Oud Veendam

Plan Zuid



Rink Oosting is amateurhistoricus en verzamelt oude foto´s en verhalen die de geschiedenis van Veendam vertellen. Wekelijks op parkstadveendam een nieuw verhaal, zoveel mogelijk inhakend op de actualiteit, omlijst met foto's. Mocht u zelf in het bezit zijn van oude foto's, ansichtkaarten, dia's, oude nota's, verhalen enz. U kunt Rink Oosting bereiken op telefoonnummer 06-41586400 of per e-mail: rinkoosting@wanadoo.nl 


Tot voor 1935 bestond het gebied tussen de Kerklaan enerzijds en de Nieuwe Laan anderzijds voornamelijk uit weilanden waartussen het riviertje de Oude AE zijn weg vond. Wel was de begraafplaats bij de Hervormde kerk aan de Kerklaan verder zuidwaarts uitgebreid. Halverwege de dertigerjaren werd een begin gemaakt met de nieuwe uitbreiding Plan Zuid. Het gebied werd begrenst door de Kerklaan, het Boven Westerdiep, de Kleine Laan en het Boven Oosterdiep. Om de nieuwe wijk te ontsluiten moesten er ontsluitingswegen worden aangelegd.

Aan de Kerklaan werd de winkel van de familie Stant aangekocht en afgebroken. De ontsluitingsweg die op deze plaats werd aangelegd kreeg na de oorlog de naam J.G. Pinsterstraat, vernoemd naar de in de oorlog gevallen verzetstrijder Jurjen Geert Pinkster.

De straat gaat na de kruising met de Julianalaan over in de Prins Bernardlaan. Om aansluiting te verkrijgen met de Bernardlaan werden aan de Kleine Laan een aantal woningen afgebroken.

Op de grens van het Boven Oosterdiep en het Bocht Oosterdiep stond de boerderij van de familie Doornbosch. Deze werd afgebroken ten behoeve van de Julianalaan die aansluiting kreeg met het Boven Westerdiep. Aan het Boven Westerdiep werden daartoe woningen afgebroken. Halverwege de jaren vijftig gaat de Julianalaan in oostelijke richting over in de van Stolbergweg en in westelijke richting in de Veendammerweg.

Aan het Prins Hendrikplein werden woningen afgebroken om een verbinding te realiseren met de latere Kazemierstraat. Ook deze straat werd vernoemd naar een gevallen verzetstrijder, Jochem Kazemier.

Door het gebied stroomde het oude veenriviertje de Oude AE. Deze werd in het zuidelijkste deel van de nieuwe wijk naar het riool verbannen terwijl hij ter hoogte van de Wilhelminasingel vergraven werd tot een vijverpartij. Het riviertje kruist de Julianalaan en stroomt verder door de gracht van de begraafplaats in het Julianapark. De begraafplaats werd in de nieuwe woonwijk geïntegreerd door de aanleg van een brede groenstrook. De woningbouw in de wijk bestaat voornamelijk uit vrijstaande of dubbele middenstandswoningen. Tevens werd in de wijk 1955 een bejaardentehuis, de AE-Horst en in 1959 een school voor technisch onderwijs gebouwd. De AE-Horst is eind jaren tachtig vervangen door nieuwbouw.

Een ander pand dat nadrukkelijk aanwezig was, was de voormalige autogarage van de familie Van der Ploeg. Ook dit pand is door de sloperhamer geveld en vervangen door een appartementencomplex. Het gebied ten zuiden van de Kleine Laan werd pas na de 2de wereldoorlog bij Plan Zuid gevoegd. Daar geen van de leden van de joodse gemeenschap, op één Veendammer familie na, de oorlog overleefde raakte de plaatselijke synagoge in onbruik. Deze werd door de gemeente en begin jaren vijftig aangekocht. Hierdoor kwam de weg vrij om de Bernardlaan door te trekken en via de Bendikstraat aan te sluiten op het Boven Oosterdiep. Hiertoe werd een woonwinkelpand aan het Boven Oosterdiep afgebroken. Om de aansluiting te verbreden werd later ook de voormalige woning van de rabbijn gesloopt. In 1969 kreeg de Bendikstraat een verbinding met het Boven Westerdiep ter ontsluiting, via het Skagerak, van de nieuwbouwwijk Sorghvliet. Dit laatste deel van Plan Zuid werd ingevuld door de bouw van enkele scholen.

Tijdens de 2de wereldoorlog kregen enkele straten een andere naam daar zij verwezen naar namen van het koninklijk huis. De Julianalaan heette Plantsoenlaan, de Bernardlaan heette Zuiderlaan, de Wilhelminasingel heette Singel en de Beatrixstraat was de Singelstraat. Na de 2de wereldoorlog werden de oude namen weer gehanteerd.

Vele Veendammers hebben hier het eerste levenslicht aanschouwd toen ze te wereld kwamen in de kraamkliniek van het St. Fransiscus. In 1910 waren er reeds plannen voor de oprichting van een katholiek ziekenhuis. Pas in 1930 werd overgegaan tot de oprichting en bouw een pensiontehuis met bijbehorende kraamkliniek. In 1931 werd het tehuis geopend en kan men het zien als het eerste bejaardenhuis van veendam. In 1985 werd de kraamkliniek gesloten en recentelijk werd de latere aanbouw en voormalige kraamkliniek gesloopt en vervangen door nieuwbouw. Het oorspronkelijke gebouw uit 1931 werd gerestaureerd.

Oud Veendam

Tusschendiepen



Rink Oosting is amateurhistoricus en verzamelt oude foto´s en verhalen die de geschiedenis van Veendam vertellen. Wekelijks op parkstadveendam een nieuw verhaal, zoveel mogelijk inhakend op de actualiteit, omlijst met foto's. Mocht u zelf in het bezit zijn van oude foto's, ansichtkaarten, dia's, oude nota's, verhalen enz. U kunt Rink Oosting bereiken op telefoonnummer 06-41586400 of per e-mail: rinkoosting@wanadoo.nl 


Tusschendiepen, deze naam is ontleend aan het feit dat de wijk zich bevindt tussen de beide Diepen. Het Westerdiep enerzijds en het Oosterdiep anderzijds. Om het ontstaan van dit gebied te omschrijven moet ik eerst iets vertellen over de geschiedenis van Veendam.

Zoals de meeste gemeenten in de Veenkoloniën ontstond de gemeente aan de aangelegde kanalen die nodig waren voor de ontwatering en de afvoer van de turf. Veendam heeft een zogenaamd dubbel kanalenstelsel. Het voordeel was dat men in de hoofdweg die lag aan de wegzijde geen bruggen hoefde te leggen voor de aangrenzende wijken. De bebouwing en de economische activiteiten vonden voornamelijk plaats langs de kanalen.

De twee kanalen werden slechts op vijf plaatsen met elkaar verbonden. Dit was het beneden en Boven Dwarsdiep, de Kerklaan, de Koningslaan en de Nieuwelaan. Tot 1900 was het gebied tussen deze dwarslanen onbebouwd en door dit gebied meanderde de oude AE die tussen de beide diepen liep.

Zoals ik vertelde concentreerde de bebouwing zich langs de kanalen en de zijlanen. Langs het Westerdiep vooral de agrarische sector langs het Bocht Oosterdiep de villa's. Rond negentienhonderd was Veendam eigenlijk vol gebouwd. Economisch gezien stond Veendam aan de vooravond van een opleving.

