Overslaan en naar de inhoud gaan

Oud Veendam

Deze zondag geen bijdrage Oud Veendam

Door op zondag, 22 april, 2012 - 07:00

.

Hoe afhankelijk we tegenwoordig zijn van de computer ondervindt Rink Oosting op dit moment. In verband met technische problemen deze zondag geen Oud Veendam.

Plan Zuid

Door op zondag, 15 april, 2012 - 05:43

Rink Oosting is amateurhistoricus en verzamelt oude foto´s en verhalen die de geschiedenis van Veendam vertellen. Wekelijks op parkstadveendam een nieuw verhaal, zoveel mogelijk inhakend op de actualiteit, omlijst met foto's. Mocht u zelf in het bezit zijn van oude foto's, ansichtkaarten, dia's, oude nota's, verhalen enz. U kunt Rink Oosting bereiken op telefoonnummer 06-41586400 of per e-mail: rinkoosting@wanadoo.nl 


Tot voor 1935 bestond het gebied tussen de Kerklaan enerzijds en de Nieuwe Laan anderzijds voornamelijk uit weilanden waartussen het riviertje de Oude AE zijn weg vond. Wel was de begraafplaats bij de Hervormde kerk aan de Kerklaan verder zuidwaarts uitgebreid. Halverwege de dertigerjaren werd een begin gemaakt met de nieuwe uitbreiding Plan Zuid. Het gebied werd begrenst door de Kerklaan, het Boven Westerdiep, de Kleine Laan en het Boven Oosterdiep. Om de nieuwe wijk te ontsluiten moesten er ontsluitingswegen worden aangelegd.



Aan de Kerklaan werd de winkel van de familie Stant aangekocht en afgebroken. De ontsluitingsweg die op deze plaats werd aangelegd kreeg na de oorlog de naam J.G. Pinsterstraat, vernoemd naar de in de oorlog gevallen verzetstrijder Jurjen Geert Pinkster.

De straat gaat na de kruising met de Julianalaan over in de Prins Bernardlaan. Om aansluiting te verkrijgen met de Bernardlaan werden aan de Kleine Laan een aantal woningen afgebroken.

Op de grens van het Boven Oosterdiep en het Bocht Oosterdiep stond de boerderij van de familie Doornbosch. Deze werd afgebroken ten behoeve van de Julianalaan die aansluiting kreeg met het Boven Westerdiep. Aan het Boven Westerdiep werden daartoe woningen afgebroken. Halverwege de jaren vijftig gaat de Julianalaan in oostelijke richting over in de van Stolbergweg en in westelijke richting in de Veendammerweg.

Aan het Prins Hendrikplein werden woningen afgebroken om een verbinding te realiseren met de latere Kazemierstraat. Ook deze straat werd vernoemd naar een gevallen verzetstrijder, Jochem Kazemier.

Door het gebied stroomde het oude veenriviertje de Oude AE. Deze werd in het zuidelijkste deel van de nieuwe wijk naar het riool verbannen terwijl hij ter hoogte van de Wilhelminasingel vergraven werd tot een vijverpartij. Het riviertje kruist de Julianalaan en stroomt verder door de gracht van de begraafplaats in het Julianapark. De begraafplaats werd in de nieuwe woonwijk geïntegreerd door de aanleg van een brede groenstrook. De woningbouw in de wijk bestaat voornamelijk uit vrijstaande of dubbele middenstandswoningen. Tevens werd in de wijk 1955 een bejaardentehuis, de AE-Horst en in 1959 een school voor technisch onderwijs gebouwd. De AE-Horst is eind jaren tachtig vervangen door nieuwbouw.

