Tekst Hans van Noort
Aan de Jan Kokweg ligt een uniek stukje grond. Het is de thuisbasis van MCVeendam, voluit geschreven MotorClubVeendam. Een schitterend circuit met kantine annex kleed- en doucheruimte dat iedere dinsdagavond en zondag het trainingsparadijs is van motorcross liefhebbers jong én oud. De club wordt geleid door een enthousiast bestuur, Dita Renken is voorzitter, Zina Kampinga secretaris, Albert de Boer is penningmeester en Debora Molle en Eddy Froma zijn bestuurslid. Dat ze de zaakjes goed voor elkaar hebben blijkt uit alles. Ze vertellen er graag over.
De Honda’s, Kawasaki’s, Yamaha’s, Husqvarna’s, Suzuki’s en KTM-motoren scheuren door de kombochten, springen over de schansen en springbulten en racen over de waves. Het is een herrie van jewelste. Hoewel herrie, voor de motorsportliefhebber klinkt het geluid van de motoren als muziek in de oren. Kenners halen er feilloos het specifieke geluid van de verschillende motoren uit. De voorzitter merkt scherp op: “ Hé, die gaat de 96 Db (decibel) te boven én moet even tot de orde geroepen worden!” Ja, want zo werkt het bij MCVeendam. Er zijn regels en daar moet iedereen zich aan houden. “We hebben een uitstekende band met de gemeente wat betreft vergunningen e.d. en dat willen we graag zo houden!” Het circuit is 1405 m lang. Vorig jaar is er ongeveer 30 m bij gekomen. De breedte van de baan moet minimaal 5 m zijn + een veiligheidszone van 1 m aan iedere zijde. Bij de wedstrijden en trainingen halen de motoren wel een snelheid van max. 60 km. “Hoger moet de snelheid eigenlijk niet worden,” vertelt Albert de Boer. “Want dan moeten we het circuit aanpassen in verband met de veiligheid, door bijvoorbeeld meer bochten erin te leggen.”
Ja, de veiligheid staat hoog in het vaandel bij de MC. Tijdens nationale wedstrijden is het verplicht om EHBO én een arts op het circuit te hebben. “Wij zorgen altijd dat er nog een verpleegkundige extra aanwezig is in geval van calamiteiten. Bovendien zijn we streng en controleren bij iedere training en wedstrijd of de rijders een basisstartbewijs en/of licentie hebben. De licenties en startbewijzen worden verstrekt door de landelijke motorbond, de KNMV. Via een polsbandje kan de baancommissaris inspecteren of alles in orde is en heeft hij inzicht hoeveel rijders zich op het parcours bevinden.”
Het aantal leden is lastig te zeggen. De club werkt met strippenkaarten én vaste leden, die zich jaarlijks opnieuw moeten aanmelden. “Per 1 januari beginnen we altijd weer op nul.”
Opmerkelijk is het aantal jonge leden, de zogenaamde kidsclub. Kinderen vanaf 5 jaar, ja u leest het goed, krijgen op een speciaal voor hen ingericht baantje op het middenterrein hun verantwoorde en veilige instructies en trainingen. Ze rijden op lichte motoren van 50 cc en hoeven niet te schakelen, want die hebben een automaat. Dit motortype heet PW’tjes. Uiteraard moeten ook zij, net als alle ouderen, aan alle veiligheidseisen voldoen zoals goed passende helm, crosslaarzen met stalen neuzen, handschoenen, deugdelijke kleding e.d. Als ze eenmaal in hun pak gehesen zijn en hun eerste rondjes draaien, zijn zij én meestal ook de vaders zo trots als een pauw. Vaak zit het crossbloed al in de genen!
Hebben ze wat ervaring opgedaan en wat ouder dan stappen ze over naar de “echte” motoren van 65 cc of meer. Er is een wedstrijdklasse indeling: 65 cc en 85 cc met grote of kleine wielen, MX 2 – 2 takt met 125 cc, MX2 – 4 takt met 250 cc en tenslotte de MX 1 boven de 250 cc.