In 1901 werd er een nieuwe woningwet aangenomen die gemeenten verplichtten om met uitbreidingsplannnen iets aan de grote woningnood te doen die zich vooral in grotere plaatsen voordeed. De twee gebieden die zich hiervoor leenden was het gebied dat zou ontstaan tussen het nieuwe station en het Oosterdiep en als tweede het gebied tussen de Kerklaan en de Nieuwelaan.

Tot 1911 vond er in dit gebied nog niet veel activiteit plaats. Wel waren de HBS en het sportterrein aangelegd. Ook het feit dat het NOLS station was gebouwd had zijn invloed op de definitieve structuur van de wijk tussendiepen. De architect Verhagen uit Utrecht tekende de uiteindelijke plankaart.

Wanneer we het gebied overzien zie je dat het gebied is opgezet langs assen. Het middelpunt ligt op de plaats waar eens de fontein stond. De eerste as die we zien is geprojecteerd op het station enerzijds en anderzijds waar de latere MULO werd gebouwd. De tweede as loopt vanuit de Kerkstraat in de richting van de Jacob Bruggemalaan. Ter hoogte van de Ubbo Wilkensstraat werd een marktplein gecreëerd. Twee kortere assen liepen naar de Kerkstraat en naar het Beneden Westerdiep waar burgemeester Van Beresteijn zijn huis liet bouwen als blikvanger.

De oude AE werd gevangen in een singel. Langs de assen was plaats voor vrijstaande villa's. Aan de AE kade en langs het hertenkamp was plaats voor iets minder luxueuze woningen zoals dubbele herenhuizen. De rest zou opgevuld worden door woningen voor middenstanders en arbeiders. De ontwikkeling van het gebied is niet in één keer aangelegd. Globaal kunnen we het gebied in twee delen opdelen. Het gebied tussen de Wilkenstraat en het Westerdiep en het gedeelte tussen de Wilkensstraat en het Oosterdiep.

Als één van de eersten begon de woningbouwvereniging Veendam met de bouw van woningen bv. aan de Nieuwstraat. Aan de Boermastraat en de Petersenstraat werden middenstandswoningen gebouwd.

Woningbouwvereniging Patrimonium bouwde arbeiderswoningen aan de Marktstraat. De ontwikkeling van het totale gebied wordt pas in de jaren veertig afgerond. Lange tijd gebeurde er niets in het gebied.

Eind zestiger jaren werd besloten om de Veenlusttuin te kappen en tot de bouw over te gaan van een nieuw winkelcentrum. Daarbij werd het voormalige sportterrein jammer genoeg omgetoverd tot een parkeerplaats. Ook de fontein moest een ander plekje zoeken.

In de tachtiger jaren werd besloten om tot de sloop over te gaan van de arbeiderswoningen aan de Nieuwstraat, Leliestraat, het AGW-plein. Door de sloop van het Ten Horn complex werd de wijk verder uitgebreid met burgerwoningen. Ook aan de Marktstraat werden de woningen vervangen door nieuwbouw. Bij de herbouw is terdege rekening gehouden met het oorspronkelijk karakter van de wijk.

Oud Veendam

Brand 1906, het tweede deel



Rink Oosting is amateurhistoricus en verzamelt oude foto´s en verhalen die de geschiedenis van Veendam vertellen. Wekelijks op parkstadveendam een nieuw verhaal, zoveel mogelijk inhakend op de actualiteit, omlijst met foto's. Mocht u zelf in het bezit zijn van oude foto's, ansichtkaarten, dia's, oude nota's, verhalen enz. U kunt Rink Oosting bereiken op telefoonnummer 06-41586400 of per e-mail: rinkoosting@wanadoo.nl 


Op een gegeven moment staan niet minder dan 10 panden in de brand en dreigen vijf panden aangetast te worden door het vuur. Het moet een indrukwekkend gezicht geweest zijn de hoeveelheid en omvang van de branden.

Het vuur gaat grillig en onvoorspelbaar te werk. Niet alle huizen in de rij vallen ten prooi aan de vlammen. De woning naast de boerderij van Eerkes wordt wonderwel door het vuur gespaard terwijl de kruidenierswinkel van de gezusters Sinnighe wel tot de grond toe afbrandt.

De grote villa van Douwes wordt ook door het vuur verzwolgen terwijl de rentenierswoning van Sinnighe ernaast er redelijk goed vanaf komt. Het pand van Stelmaker Bakker ernaast brand volledig af. De tussenliggende panden brandden dan wel niet af maar hebben wel veel waterschade.

De brand woekert door op zoek naar een nieuwe prooi en de brandweer heeft de grootste moeite om de brandden te bestrijden. Telkens weer weet het vuur een pand te veroveren en te veranderen in een brandende toorts. Maar de brand blijft niet beperkt tot de panden aan de wegzijde.

Aan de overzijde van het Oosterdiep staat de Doopsgezinde kerk en aanpalende pastorie. De pastorie is net een jaar oud en verving de bekend witte pastorie die bekend geworden is als woonhuis van predikant Anthony Winkler prins.

Anthony Winkler prins nam zijn intrek in de pastorie in 1850. Hij kwam van het Friese Tjalleberd en kon niet bevroeden dat zijn verhuizing naar het Groningse Veendam zou zorgen dat zijn naam ook nu door velen wordt gekend. Hij was de grote initiator tot de oprichting van de Hoogere Burgerschool, een latijnsche school voor meisjes en een kweekschool voor onderwijzers en onderwijzeressen.

Winkler Prins was in 1878 medeoprichter van de vrijmetselaarsloge Het Noorderlicht te Veendam, waarvoor hij enkele gedichten en gezangen schreef. Op 31 oktober 1879 richtte hij met andere notabelen de Eerste Groninger Tramway Maatschappij op. Deze zou op den duur de langste paardentramlijn van Europa onderhouden. In de jaren tachtig probeerde Anthony Winkler Prins samen met plaatselijk notabelen de spoorlijn van de NOLS via Veendam te laten Lopen.

Deze spoorlijn zou in eerste instantie aan de westzijde van Veendam gerealiseerd worden maar het eerste initiatief werd wegens geldproblemen afgeblazen. Maar het bekendst werd Winkler Prins natuurlijk als schrijver van vele artikelen in kranten, het maken van gedichten en het vertalen van wetenschappelijke werken uit het duits en engels. Maar het bekendste werk is natuurlijk de naar hem vernoemde encyclopedie.

Winkler Prins accepteerde het verzoek van de Amsterdamsche uitgever Brinkman om hoofdredacteur te worden van een geïllustreerde encyclopedie. Dertien jaar heeft hij er aan gewerkt en in 1870 verscheen het eerste deel van de 'Geïllustreerde encyclopedie'. Twaalf jaar later, in 1882, verscheen het zestiende en laatste deel. In datzelfde jaar ging Winkler Prins, die inmiddels 65 was geworden, als dominee met emiraat en verhuisde naar Amsterdam om dichter bij zijn kinderen te wonen.

Winkler Prins bleef tot op hoge leeftijd uiterst energiek en vitaal. Hij was 78 jaar toen hij met een van zijn vier zoons over de Kagerplassen van Lisse naar Leiden schaatste en terug. Op zijn tachtigste preekte hij weer eens in Veendam en op Schiermonnikoog. Voor de Delftse Courant schreef hij nog 150 hoofdartikelen. In totaal zou hij in zijn leven 39.000 velletjes A4 formaat hebben volgeschreven.

