In 2019 is de bouw van het Windpark N33 van start gegaan en inmiddels zijn de funderingen gereed. Half april is de laatste paal de grond ingegaan en daarmee is het heiwerk voorbij. Wat gaat er de komende tijd gebeuren?
Heel Nederland is gebouwd op heipalen. Ook bij Windpark N33 vraagt de grond om heipalen. Ze zijn nodig om het gewicht van de turbine te dragen. Voor iedere windturbine zijn 34 heipalen van 20 meter diep de grond ingegaan. Samen dragen deze heipalen het blok van de fundering. Deze fundatieblokken zijn in twee fasen gestort. Eerst is de onderste vloer gelegd en daarna is de rest erop gekomen. Bij het fundatieblok is 2,5 meter zichtbaar boven de grond en 1 meter zit onder de grond.
Naast het maken van de fundering is gewerkt aan de aanleg van de bekabeling. Het gaat daarbij om de aansluiting op het elektriciteitsnet en de bekabeling op het park zelf, waarmee de turbines onderling aan elkaar zijn gekoppeld. Al deze bekabeling wordt aangesloten op de elektrische installaties in de torendelen. Deze torendelen zijn de eerstvolgende stap in het bouwproces. De komende tijd komen hiervoor hijskranen en turbineonderdelen het terrein op. Dit gaat via de gemaakte bouwwegen en mede via de speciale af- en oprit van de N33.
Grote en kleine hijskranen
Voor de bouw van een windturbine zijn meerdere hijskranen nodig. Eén kraan van circa 154 meter hoog moet de onderdelen op de juiste hoogte krijgen. Deze grote hijskraan wordt in onderdelen aangevoerd en kleinere kranen bouwen de grote kraan op. De kraan staat op een stevige ondergrond, op de zogeheten kraan opstelplaats. Met de grote kraan kan de opbouw van de turbine beginnen. Onderdelen windturbine Grofweg bestaat een windturbine uit een mast, gondel, rotor en bladen. De ashoogte (mast, gondel en fundering) is 135 meter boven het maaiveld. Onderaan is de diameter 4,5 meter en bovenaan 3 meter. De gondel heeft de vorm van een cilinder met een diameter van 4,2 meter en is 6,1 meter lang. In de gondel bevindt zich onder meer de generator. Deze generator zet de bewegingsenergie van de as om naar elektriciteit.
Zo weinig mogelijk geluid
Bij de windturbines is gekozen voor een turbine die zo weinig mogelijk geluid produceert, minder dan is toegestaan in de vergunning. Het is de Siemens Gamesa DD-130 geworden. De feitelijke geluidprodcutie is straks de helft van het (geprognosticeerde) geluid uit de vergunning. Dit is 3 decibel minder. Hoe groter de bladen, hoe lager het toerental van de windturbines. De bladen van de windmolen, ofwel de wieken, zijn 63,5 m lang en op het breedste punt circa 4 meter breed. Het maximale toerental van deze bladen is slechts 12,5 toeren per minuut.
In een keer omhoog
Zodra de torendelen op het terrein zijn, worden ze in elkaar gezet en met bouten vastgezet op de eerder gemaakte funderingen. Bovenop komt het turbinehuis (gondel) met de generator. De rotor met bladen wordt op de grond opgebouwd en het geheel gaat in één keer omhoog. Wanneer dit precies gebeurt, is afhankelijk van de wind. Bij te veel wind zijn geen ijswerkzaamheden mogelijk. De bouw van de turbines staat gepland voor het derde kwartaal van 2020. Aan het eind van het jaar moet alles klaar zijn.
Groene stroom
De windturbines gaan dan ongeveer 500 GWh groene stroom per jaar leveren. Dit staat gelijk aan het jaarlijks verbruik van circa 140.000 huishoudens. Via glasvezel zijn de turbines verbonden met het controlecentrum op afstand. Op gezette tijden komen monteurs uit de regio langs voor inspectie en onderhoud.