Een ander pand dat nadrukkelijk aanwezig was, was de voormalige autogarage van de familie Van der Ploeg. Ook dit pand is door de sloperhamer geveld en vervangen door een appartementencomplex. Het gebied ten zuiden van de Kleine Laan werd pas na de 2de wereldoorlog bij Plan Zuid gevoegd. Daar geen van de leden van de joodse gemeenschap, op één Veendammer familie na, de oorlog overleefde raakte de plaatselijke synagoge in onbruik. Deze werd door de gemeente en begin jaren vijftig aangekocht. Hierdoor kwam de weg vrij om de Bernardlaan door te trekken en via de Bendikstraat aan te sluiten op het Boven Oosterdiep. Hiertoe werd een woonwinkelpand aan het Boven Oosterdiep afgebroken. Om de aansluiting te verbreden werd later ook de voormalige woning van de rabbijn gesloopt. In 1969 kreeg de Bendikstraat een verbinding met het Boven Westerdiep ter ontsluiting, via het Skagerak, van de nieuwbouwwijk Sorghvliet. Dit laatste deel van Plan Zuid werd ingevuld door de bouw van enkele scholen.

Tijdens de 2de wereldoorlog kregen enkele straten een andere naam daar zij verwezen naar namen van het koninklijk huis. De Julianalaan heette Plantsoenlaan, de Bernardlaan heette Zuiderlaan, de Wilhelminasingel heette Singel en de Beatrixstraat was de Singelstraat. Na de 2de wereldoorlog werden de oude namen weer gehanteerd.

Vele Veendammers hebben hier het eerste levenslicht aanschouwd toen ze te wereld kwamen in de kraamkliniek van het St. Fransiscus. In 1910 waren er reeds plannen voor de oprichting van een katholiek ziekenhuis. Pas in 1930 werd overgegaan tot de oprichting en bouw een pensiontehuis met bijbehorende kraamkliniek. In 1931 werd het tehuis geopend en kan men het zien als het eerste bejaardenhuis van veendam. In 1985 werd de kraamkliniek gesloten en recentelijk werd de latere aanbouw en voormalige kraamkliniek gesloopt en vervangen door nieuwbouw. Het oorspronkelijke gebouw uit 1931 werd gerestaureerd.

Tusschendiepen

Door op zondag, 8 april, 2012 - 06:04

Rink Oosting is amateurhistoricus en verzamelt oude foto´s en verhalen die de geschiedenis van Veendam vertellen. Wekelijks op parkstadveendam een nieuw verhaal, zoveel mogelijk inhakend op de actualiteit, omlijst met foto's. Mocht u zelf in het bezit zijn van oude foto's, ansichtkaarten, dia's, oude nota's, verhalen enz. U kunt Rink Oosting bereiken op telefoonnummer 06-41586400 of per e-mail: rinkoosting@wanadoo.nl 


Tusschendiepen, deze naam is ontleend aan het feit dat de wijk zich bevindt tussen de beide Diepen. Het Westerdiep enerzijds en het Oosterdiep anderzijds. Om het ontstaan van dit gebied te omschrijven moet ik eerst iets vertellen over de geschiedenis van Veendam.

Zoals de meeste gemeenten in de Veenkoloniën ontstond de gemeente aan de aangelegde kanalen die nodig waren voor de ontwatering en de afvoer van de turf. Veendam heeft een zogenaamd dubbel kanalenstelsel. Het voordeel was dat men in de hoofdweg die lag aan de wegzijde geen bruggen hoefde te leggen voor de aangrenzende wijken. De bebouwing en de economische activiteiten vonden voornamelijk plaats langs de kanalen.

De twee kanalen werden slechts op vijf plaatsen met elkaar verbonden. Dit was het beneden en Boven Dwarsdiep, de Kerklaan, de Koningslaan en de Nieuwelaan. Tot 1900 was het gebied tussen deze dwarslanen onbebouwd en door dit gebied meanderde de oude AE die tussen de beide diepen liep.

Zoals ik vertelde concentreerde de bebouwing zich langs de kanalen en de zijlanen. Langs het Westerdiep vooral de agrarische sector langs het Bocht Oosterdiep de villa's. Rond negentienhonderd was Veendam eigenlijk vol gebouwd. Economisch gezien stond Veendam aan de vooravond van een opleving.