Winkler Prins overleed in 1908 op 90-jarige leeftijd te Voorburg. Na zijn overlijden opende een dochter een briefje van hem. Daarin stond:

"Als ik mocht overlijden, dan mogen mijn vrouw en kinderen weten dat ik een lang en gelukkig leven heb gehad. Het bericht van mijn overlijden moet alleen geplaatst worden in de Nieuwe Veendammer Courant."

Op 9 september 2005 is het echtpaar Winkler Prins herbegraven op de begraafplaats in het Julianapark te Veendam. Ten tijde van de nieuwbouw van de pastorie in 1905 was Anthony Winkler Prins er al niet meer woonachtig.

De brand aan de overzijde vond een nieuwe prooi en brandstof in de kerktoren van de doopsgezinde gemeente. Binnen de kortste keer brandde de toren als een fakkel. Na enige tijd was de toren door de vlammen zover aangetast dat deze met donderend geraas ineenstortte. De restanten van de toren stortten door het dak in de kerk. Onder de toren bevond zich het kerkorgel van de Veendammer orgelbouwer Roelf Meijer. De restanten van de toren namen tijdens hun val het orgel uit 1870 mee dat onherstelbaar werd beschadigd. Naast de kerktoren brandden ook de woning van weduwe Enthoven en rijksambtenaar Kok af. Achter de kerk brand ook nog een boerenbehuizing met stallen af.

De voortdurende brand trekt van heinde en ver publiek en met veel moeite kan de mensenmenigte in goede banen geleid worden door gemeente politie die versterking heeft gekregen van het marechaussee korps uit Muntendam en Bareveld. De hele middag is er geen doorkomen aan en is het verkeer van de paardentram stil gelegd. Ook de stroomvoorziening van de EMV is onderbroken. De brand kan pas aan het eind van de middag bedwongen worden en tegen zeven uur 's avonds is de brand zo goed als gedoofd. Het tramverkeer komt weer op gang en ook de stroom wordt weer op het net gezet. Een geluk bij een ongeluk is het feit dat de brandweer heeft kunnen voorkomen dat belangrijke gebouwen zoals de synagoge, de nieuwe Doopsgezinde pastorie, de Rooms-katholieke kerk met aangrenzende pastorie en ambachtsschool gespaard blijven.

In de daarop volgende dagen wordt de schade opgenomen en die is voor die tijd genomen enorm. Hier volgt een opsomming;

  • H. Veenhuizen, boerderij f 5000,-; inboedel en boerenbeslag met ongedorst graan f 6000,-.
  • N.J. Polak, voor ongeveer f 150,- woning van Polak, waar Bos en Zuidema wonen voor f 900,
  • Eerkes boerderij, schuurtje en loods f 7550,-.
  • H. Douwes, inboedel, boerenbeslag en koren f 9200,-.
  • Mej. Sinnige, huis f 5000,-, inboedel, winkelgoederen enz. f 5513,-.
  • G. Bakker, nieuw gebouw f 1500,-, inboedel f 1500, hout en gereedschappen f 2500,-, wagenmakerij f 1000.-.
  • G. Bakker, oud huis f 2200,-, inboedel van D. de Vries f 685,-, inboedel van Ploeger f 600,-.
  • Huis van de weduwe Enthoven f 3000,-, inboedel idem f 1400,-, inboedel M. Kok f 2000,-.
  • Huis Doopsgezinde gemeente f 2000,-, inboedel J. Dik f 500,-, inboedel A. Boiten, samen met winkelgoed f 700,-.
  • Doopsgezinde Kerk, bewoond door Freek Koetse f 1000, - .
  • J.C. Drenth, huis f 2500,-, gereedschappen en machines f 250,-, koper en blik, enz. f 150,-, winkelgoederen f 2200,-.

Vrij snel wordt overgegaan tot herbouw en restauratie van de overgebleven panden. De boerderijen van Veenhuizen en Eerkes worden herbouwd. Hierbij wordt de boerderij herbouwd op de nieuwe rooilijn dus verder van de rijbaan af. Woningen en winkels herrijzen. De doopsgezinde kerk blijft echter verstoken van een nieuwe toren. Vanaf het moment herstel van het kerkgebouw wordt de plaats van de voormalige toren gesierd met een dakruiter.

In een gemeenteraadsvergadering gehouden enkele dagen na de ramp wordt de brand geëvalueerd en komt men tot de conclusie dat de brandbestrijding in de toekomst anders en meer gestructureerd georganiseerd moet worden om een herhaling van deze desastreuze brand te voorkomen in de toekomst.

Branden zijn van alle tijden maar een brand van de omvang van 1906 heeft Veendam nooit meer gekend en met het uitstekende korps van heden ten dage zal een zo omvangrijke brand nu ondenkbaar zijn

Oud Veendam

Branden in Veendam



Rink Oosting is amateurhistoricus en verzamelt oude foto´s en verhalen die de geschiedenis van Veendam vertellen. Wekelijks op parkstadveendam een nieuw verhaal, zoveel mogelijk inhakend op de actualiteit, omlijst met foto's. Mocht u zelf in het bezit zijn van oude foto's, ansichtkaarten, dia's, oude nota's, verhalen enz. U kunt Rink Oosting bereiken op telefoonnummer 06-41586400 of per e-mail: rinkoosting@wanadoo.nl 



Krantenbericht uit het Rotterdamsch Nieuwsblad 22-08-1906

Donderdagavond 8 maart jl. hebben de brandweerlieden van Veendam, precies twee jaar na het overlijden van collega Wiebe de Vries, op de plek waar het drama zich afspeelde een gedenkteken geplaatst. Brandweerman Wiebe de Vries kwam tijdens het blussen van een brand in het voormalig pand van Scheer en Foppen onder een vallende muur en overleed ter plaatste.
Een kort bericht op Parkstadveendam.nl dat onze gedachten terug brengt naar de rampzalige reeks branden die het Veendammer centrum teisterden. Veendam haalde hiermee weer eens de landelijke media. Branden zorgen meestal voor spectaculair nieuws maar ook voor veel ellende bij de slachtoffers. Meestal blijft het bij materiele schade dat misschien door een verzekering gedekt is hoewel je je persoonlijke eigendommen en herinneringen er nooit mee terug krijgt. In het ergste geval valt er een mensen- of dierenleven te betreuren en dit is niet in geld uit te drukken. Het is niet de eerste keer dan Veendam zulke rampzalige branden meemaakt en het zal ook wel niet de laatste keer zijn ook al zit niemand er op te wachten. De reeks branden zoals die in het centrum blijven gegrift staan in het geheugen van een hele generatie.


Krantenbericht uit de Nieuwe Tilburgsche Courant 22-08-1906

Iedere generatie kent zo zijn nieuwsfeiten die hem altijd bijblijven. Zo zal onze oudste generatie misschien de verhalen van de rampzalige brand gehoord hebben van hun ouders die plaats vond op 20 augustus 1906. Het was een brand die qoa omvang zijn weerga niet kent in de Veendammer geschiedenis. De brand haalde alle landelijke media vooral vanwege de omvang van de branden die zowel aan het Boven Westerdiep als aan het Boven Oosterdiep woedden.


