Op Open Monumentendag was zaterdag ook de voormalige Nederlands Hervormde kerk aan de Torenstraat in Wildervank geopend voor het publiek. Het thans als Margaretha Hardenberg Cultuurcentrum in gebruik zijnde gebouw is een Rijksmonument uit 1687.
In 1777 werd de kerk aan de noordzijde uitgebreid. In 1857 is de kerk ook aan de zuidzijde uitgebreid. Zo ontstond een kerk in kruismodel, een kruiskerk genoemd. Voor de Veenkoloniën is deze vorm uniek. Aan de westzijde staat een torenachtige voorbouw met een houten klokkoepel, met een uitvormige spits uit 1834. In de koepel hangt een klok (1837) met een diameter van 60 centimeter, gegoten door Van Bergen in Heiligerlee.
In de kerk is een zeventiende-eeuwse preekstoel te vinden met trap, kapstokbord en klankbord. Het orgel is door de orgelbouwer R. Meijer in 1867 gemaakt. In de kerk ligt een zerk voor Adriaan Geerts Wildervanck (1666) en de eerste dominee Oomkes (1753).
Ongeveer 25 belangstellenden hebben zaterdag het Rijksmonument aan de Torenstraat bezocht. Er was er ook de gelegenheid om de trappen te beklimmen naar de achterkant van het orgel. En nog hoger in de klokkentoren tot onder de luidklok.
Boven komt haast niemand, en nu was er de gelegenheid. Martha en haar dochter Marrylin hebben de klokkentoren beklommen. En met z'n beiden de torenklok geluid.
Robin en Kevin vonden de Open Monumentendag ook een mooie gelegenheid om eens te gaan kijken. Robin houdt van geschiedenis. De geschiedenis van de kerk met de legende van Margaretha Hardenberg vindt hij de mooiste. Hij vindt het ook geweldig om op deze plek te kunnen staan.
Maar ook oude grafmonumenten als Funerair erfgoed hebben zijn aandacht. De monumentale graven vertegenwoordigen een stukje Veenkoloniale geschiedenis. Fenna en Jaap Pomp zijn al 12 jaar, samen met een vaste groep vrijwilligers, bezig met het restaureren van de graven. “Dat is nodig”, zegt Fenna. “Veel grafstenen zijn verweerd en groen uitgeslagen. Opschriften zijn slecht te lezen.”
“Er zijn mensen die vinden dat het aan de tijd moet worden gelaten. Als ze vervallen dan vervallen ze. Maar als er niets aan wordt gedaan verdwijnt alles.” Fenna vindt het gewoon jammer dat er zoveel is geruimd.
Robin valt bij: “Aan de andere kant kun je mensen ook in gedachten houden, want je leest hun namen. Waar ze geboren zijn en misschien een klein levensstukje. Ik vindt dat mooi.”
Een voorbeeld daarvan is het graf van Jan Bloem, tramconducteur te Wildervank. Geboren in Muntendam in 1860. Overleden in 1917 te Wildervank. Je kunt je zijn werk zelfs in gedachten verbeelden. De graven van voorname personen zijn doorgaans goed bewaard gebleven. Maar ook het restaureren van graven van gewone mensen is dankbaar werk.
“Lucas Boerhave uit Geneve had afgelopen zomer naar het graf gezocht van zijn grootouders Holman-Kolk”, verteld Fenna. “Zijn grootvader was kapitein en zijn overgrootmoeder voer mee. Helaas was het graf inmiddels geruimd, er was geen steen meer te vinden. Er zijn veel grafstenen verdwenen.”
Haar man Jaap vond tijdens de Open Monumentendag gedeeltes van een grafsteen uit 1920 onder het grind liggen van een ander graf. Lang geleden was het voor dat andere graf gebruikt als versteviging.
Hoe anders is dit bij de Joodse gemeenschap. “De graven van Joodse mensen mogen niet geruimd worden. Zij zorgen er ook voor dat hun namen altijd vermeld blijven.”
Winkler Prins leerlingen van de maatschappelijke stage helpen mee bij het restaureren van de oude graven. Patrick is een vrijwilliger van het eerste uur en is na zeven jaar nog steeds vrijwilliger. Ook voor andere mensen restaureert hij graven en ook van zijn eigen familie.
“Vrijwilligers zijn vaak op leeftijd”, zegt Fenna. “Eigenlijk zouden er nieuwe vrijwilligers bij moeten komen zodat het restaureren door kan gaan. Ik word ook ouder.”