In 1901 werd er een nieuwe woningwet aangenomen die gemeenten verplichtten om met uitbreidingsplannnen iets aan de grote woningnood te doen die zich vooral in grotere plaatsen voordeed. De twee gebieden die zich hiervoor leenden was het gebied dat zou ontstaan tussen het nieuwe station en het Oosterdiep en als tweede het gebied tussen de Kerklaan en de Nieuwelaan.

Tot 1911 vond er in dit gebied nog niet veel activiteit plaats. Wel waren de HBS en het sportterrein aangelegd. Ook het feit dat het NOLS station was gebouwd had zijn invloed op de definitieve structuur van de wijk tussendiepen. De architect Verhagen uit Utrecht tekende de uiteindelijke plankaart.

Wanneer we het gebied overzien zie je dat het gebied is opgezet langs assen. Het middelpunt ligt op de plaats waar eens de fontein stond. De eerste as die we zien is geprojecteerd op het station enerzijds en anderzijds waar de latere MULO werd gebouwd. De tweede as loopt vanuit de Kerkstraat in de richting van de Jacob Bruggemalaan. Ter hoogte van de Ubbo Wilkensstraat werd een marktplein gecreëerd. Twee kortere assen liepen naar de Kerkstraat en naar het Beneden Westerdiep waar burgemeester Van Beresteijn zijn huis liet bouwen als blikvanger.

De oude AE werd gevangen in een singel. Langs de assen was plaats voor vrijstaande villa's. Aan de AE kade en langs het hertenkamp was plaats voor iets minder luxueuze woningen zoals dubbele herenhuizen. De rest zou opgevuld worden door woningen voor middenstanders en arbeiders. De ontwikkeling van het gebied is niet in één keer aangelegd. Globaal kunnen we het gebied in twee delen opdelen. Het gebied tussen de Wilkenstraat en het Westerdiep en het gedeelte tussen de Wilkensstraat en het Oosterdiep.

Als één van de eersten begon de woningbouwvereniging Veendam met de bouw van woningen bv. aan de Nieuwstraat. Aan de Boermastraat en de Petersenstraat werden middenstandswoningen gebouwd.

Woningbouwvereniging Patrimonium bouwde arbeiderswoningen aan de Marktstraat. De ontwikkeling van het totale gebied wordt pas in de jaren veertig afgerond. Lange tijd gebeurde er niets in het gebied.

Eind zestiger jaren werd besloten om de Veenlusttuin te kappen en tot de bouw over te gaan van een nieuw winkelcentrum. Daarbij werd het voormalige sportterrein jammer genoeg omgetoverd tot een parkeerplaats. Ook de fontein moest een ander plekje zoeken.

In de tachtiger jaren werd besloten om tot de sloop over te gaan van de arbeiderswoningen aan de Nieuwstraat, Leliestraat, het AGW-plein. Door de sloop van het Ten Horn complex werd de wijk verder uitgebreid met burgerwoningen. Ook aan de Marktstraat werden de woningen vervangen door nieuwbouw. Bij de herbouw is terdege rekening gehouden met het oorspronkelijk karakter van de wijk.

Brand 1906, het tweede deel

Door op zondag, 1 april, 2012 - 01:35

Rink Oosting is amateurhistoricus en verzamelt oude foto´s en verhalen die de geschiedenis van Veendam vertellen. Wekelijks op parkstadveendam een nieuw verhaal, zoveel mogelijk inhakend op de actualiteit, omlijst met foto's. Mocht u zelf in het bezit zijn van oude foto's, ansichtkaarten, dia's, oude nota's, verhalen enz. U kunt Rink Oosting bereiken op telefoonnummer 06-41586400 of per e-mail: rinkoosting@wanadoo.nl 


Op een gegeven moment staan niet minder dan 10 panden in de brand en dreigen vijf panden aangetast te worden door het vuur. Het moet een indrukwekkend gezicht geweest zijn de hoeveelheid en omvang van de branden.