Herbouwde boerderij aan het Boven Westerdiep later Mulder

Het was een dag met fraai nazomerweer volgens de weerstatistieken, een dag met zon en wolken een hoge luchtvochtigheid van 81% en een temperatuur van bijna 19 graden en een straffe zuidwestenwind 6 bft. Het was deze zuidwestenwind die een beginnend brandje veroorzaakt door kinderen zou veranderen in een ramzalig inferno.
Het was een dag dat landarbeiders druk bezig waren met het binnenhalen van de oogst en bij de boerderijen lagen vol met het geoogste stro. Zo ook de boerderij van Veenhuizen aan het Boven Westerdiep. Het is rond twee uur in de middag als achter de boerderij kinderen, waaronder een 7 jarige zoon van de heer Veenhuizen, met lucifers spelen en een hoop stro in de brand steken zich niet beseffende welke verstrekkende gevolgen dit zou hebben. De wind speelt door het droge stro en voedt de vlammen met de nodige zuurstof om een klein vlammetje van een lucifer te uitgroeien tot een grote brand. Het duurt maar even of de bult geperst stro staat in lichterlaaie. De straffe wind krijgt vat op de brandende strodeeltjes en blaast ze naar grote hoogte om verderop weer neer te dalen. Zo belanden de vlammen op het dak van een nevenstaande schuur die weldra vlam vat. De zoon was inmiddels zijn vader gaan waarschuwen die met al zijn volk probeerden te redden wat er nog te redden viel doch de alles verwoestende vlammen hadden ook reeds bezit genomen van de boerderij.


Boerderij Veenhuizen aan het Boven Westerdiep ter hoogte van tweede brug

De mooie behuizing, voor 6 jaren geleden in 1900 gebouwd, geheel naar de eisen van die tijd ingericht, voorzien van elektrisch licht en drijfkracht, stond in lichte laaie. Volgens de berichten moet het een waar inferno geweest zij waarbij grote hoeveelheden vliegvuur hun weg zochten naar een nieuwe prooi. Die snel gevonden werd in de woningen aan de wegzijde van het Boven Westerdiep. ‘t Was één grote vuurzee.


Derde pand rechts is lompenpakhuis Polak er tegenover de boerderij van Veenhuizen

De woningen van H. Bos, E. Schut de weduwe Polak en het lompenpakhuis van de firma Polak vatten vlam. Inmiddels was ook de eerste brandspuit gearriveerd. Dat de georganiseerde brandbestrijding geleid vanuit de gemeente nog verre van optimaal was blijkt wel uit het feit dat de eerste brandspuit die bij de brand aankwam een particulier spuit was. Het betrof hier de brandspuit van de heer Olthof met de toepasselijke naam ‘De Blusscher'. Hij slaagt er in de woningen aan de wegzijde te behouden zij het dat er aan zienlijke schade aan de woningen is toegebracht door de vlammen. De brandspuit van de gemeente die in de Kleine Laan (Schoolsstraat) stond was nog in geen velden of wegen te bekennen. Ook de grote brandspuit die gestationeerd was bij het gemeentehuis aan de Kerklaan liet in eerste instantie verstek gaan. Inmiddels had het inferno ook de nodige ‘ramptoeristen' naar het Boven Westerdiep gelokt. Het was tenslotte mooi weer en het nieuws van de woedende brand ging als een lopend vuurtje door de straten. Ook bewoners van het Boven Oosterdiep hadden de weg naar de ramplek gevonden en keken toe hoe de boerderij van Veenhuizen volledig door het vuur werd verteerd. Maar plots sloeg de paniek toe toen er berichten kwamen dat het vuur ook aan het Boven Oosterdiep toesloeg en boerderijen en woningen in de brand had gezet. Waar het reeds aan het Boven Westerdiep een ‘grote' brand betreft ontwikkeld zich aan het Boven Oosterdiep een ware hel. Overal waar men keek stonden woningen en andere gebouwen min of meer in brand. Ook een aantal beeldbepalende panden zijn ten prooi gevallen aan de vlammen die grote getale vanaf het Boven Westerdiep naar het Boven Oosterdiep worden gedragen door de straffe zuidwesterwind.


Vierde pand links voormalige boerderij Eerkes voor de fatale brand

Als één van de eerste gebouwen brand de boerderij van Eerkes volgens velen een sieraad aan het Boven Oosterdiep tot de grond toe af. Ook hier zijn het de particuliere brandspuiten als eerste aanwezig in dit geval de brandspuit van het Verlaatjesgilde gevolgd door de spuiten van de Phoenix en de Vrijheid. Op het hoogtepunt waren er 16 spuiten actief waarvan 8 van de gemeente, 2 van Wildervank, de Phoenix, de vrijheid, DWM&CO, Olthof, Topper en het Verlaatjesgilde.
Het bleef niet bij de brand in de boerderij van Eerkes, het zou slechts een begin zijn van een ramp die zijn weerga niet kende in Veendam

Volgende week het tweede deel.

Oud Veendam

Het Stationspark



Rink Oosting is amateurhistoricus en verzamelt oude foto´s en verhalen die de geschiedenis van Veendam vertellen. Wekelijks op parkstadveendam een nieuw verhaal, zoveel mogelijk inhakend op de actualiteit, omlijst met foto's. Mocht u zelf in het bezit zijn van oude foto's, ansichtkaarten, dia's, oude nota's, verhalen enz. U kunt Rink Oosting bereiken op telefoonnummer 06-41586400 of per e-mail: rinkoosting@wanadoo.nl 


Het Stationspark behoort samen met het Plan Tusschendiepen tot de oudste uitbreidingen van de gemeente Veendam. De woningwet van 1901 verplichtte een gemeente met meer dan 10.000 inwoners tot het opstellen van een uitbreidingsplan om iets te doen aan de heersende woningnood. In 1907 besloot de gemeente tot het opstellen van zo'n uitbreidingsplan. Twee locaties kwamen daarvoor in beeld. Eén was het gebied Tusschendiepen en de andere was het gebied nabij het geplande station aan de lijn Zuidbroek-Stadskanaal.

De eerste bouwactiviteit die in het gebied plaatsvond was de bouw van de Landbouwwinterschool in 1908. In 1910 werd het station in gebruik genomen evenals de spoorlijn. In 1909 was reeds het nabijgelegen hotel Van Kreel gebouwd wachtend op de eerste bezoekers. Toch kwam de uitbreiding in het begin niet echt op gang. Het was bij het aantreden van toenmalig burgemeester Jhr. Mr. Dr. E.A. van Beresteijn in 1911 en de combinatie met wethouder U. Wilkens dat er vaart kwam in de verdere ontwikkeling van het Stationspark.

Onder hun leiding werd in 1912 begonnen met de verkoop van bouwkavels en werd er een nieuwe brug gebouwd die de Stationsstraat verbond met het Beneden Oosterdiep. In 1913 werden door woningbouwvereniging ‘Veendam' acht woningen gebouwd aan de Parklaan, later E.E. Stolperlaan.

Tevens werden er een serie dubbele middenstandswoningen gebouwd naar de hand van J. Stuivinga. Deze architect was bevriend met burgemeester van Beresteijn en in Veendam vinden we meerdere gebouwen die door hem zijn ontworpen. Rond 1930 was het gebied volgebouwd. De Stationsstraat werd een straat met allure die werd versterkt door de singel die in het midden van de rijbaan was gelegd. Aan de Stationsstraat vonden we onder andere de Landbouwhuishoudschool, een bankgebouw, en de Kamer van Koophandel. Iets achteraf aan het latere Pieter Sneeuwplein de Landbouwwinterschool.
In de wijk vinden we voornamelijk villa's en grote middenstandswoningen. Langs de E.E.Stolperlaan werden in de jaren tachtig nog een aantel nieuwbouwwoningen gebouwd.

