talentvolle spelers hebben belang bij het spelen van wedstrijden op betaald voetbalniveau om te wennen aan de fysieke omstandigheden en het voetballen in stadions met publiek en media-aandacht."
Namens SC Veendam zegt interim-directeur Piet Scholtens: "Wij hebben de afgelopen periode vruchtbare gesprekken gevoerd met de clubleiding van FC Groningen. Beide clubs hebben daaruit de conclusie getrokken dat wij veel voor elkaar kunnen betekenen. In eerste instantie gaat het om samenwerking op voetbaltechnisch gebied, maar ik denk dat wij elkaar in de toekomst ook op andere beleidsterreinen kunnen vinden. Ik denk dat dit de aanzet vormt tot iets moois."