Het vuur gaat grillig en onvoorspelbaar te werk. Niet alle huizen in de rij vallen ten prooi aan de vlammen. De woning naast de boerderij van Eerkes wordt wonderwel door het vuur gespaard terwijl de kruidenierswinkel van de gezusters Sinnighe wel tot de grond toe afbrandt.

De grote villa van Douwes wordt ook door het vuur verzwolgen terwijl de rentenierswoning van Sinnighe ernaast er redelijk goed vanaf komt. Het pand van Stelmaker Bakker ernaast brand volledig af. De tussenliggende panden brandden dan wel niet af maar hebben wel veel waterschade.

De brand woekert door op zoek naar een nieuwe prooi en de brandweer heeft de grootste moeite om de brandden te bestrijden. Telkens weer weet het vuur een pand te veroveren en te veranderen in een brandende toorts. Maar de brand blijft niet beperkt tot de panden aan de wegzijde.

Aan de overzijde van het Oosterdiep staat de Doopsgezinde kerk en aanpalende pastorie. De pastorie is net een jaar oud en verving de bekend witte pastorie die bekend geworden is als woonhuis van predikant Anthony Winkler prins.

Anthony Winkler prins nam zijn intrek in de pastorie in 1850. Hij kwam van het Friese Tjalleberd en kon niet bevroeden dat zijn verhuizing naar het Groningse Veendam zou zorgen dat zijn naam ook nu door velen wordt gekend. Hij was de grote initiator tot de oprichting van de Hoogere Burgerschool, een latijnsche school voor meisjes en een kweekschool voor onderwijzers en onderwijzeressen.

Winkler Prins was in 1878 medeoprichter van de vrijmetselaarsloge Het Noorderlicht te Veendam, waarvoor hij enkele gedichten en gezangen schreef. Op 31 oktober 1879 richtte hij met andere notabelen de Eerste Groninger Tramway Maatschappij op. Deze zou op den duur de langste paardentramlijn van Europa onderhouden. In de jaren tachtig probeerde Anthony Winkler Prins samen met plaatselijk notabelen de spoorlijn van de NOLS via Veendam te laten Lopen.

Deze spoorlijn zou in eerste instantie aan de westzijde van Veendam gerealiseerd worden maar het eerste initiatief werd wegens geldproblemen afgeblazen. Maar het bekendst werd Winkler Prins natuurlijk als schrijver van vele artikelen in kranten, het maken van gedichten en het vertalen van wetenschappelijke werken uit het duits en engels. Maar het bekendste werk is natuurlijk de naar hem vernoemde encyclopedie.

Winkler Prins accepteerde het verzoek van de Amsterdamsche uitgever Brinkman om hoofdredacteur te worden van een geïllustreerde encyclopedie. Dertien jaar heeft hij er aan gewerkt en in 1870 verscheen het eerste deel van de 'Geïllustreerde encyclopedie'. Twaalf jaar later, in 1882, verscheen het zestiende en laatste deel. In datzelfde jaar ging Winkler Prins, die inmiddels 65 was geworden, als dominee met emiraat en verhuisde naar Amsterdam om dichter bij zijn kinderen te wonen.

Winkler Prins bleef tot op hoge leeftijd uiterst energiek en vitaal. Hij was 78 jaar toen hij met een van zijn vier zoons over de Kagerplassen van Lisse naar Leiden schaatste en terug. Op zijn tachtigste preekte hij weer eens in Veendam en op Schiermonnikoog. Voor de Delftse Courant schreef hij nog 150 hoofdartikelen. In totaal zou hij in zijn leven 39.000 velletjes A4 formaat hebben volgeschreven.

Winkler Prins overleed in 1908 op 90-jarige leeftijd te Voorburg. Na zijn overlijden opende een dochter een briefje van hem. Daarin stond:

"Als ik mocht overlijden, dan mogen mijn vrouw en kinderen weten dat ik een lang en gelukkig leven heb gehad. Het bericht van mijn overlijden moet alleen geplaatst worden in de Nieuwe Veendammer Courant."