Veel is er niet veranderd in het gebied. De karakteristieke singel in de Stationstraat is helaas verwijderd en de voormalige Landbouwhuishoudschool( later Huishoudschool) heeft nu de functie van sportschool. Het bekende hotel van Kreel werd helaas door brand verwoest in 1980. Het voormalige station van de NOLS wordt tegenwoordig gebruikt door de museumspoorlijn Star die met stoomtreinen rijdt op de voormalige lijn Veendam-Stadskanaal. Met een originele stoomtrein bestaat de mogelijkheid om een rit te maken over de historische spoorlijn met een lengte van 26km, de langste museumspoorlijn van Nederland.

Oud Veendam

Restauratie Ubbo Wilkensfontein



Rink Oosting is amateurhistoricus en verzamelt oude foto´s en verhalen die de geschiedenis van Veendam vertellen. Wekelijks op parkstadveendam een nieuw verhaal, zoveel mogelijk inhakend op de actualiteit, omlijst met foto's. Mocht u zelf in het bezit zijn van oude foto's, ansichtkaarten, dia's, oude nota's, verhalen enz. U kunt Rink Oosting bereiken op telefoonnummer 06-41586400 of per e-mail: rinkoosting@wanadoo.nl 


Nog staan er hekken rondom de Ubbo Wilkensfontein maar deze zullen op korte termijn weer verdwijnen zodat de monumentale fontein weer in volle glorie te bewonderen is. De restauratie was nodig nadat de fontein in juli 2011beschadigd werd door een eenzijdige aanrijding door een personenauto. De fontein werd zwaar beschadigd o.a. het waterreservoir en het sierlijke hekwerk werden vernield. Intussen is de waterbak gerestaureerd en is het hekwerk opnieuw gesmeed door Fred Bos die in de oude turfcentrale een smederij drijft.

Wat maakt deze fontein nu zo bijzonder en waarom bezit Veendam de monumentale fontein.
Hiervoor moeten we terug naar de tijd dat Ubbo Wilkens burgemeester was van Veendam. Ubbo Wilkens, nazaat van de roemrijke Veendammer fabrikantenfamilie was twee maal burgemeester van Veendam. Hij was dit van 1907 tot 1910 en van 1920 tot zijn overlijden in 1921. Hij liet het ambt in 1910 schieten om lid te worden van Gedeputeerde Staten in Groningen. Zijn taak als burgemeester werd overgenomen door de bekende burgemeester van Beresteijn, in 1920. Na beëindiging van zijn lidmaatschap van de Provinciale Staten werd hij wederom burgemeester van Veendam.

Tijdens zijn werkzame leven was hij een groot voorvechter van het aansluiten van Veendam op het provinciale waterleiding netwerk. Maar ook in die tijd draaiden ambtelijke molens bijster langzaam en voor dat de aansluiting was gerealiseerd was Ubbo Wilkens reeds overleden. Maar hij bezat blijkbaar een vooruitziende blik en liet een legaat na dat kon worden gebruikt op het moment dat de aansluiting was gerealiseerd.

In 1927 was het dan eindelijk zover en was Veendam aangesloten op het provinciale waterleiding netwerk. Daarna duurde het nog enkele jaren voordat iedereen in Veendam kon beschikken over schoon drinkwater uit de kraan.

Het legaat dat was nagelaten werd gebruikt voor de realisatie van een monumentale fontein waarmee de aansluiting werd gemarkeerd. De fontein werd ontworpen door C.L. Huguenoth-van der Linden en het beeldhouwwerk door G. Marree. Het werd een monumentale fontein met veel symboliek en ornamenten.

Op zaterdag 2 november 1934 was het zover en kon de fontein onthuld en in werking worden gezet. De fontein werd in werking gezet door toenmalig burgemeester van der Zee onder de muzikale tonen te gehore gebracht door een muziekkorps. De Veendammer bevolking was gevraagd de vlag uit te steken. Onder de toeziende genodigden waren oa. de zoon Nico en diens vrouw Corry Koops en dochter Mies van Ubbo Wilkens aanwezig. Tijdens de onthulling kwam het water niet alleen uit de fontein maar ook met bakken uit de lucht. Na de onthulling en ingebruikname van de fontein werden de verdere receptie in het gemeentehuis voortgezet.

De fontein had een markante plek gekregen midden op het kruispunt. Bij de aanleg van de Van Beresteijnstraat, Winkler Prinsstraat en Ubbo Wilkensstraat was er in het midden van het kruispunt een ‘lege' driehoek ontstaan. Deze driehoek werd gebruikt voor het plaatsen van de fontein.

Men had destijds nog niet het besef dat met de massale opkomst van het gemotoriseerde verkeer de fontein in de weg zou komen te staan. In de jaren zestig vond men het genoeg en besloot de fontein de verplaatsen. Op 3 juli 1968 werd de gewichtige fontein door twee kranen van Lommerts uit Delfzijl opgepakt en teruggeplaatst op de kop van de vijver aan de Ae kade. Het voormalige kruispunt verdween door de verlegging van de wegen. De fontein kreeg zijn water uit de vijver van de Ae kade dat echter het grote nadeel had dat dit veenwater betrof. Hierdoor werden de beeldhouwwerken vuil en verloor de fontein zijn zandstenen kleur. Ook de plek was niet denderend gekozen, men had het idee dat de fontein een beetje weggestopt was onder de platanen aan de vijver.

En zo stond de fontein er jaren. In de zomer spoot hij dag en nacht dit naar een idee van de gemeente. Als excuus had de gemeente de reden dat het erg lastig was om de fontein 's avonds uit te doen en 's morgens weer aan. De ware reden was volgens een laconieke medewerker van gemeentewerken dat je er zo nat van werd, de schakelaar zat namelijk in de fontein.

In begin 2000 werd begin gemaakt met de opstelling van het Masterplan Veendam, Herinrichting Centrum. Als onderdeel hiervan zou ook de Ubbo Wilkensfontein weer ‘tevoorschijn' gehaald worden en een markante plek terug krijgen. Niet precies op de oude plek maar iets dichter naar het hertenkamp maar desondanks een ideale plek om de monumentale fontein weer te tonen. Tijdens een indrukwekkende hijssessie waarbij men bijna de gehele dag nodig had gelukte het om de zware fontein op zijn nieuwe plaats te krijgen. Om te voorkomen dat hij weer zo snel smerig werd kreeg de fontein zijn eigen water voorraad gelegen in een ondergrondse kelder. Op 6 juni 2008 werd de fontein officieel onthult en een fout uit 1968 weer goed gemaakt.


Naar aanleiding van het verhaal van vorige week zondag kreeg ik de volgende reactie van Geert de Vries,

Hallo,
Het pand is niet afgebrand tijdens de sloop, maar gesloopt na een brand. Bij deze brand is nog een bewoonster omgekomen. Mijn vader was toen brandweerman en heeft deze vrouw gevonden.
Hierna is het pand gesloopt.
Groet,
G. de Vries

die ik hierop de volgende reactie heb gestuurd:

Hallo Geert,
Allereerst bedankt voor de reactie
Het klopt inderdaad dat er eerder een brand is geweest dit was op 19 september 1964.
Bij deze brand kwam de negentigjarige mevr Grietje Pijbes-Lemminga om het leven.