Deze laatste zijn natuurlijk wel voor het grotere en zwaardere werk! Met enige regelmaat zie je ook quads op de baan aan de Jan Kokweg. Die jongens trainen alleen maar hier. “Wij hebben géén wedstrijden voor quads.”
Jongens… het bestuur is verrast over de aanloop van jonge meiden. Ook voor hen ligt er natuurlijk een uitdaging. Van overheidswege wordt enorm veel geld gestoken in talrijke projecten om meiden te enthousiasmeren voor techniek. Hier wordt het als het ware met de paplepel ingegoten, want het onderhoud van de motoren doen de crossers veelal zelf. Het begint met het schoonspuiten van de motor na een wedstrijd tot het vervangen van een wiel of andere onderdelen, door bijvoorbeeld een valpartij sneuvelt er wel eens wat! Ook het vervangen van spaken, luchtfilters, misschien een stuur en het op spanning brengen van de ketting zijn klussen waar ze hun hand niet voor omdraaien.
De motoren hebben ongelofelijk veel te lijden. Bij het springwerk op de schansen, waarbij ze soms wel tot 3 m boven de grond vliegen, komt het er wel op aan. Het neerkomen is een ware kunst en vraag veel training. Ook het rijden door het mulle zand vraagt gigantisch veel van de motoren, denk maar eens aan de tandwielen. Als je op het onderhoud bezuinigt, ben je kansloos. Al met al is het best een vrij dure sport en dan hebben we het nog niet eens gehad over de aanschaf van de motor en de verzekeringen!
Wedstrijden
Voor een grotere wedstrijd zijn veel vrijwilligers nodig. Dat loopt uiteen van secretarieel werk, verkeersregelaars, jury, vlaggenisten, mensen die de inwendige mens verzorgen, een vrijwilliger die de baan in orde houdt, wedstrijdleider en assistenten, mensen die speciaal de veiligheid in de gaten houden en noem maar op. Vlaggenisten staan bij iedere hindernis of obstakel in een veiligheidskooi. Is er een valpartij of ander incident dan dienen ze de rijders te waarschuwen, een zéér verantwoordelijke taak! Dita: “We zitten dan bij elkaar wel op 70 man! Het leuke is dat we zulke evenementen met een warme maaltijd in onze eigen kantine afsluiten. Dat wordt geweldig gewaardeerd.”
’s Zomers is er altijd een trainingskamp voor de jeugd. Daar doen veelal zo’n 40 à 50 jongelui aan mee. Twee geroutineerde en ervaren Belgische trainers (oud top-crossers) geven dan de trainingen. De jongelui en hun ouders/verzorgers komen al in het weekend, maandag, dinsdag, donderdag en vrijdag zijn trainingsdagen en woensdag wordt een rustdag ingelast. Naast crossvaardigheden en -technieken wordt ook aandacht besteed aan discipline, veiligheid, sociale omgang, samenwerken enz. Het heeft op deze manier ook een pedagogische waarde! De gehele omgeving wordt afgezet en de tenten, campers en caravans staan rondom het circuit opgesteld. De voorzitter: “Gelukkig krijgen we bij wedstrijden en dit soort evenementen veel medewerking van de gemeente en mogen we de Jan Kokweg gedeeltelijk afsluiten. Dit komt de veiligheid van de gewone weggebruiker én die van de deelnemers/gasten ten goede. Na de wedstrijd wordt het terrein plus naaste omgeving opgeruimd. Het motto van het bestuur luidt: “Je mag niet zien dat er een wedstrijd of evenement plaatsgevonden heeft.” Deze regel wordt streng nageleefd, het ziet er bij MCVeendam altijd correct uit. “Het is met elkaar heel hard werken, maar je krijgt er wel wat voor terug,” aldus het voltallige bestuur.
Binnenkort staat er weer een wat grotere wedstrijd op het programma, 21 mei ONK 125 cc en verderop in het seizoen clubkampioenschappen.
Meer informatie: www.mcveendam.nl
We wensen het bestuur, vrijwilligers en de crossers veel plezier bij het bedrijven van hun favoriete sport op het fraaie circuit aan de Jan Kokweg.