Op 9 september 2005 is het echtpaar Winkler Prins herbegraven op de begraafplaats in het Julianapark te Veendam. Ten tijde van de nieuwbouw van de pastorie in 1905 was Anthony Winkler Prins er al niet meer woonachtig.

De brand aan de overzijde vond een nieuwe prooi en brandstof in de kerktoren van de doopsgezinde gemeente. Binnen de kortste keer brandde de toren als een fakkel. Na enige tijd was de toren door de vlammen zover aangetast dat deze met donderend geraas ineenstortte. De restanten van de toren stortten door het dak in de kerk. Onder de toren bevond zich het kerkorgel van de Veendammer orgelbouwer Roelf Meijer. De restanten van de toren namen tijdens hun val het orgel uit 1870 mee dat onherstelbaar werd beschadigd. Naast de kerktoren brandden ook de woning van weduwe Enthoven en rijksambtenaar Kok af. Achter de kerk brand ook nog een boerenbehuizing met stallen af.

De voortdurende brand trekt van heinde en ver publiek en met veel moeite kan de mensenmenigte in goede banen geleid worden door gemeente politie die versterking heeft gekregen van het marechaussee korps uit Muntendam en Bareveld. De hele middag is er geen doorkomen aan en is het verkeer van de paardentram stil gelegd. Ook de stroomvoorziening van de EMV is onderbroken. De brand kan pas aan het eind van de middag bedwongen worden en tegen zeven uur 's avonds is de brand zo goed als gedoofd. Het tramverkeer komt weer op gang en ook de stroom wordt weer op het net gezet. Een geluk bij een ongeluk is het feit dat de brandweer heeft kunnen voorkomen dat belangrijke gebouwen zoals de synagoge, de nieuwe Doopsgezinde pastorie, de Rooms-katholieke kerk met aangrenzende pastorie en ambachtsschool gespaard blijven.

In de daarop volgende dagen wordt de schade opgenomen en die is voor die tijd genomen enorm. Hier volgt een opsomming;

  • H. Veenhuizen, boerderij f 5000,-; inboedel en boerenbeslag met ongedorst graan f 6000,-.
  • N.J. Polak, voor ongeveer f 150,- woning van Polak, waar Bos en Zuidema wonen voor f 900,
  • Eerkes boerderij, schuurtje en loods f 7550,-.
  • H. Douwes, inboedel, boerenbeslag en koren f 9200,-.
  • Mej. Sinnige, huis f 5000,-, inboedel, winkelgoederen enz. f 5513,-.
  • G. Bakker, nieuw gebouw f 1500,-, inboedel f 1500, hout en gereedschappen f 2500,-, wagenmakerij f 1000.-.
  • G. Bakker, oud huis f 2200,-, inboedel van D. de Vries f 685,-, inboedel van Ploeger f 600,-.
  • Huis van de weduwe Enthoven f 3000,-, inboedel idem f 1400,-, inboedel M. Kok f 2000,-.
  • Huis Doopsgezinde gemeente f 2000,-, inboedel J. Dik f 500,-, inboedel A. Boiten, samen met winkelgoed f 700,-.
  • Doopsgezinde Kerk, bewoond door Freek Koetse f 1000, - .
  • J.C. Drenth, huis f 2500,-, gereedschappen en machines f 250,-, koper en blik, enz. f 150,-, winkelgoederen f 2200,-.

Vrij snel wordt overgegaan tot herbouw en restauratie van de overgebleven panden. De boerderijen van Veenhuizen en Eerkes worden herbouwd. Hierbij wordt de boerderij herbouwd op de nieuwe rooilijn dus verder van de rijbaan af. Woningen en winkels herrijzen. De doopsgezinde kerk blijft echter verstoken van een nieuwe toren. Vanaf het moment herstel van het kerkgebouw wordt de plaats van de voormalige toren gesierd met een dakruiter.

In een gemeenteraadsvergadering gehouden enkele dagen na de ramp wordt de brand geëvalueerd en komt men tot de conclusie dat de brandbestrijding in de toekomst anders en meer gestructureerd georganiseerd moet worden om een herhaling van deze desastreuze brand te voorkomen in de toekomst.