In september 1972 ging men over tot sloop van het voormalige gasthuis, ik was destijds tien jaar. Iets zegt mij dat ik destijds op de fiets met mijn vader naar de Kerkstraat ben geweest omdat er tijdens de sloop een kleine brand zou zijn geweest. Nu ben ik afgelopen dinsdagmiddag naar het Veenkoloniaal Museum geweest om daar de kranten van 1972 te lezen maar kan alleen vinden dat het werd afgebroken. Nu staat in de Noord Ooster weinig nieuws over Veendam en zou de Veendammer van die tijd beter zijn. Het is echter de vraag of deze niet zijn verbrand bij de brand van de Noord Ooster in de Kerkstraat. Het kan echter ook zo zijn dat de herinneringen mij voor de gek houden en dan zit ik fout.

Ik heb voor de zekerheid Wim Schuitema gebeld die de Veendammer brandweer als hobby heeft maar deze kon niet direct een vermelding van een uitruk vinden. Maar hij vertelde mij dat er destijds zeven groepen waren en dat hij niet alle uitrukken van alle groepen heeft. Misschien dat ik het verhaal rond de afbraak van het gasthuis helder krijg maar vooralsnog ga ik er vanuit dat ik fout zit tot ik de bevestiging vind.

Ik zal dit ook komende zondag melden nb De brand van Hotel de vries is mij bijgebleven, ik heb er bijgestaan toen het afbrandde. Nogmaals bedankt voor de reactie

Wie weet hier meer over te vertellen?

Oud Veendam

Facelift Centrum (2)



Rink Oosting is amateurhistoricus en verzamelt oude foto´s en verhalen die de geschiedenis van Veendam vertellen. Wekelijks op parkstadveendam een nieuw verhaal, zoveel mogelijk inhakend op de actualiteit, omlijst met foto's. Mocht u zelf in het bezit zijn van oude foto's, ansichtkaarten, dia's, oude nota's, verhalen enz. U kunt Rink Oosting bereiken op telefoonnummer 06-41586400 of per e-mail: rinkoosting@wanadoo.nl 


Afgelopen weekend heb ik u een beeld willen geven van het gebied rondom het huidige Kerkplein en de in de volksmond zo genoemde Verlengde Kerkstraat. Het was een beeld zoals we het konden vinden van voor de jaren zeventig. We pakken de draad op bij de sloop van de Kerkstraatschool en nevenstaande meesterwoning en de bouw van de Bondsspaarbank.

In 1972 verliest de verlengde kerkstraat helaas een zeer beeldbepalend pand. Het betrof hier het voormalig Gasthuis der Nederlands Hervormde Gemeente. Het stond eerder bekend als het Arm en Werkhuis. Het werd gesticht in de Franse tijd in 1906, het tehuis bood onderdak aan de minder bedeelden. Uitkeringen en een sociale dienst bestonden nog niet en de mensen die echt niets meer hadden waren afhankelijk van de bedeling. De financiën werden opgebracht door lidmaten van de kerk en door de zelfvoorzienendheid van het armenhuis, Het armenhuis bezat een eigen bakkerij, een veestapel en een groentetuin.

Vanuit de gemeentelijke overheid hoefden de minder bedeelden op minder clementie te rekenen, armoedebestrijding was een zaak voor particuliere organisaties en de kerk. In de 20ste eeuw vernaderde de status van het gasthuis meer richting verzorgingstehuis voor ouden van dagen. Het gasthuis werd geleid door een ‘vader' en een ‘moeder'. In 1972 werd overgegaan tot sloop van het monumentale pand waarbij het tijdens de sloop vlam vatte en uiteindelijk afbrandde. Er kwam een lelijk, saai nietszeggend winkelpand voor terug waarin zich een filiaal van supermarktketen De Boer vestigde. Voorheen was deze verderop in de Kerkstraat gevestigd.

De sloop van het gasthuis is één van de vele foute beslissingen die de gemeente Veendam heeft genomen ten aanzien van de vele monumentale panden die Veendam heeft gehad en waarbij we nu tot de conclusie komen dat de gemeente Veendam zeker in de jaren zestig en zeventig weinig heeft gedaan om monumenten voor het nageslacht te bewaren. De zogenaamde vooruitgang is niet altijd een verbetering gebleken.

In 1977 verliest de Kerkstraat wederom een aantal monumentale panden die de Kerkstraat eens de rijke roemruchte uitstraling bezorgden. Nadat de zuidzijde van de kerkstraat alle allure heeft verloren door de sloop van beeldbepalende panden was nu de noordzijde aan de beurt. Op de hoek van de ‘Verlengde Kerkstraat' en de Winkler Prinstraat stond de kledingwinkel Bambino van Piet Blauw. Dit monumentale woon- winkelpand ging als eerste tegen de vlakte.

Kort daarna werden ook de naastgelegen fietsenzaak annex autogarage van Stant aangekocht en het daarnaast gelegen voormalige bankgebouw. De drie gebouwen gaven een prachtig tijdsbeeld weer van de allure die de straat had. Op de drie percelen die vrijkwamen verrezen appartementen met daaronder winkels. De nieuwbouw kan bij lange na niet tippen aan de rijke uitstraling die de oude gebouwen ooit hadden.

En zo verdwenen langzaam maar zeker alle beeldbepalende gebouwen, vervangen door nietszeggende nieuwbouw waardoor de allure van de straat langzaam maar zeker verdween. En niemand die iets deed om het te voorkomen. Alles onder het mom van de vooruitgang. In later jaren werden ook de panden aan de noordzijde op één na vervangen door nieuwbouw. De vraag die je je kunt stellen of al deze rigoureuze sloop en nieuwbouw nu een mooiere Kerkstraat hebben opgeleverd.

Jongeren zullen niet beter weten maar ik denk dat de oudere generatie met weemoed terug zullen denken aan de oude Kerkstraat met zijn monumentale panden waar op vrijdag- en zaterdagavond rijkelijk werd geflaneerd voor het broodnodige onderhoud van de sociale contacten tussen vertegenwoordigers van het vrouwelijk en mannelijk geslacht. Hierbij wel in acht nemende dat men aan de goede zijde van de straat liep. Lopen aan de verkeerde zijde kon namelijk een boete opleveren'

Begin 2000 ondergaat de omgeving van de Kerkstraat ter hoogte van de kruising met de J.G. Pinksterstraat enerzijds en de Winkler Prinstraat anderzijds een drastische metamorfose op straatniveau. De doorgang van noord naar zuid die sinds het begin van de 2de WO bestond wordt doorbroken.

De J.G Pinksterstraat zal voortaan eindigen op het Kerkplein, terwijl de Winkler Prinsstraat wordt omgetoverd in een plein met een groenvoorziening en een terras bij Hotel Parkzicht terwijl het Noordelijke deel van de Winkler Prinsstraat veranderd in een plein annex parkeergelegenheid.

De naam Winkler Prinsstraat zal verdwijnen door de komst van het Museumplein. Tussen het Museumplein en het Kerkplein wordt een tijdlijn aangebracht die een beeld geeft van de Groninger Veenkoloniën en het ontstaan van Veendam.

Door de aanleg van het Kerkplein en het verleggen van de toegang tot het Julianapark gaan de groenvoorzieningen die de Kerk scheidden van de J.G. Pinksterstraat verloren. Hierdoor komt de kerk maximaal in het zicht van de Kerkstraat.

Anno 2012 zijn er wederom plannen om de Kerkstraat overhoop te gooien. Hierbij zullen wederom panden gesloopt worden, oude zichtlijnen herstelt, winkelpanden worden voorzien van verschillende geveltjes, verkeer aangepakt en zullen publiekstrekkers naar het Veendammer centrum worden gehaald. Tevens zijn er plannen om het Kerkplein te bebouwen, Hierdoor zou het ‘gat' dat ontstond door afbraak van de Kerkstraatschool en de drieborg in de Verlengde kerkstraat en de daarop volgende bouw van de appartementenflat die dwars op de Kerkstraat werd gebouwd weer kleiner worden.

Wat zal hiervan het uiteindelijke resultaat zijn . Zal de Kerkstraat iets van zijn vroeger uitstraling terug hervinden of zal het bij de uitspraak blijven; alles is voor altijd weg maar gelukkig hebben we de foto's nog.

Oud Veendam

Facelift Centrum



Rink Oosting is amateurhistoricus en verzamelt oude foto´s en verhalen die de geschiedenis van Veendam vertellen. Wekelijks op parkstadveendam een nieuw verhaal, zoveel mogelijk inhakend op de actualiteit, omlijst met foto's. Mocht u zelf in het bezit zijn van oude foto's, ansichtkaarten, dia's, oude nota's, verhalen enz. U kunt Rink Oosting bereiken op telefoonnummer 06-41586400 of per e-mail: rinkoosting@wanadoo.nl 


Op de site van het Dagblad van het Noorden las ik over de plannen die voorgesteld werden om te komen tot een facelift van het gebied rondom het kerkplein en het deel van de kerkstraat dat in de volksmond Verlengde Kerkstraat wordt genoemd. Er wordt gesproken over het herstellen van oude zichtlijnen aanpakken van het verkeer en winkelpanden die worden voorzien van verschillende geveltjes. Veel is er in de afgelopen decennia veranderd in dit deel van de Kerkstraat. Diverse malen zijn panden afgebroken, nieuwe panden gebouwd en diverse verkeersmaatregelen genomen. De jongere generatie zal echter geen idee hebben hoe het er voor pakweg zeventig jaar geleden uitzag. In de komende twee afleveringen wil ik u meenemen naar de Kerkstraat van voor de 2de WO. In de eerste aflevering bekijken we de directe omgeving van de het huidige kerkplein

Reeds in 1660 geeft A.G. Wildervank de aanzet tot de bouw van de Nederlands Hervormde kerk in Veendam aan een dwarslaan, die liep tussen het Oosterdiep enerzijds en het Westerdiep anderzijds, later Kerklaan genoemd. De bouw van deze kerk geeft aan dat Veendam in deze periode reeds een nederzetting van redelijke omvang moet zijn geweest. In 1662 kwam de kerk gereed. Deze laan was op dat moment, naast het Boven en Beneden Dwarsdiep de enige verbinding tussen het Ooster- en Westerdiep. De laan was niet geheel recht, op „b 2/3 gerekend vanaf het Bocht Oosterdiep lag een flauwe bocht.

Naast de kerk werd later ook een school gesticht. De laan kende in het begin niet de economische belangrijkheid die het later zou krijgen. Tot halverwege de 19de eeuw lagen de economische centra nog vooral rondom de verlaten. De kerk was dan ook gelegen tussen deze twee centra. In de loop van de 19de eeuw werd de economische centra rondom de verlaten langzaam maar zeker verlegd naar het Bocht Oosterdiep en de Kerklaan. Kleine woningen, boerderijtjes en bedrijfjes werd vervangen door imposante woonhuizen van notabelen, boerderijtjes verdwenen en bedrijfjes werden vervangen door grote monumentale woonwinkel panden.

Vooral in het gebied rondom de kerk werden verrezen grote panden. De Kerklaan werd langzaam maar zeker ‘volgebouwd'. De kerk stond niet aan de laan zelf maar zo'n zestig meter achteraf. Het uitzicht op de kerk werd belemmerd door de bebouwing langs de Kerklaan. De huidige opening in de bebouwing heeft tot de 2de WO nooit bestaan. De kerk was bereikbaar via een door zware bomen omzoomd kerkpad dat gelegen was langs het schoolplein.

Tot het begin van de 20ste eeuw blijft de gesloten bebouwing in de bocht van de Kerklaan bestaan. In 1907 koopt de gemeente van de weduwe Wichers het monumentale woonhuis met de bedoeling het te slopen. De vrijgekomen grond moet de toegangsweg worden voor de nieuwe Rijks HBS en het latere uitbreidingsplan Tusschendiepen.

Het huis wordt uiteindelijk in 1911 met de grond gelijk gemaakt. Aan de rechterzijde van het afgebroken pand staat het woonhuis van de fam. Mulder terwijl aan de linkerzijde het woonhuis van kassier Hazewinkel stond. Het tweede pand links naast de ontstane opening werd gebruikt als pastorie van de Ned. Herv. Kerk.

In de jaren dertig begon Veendam verder uit te groeien met de bouwactiviteiten in de wijk Plan Zuid. Tot die tijd werd het gebied achter de Kerkstraat tot aan de Schoolstraat gebruikt voor landbouw. Als ontsluitings- en doorgaande weg tussen het Boven Oosterdiep en het Boven Westerdiep werd de Julianalaan aangelegd. Om een aansluiting te creëren met de Kerkstraat besluit men tot de aanleg van de latere Pinksterstraat. Voor de aansluiting op de Kerkstraat heeft men de winkel en werkplaats nodig van de fam. Stant die aan de linkerzijde van het kerkpad een fietsen annex motorzaak drijft.

De fam. Stant wordt gevraagd of men de zaak wil verkopen doch de familie stelt als voorwaarde dat men in de Kerkstraat wil blijven. Aan de overzijde bevindt zich de pastorie die vrij komt. De fam. Stant besluit de zaak aan de overzijde voort te zetten. Het winkelpand wordt in 1939 afgebroken en vormt tezamen met het kerkpad de nieuwe laan. De nieuw laan ligt recht tegenover de Winkler Prinstraat waardoor een doorgaande weg tussen Plan Zuid en het Plan Tusschendiepen ontstaat. Door het uitbreken van de 2de WO komen verdere werkzaamheden stil te liggen. De nieuwe laan blijft ongeplaveid liggen gedurende de oorlog.

Aan beide zijden van de Kerkstraat zijn nu doorbraken gerealiseerd. Door de aanleg van de Pinksterstraat komt de kerk nu in het zicht vanuit de Kerkstraat. Doordat de Kerkstraatschool zijn functie als school verloor na de oorlog werd ook het voormalige schoolplein opgeofferd voor de aansluiting en realisatie van het kruispunt met de Kerkstraat.

Door de aanleg van de Pinksterstraat komt het voormalige huisje van Evert Bos tevoorschijn. Evert Bos was als groenopzichter in dienst van de gemeente en was tevens de man die het plantsoen, dat 's nachts op slot ging, in de gaten hield.

Halverwege de jaren zestig en begin jaren zeventig verdwijnen wederom panden rondom de bocht in de Kerkstraat. In de jaren vijftig was reeds het huisje van Evert Bos onder de slopershamer verdwenen.

Halverwege de jaren zestig werd de drieborg die links naast het gasthuis(nu JUMBO) stond gesloopt en in 1966 vervangen door een flat met daaronder twee winkels. Doordat de flat dwars op de Kerkstraat werd gebouwd werd het ‘gat' in de bebouwing van de Kerkstraat nog groter.

Aan de andere zijde werd de voormalige woning van de familie Mulder vervangen door nieuwbouw van het warenhuis HEMA. In 1969 ging de Winkler Prinsstraat en de Kerkstraat volledig op de kop. De loop van straten werd verlegd, de Kerkstraatschool werd afgebroken evenals het naastgelegen meesterhuis. Op de plaats van het meesterhuis verrijst het bankgebouw van de Bondsspaarbank terwijl het perceel van de Kerkstraatschool onbebouwd blijft. De open ruimte aan de zuidzijde is nu op zijn breedst.

Volgende week pakken we de draad weer op in de jaren zeventig, we zien hoe de Kerkstraat verder verandert door sloop van beeldbepalende panden.

Oud Veendam

Zweminstuif 50+ in Tropiqua in Veendam



Rink Oosting is amateurhistoricus en verzamelt oude foto´s en verhalen die de geschiedenis van Veendam vertellen. Wekelijks op parkstadveendam een nieuw verhaal, zoveel mogelijk inhakend op de actualiteit, omlijst met foto's. Mocht u zelf in het bezit zijn van oude foto's, ansichtkaarten, dia's, oude nota's, verhalen enz. U kunt Rink Oosting bereiken op telefoonnummer 06-41586400 of per e-mail: rinkoosting@wanadoo.nl


Hoewel de huidige buitentemperatuur niet bepaald uitnodigt tot een duik in een buitenbad of zwemplas is zwemmen tegenwoordig ook mogelijk in een verwarmd of subtropisch zwemparadijs. Hoe anders waren de mogelijkheden vroeger.

Het verhaal dat mijn vader graag verteld is dat men als het warm was in de zomer men een schone wijk of plas opzocht om te gaan zwemmen. Maar niet voordat men een bezoek had gebracht aan de plaatselijke slager om een aantal varkensblazen te halen. Aangekomen bij de zwemgelegenheid werden de varkensblazen opgeblazen en om de armen gebonden als zwembandjes. Het was in een tijd dat nog niet een ieder over een zwemdiploma beschikte. Zwemlessen en zwembaden waren er alleen voor de welgestelden. Velen waren de zwemkunst dan ook niet machtig en het gebeurde regelmatig dat een kind of volwassene verdronk in één van de vele kanalen en wijken die men in de veenkoloniën kon vinden.

Tijdens het burgemeesterschap van Van Beresteyn werd besloten tot de aanleg van een openlucht zwembad. In 1915 werd gekozen om het zwembad naast het nieuwe speelveld van voetbalclub Veendam te situeren. De gronden behoorden toe aan raadslid F.H. Mulder die in een boerderij aan het Beneden Westerdiep woonde. Hij kon zich niet inden in de aanleg dus werd overgegaan tot onteigening. In 1916 werd overgegaan tot aanleg naast het reeds bestaande voetbalveld. Om het bad te realiseren werd een bestaande wijk af te dammen, te verbreden en te verdiepen. Zwemmen deed je gewoon in het oppervlaktewater in dit geval veenwater. Zuiveringsinstallaties en verwarming waren nog toekomstmuziek.

Naast een zwembad en een voetbalveld werd er een houten tribune gebouwd voor het voetbalveld met aan de achterzijde omkleedgelegenheden voor het zwembad. Tevens verrees er een toren met een springplank en een houten brug. Zwemmen in het zwembad zal in die tijd alleen toegankelijk zijn geweest voor de gegoede burger voor Jan met de pet zal het gewoon te duur zijn geweest. De zwemclub Bubble zag in het oude bad zijn levenslicht. In het zwembad aan de Langeleegte kreeg lang geleden de gelegerde marechaussee uit Muntendam les in reddend zwemmen wat de aanleiding is geweest voor de oprichting van Z&PC Bubble. Z&PC Bubble werd officieel opgericht op 30 augustus 1932.

Het complex blijft bestaan tot 1953 toen overgegaan werd de sloop en nieuwbouw van het Kristalbad. Het werd een betonnen bad dat bestond uit meerdere afdelingen. Zo was er een ondiep gedeelte van 0,30 cm voor de peuters en liep het bad verder af tot een diepte 2,50 m De verschillende diepten werden gescheiden door twee betonnen bruggetjes. Er werd op toegezien dat je alleen met de vereiste diploma's in de verschillende diepten mocht zwemmen.

Het bad kreeg tevens een uitkijktoren voor het badpersoneel, een lage en een hoge duikplank en een stalen glijbaan voor de kleintjes. De houten tribune annex kleedgelegenheid werd vervangen door een nieuw exemplaar. De voetbalclub kreeg een grote overdekte en verwarmde tribune terwijl aan de zwembadzijde een kiosk werd gerealiseerd van waaruit horeca-activiteiten konden werden ontplooid. Velen zullen nog denken aan het luikje van waaruit snoep werd verkocht. Aan beide zijden werden kleedhokjes gebouwd. Links voor de dames, links voor de heren.Verder werden er grote zonneweiden aangelegd rondom het bad. Het zwembad kreeg de toepasselijk naam Kristalbad en behoorde tot één van de mooiste in de provincie.

Opvallend was de blauwe kleur waarin het gehele bad was geschilderd. Door de bouw van een zuiveringinstallatie en een verwarming kon vanaf de opening van het bad in 1954 in schoon, helder en verwarmt water zwemmen. Velen zullen zwemlessen hebben gevolgd in het bad en zijn zwemdiploma of diploma's hebben gehaald. Zwemmen in het openluchtbad was na de oorlog voor veel mensen binnen bereik gekomen en in de zomer kon men op warme dagen maar met moeite een plekje vinden op de grasvelden langs het bad. Zwemmen in kanalen wijken en plassen was door de achteruitgaande waterkwaliteit niet echt aantrekkelijk meer.

In de wintermaanden was het bad dicht en zwemlessen vonden plaats in het bad van het badhuis aan Bosscherstraat. Om ook het zwemmen in de winter mogelijk te maken kreeg Veendam vanaf 1973 de beschikking over een overdekt bad naast de Sorghvliethal. In de winter overdekt, in de zomer in het open bad aan de Langeleegte. De zwemlessen in de winter vinden in het nieuwe overdekte bad plaats en het bad in het voormalige badhuis aan de Bosscherstraat sluit zijn deuren.

Het zwemseizoen van 1986 was het laatste voor het kristalbad. Het kristalbad werd in 1987 gesloopt om plaats te maken voor een parkeerplaats van de naastgelegen voetbalclub Veendam.

Voortaan kon met zomers en 's winters zwemmen in het overdekte bad aan de Sorghvlietlaan. Op de plaats van de vroegere wielerbaan en ijsbaan werden buitenbaden gerealiseerd en zonneweiden.

Het overdekte bad werd uitgebreid en verbouwd tot een sub tropisch zwembad waar later ook nog glijbanen aan toegevoegd werden.

Hoe mooi, modern en luxe het huidige Tropiqua is velen zullen met weemoed terug denken aan het mooie bad aan de Langeleegte. Staande op de parkeerplaats met je ogen dicht hoor je weer het lachen, gillen, en geroezemoes van de kinderen en volwassenen en natuurlijk het fluitje van de badmeester wanneer je weer eens ongehoorzaam was en zonder het vereiste diploma in het diepe bad zwom.

Pagina's

Abonneren op RSS - Oud Veendam