Branden zijn van alle tijden maar een brand van de omvang van 1906 heeft Veendam nooit meer gekend en met het uitstekende korps van heden ten dage zal een zo omvangrijke brand nu ondenkbaar zijn

Branden in Veendam

Door op zondag, 25 maart, 2012 - 06:17

Rink Oosting is amateurhistoricus en verzamelt oude foto´s en verhalen die de geschiedenis van Veendam vertellen. Wekelijks op parkstadveendam een nieuw verhaal, zoveel mogelijk inhakend op de actualiteit, omlijst met foto's. Mocht u zelf in het bezit zijn van oude foto's, ansichtkaarten, dia's, oude nota's, verhalen enz. U kunt Rink Oosting bereiken op telefoonnummer 06-41586400 of per e-mail: rinkoosting@wanadoo.nl 



Krantenbericht uit het Rotterdamsch Nieuwsblad 22-08-1906

Donderdagavond 8 maart jl. hebben de brandweerlieden van Veendam, precies twee jaar na het overlijden van collega Wiebe de Vries, op de plek waar het drama zich afspeelde een gedenkteken geplaatst. Brandweerman Wiebe de Vries kwam tijdens het blussen van een brand in het voormalig pand van Scheer en Foppen onder een vallende muur en overleed ter plaatste.
Een kort bericht op Parkstadveendam.nl dat onze gedachten terug brengt naar de rampzalige reeks branden die het Veendammer centrum teisterden. Veendam haalde hiermee weer eens de landelijke media. Branden zorgen meestal voor spectaculair nieuws maar ook voor veel ellende bij de slachtoffers. Meestal blijft het bij materiele schade dat misschien door een verzekering gedekt is hoewel je je persoonlijke eigendommen en herinneringen er nooit mee terug krijgt. In het ergste geval valt er een mensen- of dierenleven te betreuren en dit is niet in geld uit te drukken. Het is niet de eerste keer dan Veendam zulke rampzalige branden meemaakt en het zal ook wel niet de laatste keer zijn ook al zit niemand er op te wachten. De reeks branden zoals die in het centrum blijven gegrift staan in het geheugen van een hele generatie.


Krantenbericht uit de Nieuwe Tilburgsche Courant 22-08-1906

Iedere generatie kent zo zijn nieuwsfeiten die hem altijd bijblijven. Zo zal onze oudste generatie misschien de verhalen van de rampzalige brand gehoord hebben van hun ouders die plaats vond op 20 augustus 1906. Het was een brand die qoa omvang zijn weerga niet kent in de Veendammer geschiedenis. De brand haalde alle landelijke media vooral vanwege de omvang van de branden die zowel aan het Boven Westerdiep als aan het Boven Oosterdiep woedden.


Herbouwde boerderij aan het Boven Westerdiep later Mulder

Het was een dag met fraai nazomerweer volgens de weerstatistieken, een dag met zon en wolken een hoge luchtvochtigheid van 81% en een temperatuur van bijna 19 graden en een straffe zuidwestenwind 6 bft. Het was deze zuidwestenwind die een beginnend brandje veroorzaakt door kinderen zou veranderen in een ramzalig inferno.
Het was een dag dat landarbeiders druk bezig waren met het binnenhalen van de oogst en bij de boerderijen lagen vol met het geoogste stro. Zo ook de boerderij van Veenhuizen aan het Boven Westerdiep. Het is rond twee uur in de middag als achter de boerderij kinderen, waaronder een 7 jarige zoon van de heer Veenhuizen, met lucifers spelen en een hoop stro in de brand steken zich niet beseffende welke verstrekkende gevolgen dit zou hebben. De wind speelt door het droge stro en voedt de vlammen met de nodige zuurstof om een klein vlammetje van een lucifer te uitgroeien tot een grote brand. Het duurt maar even of de bult geperst stro staat in lichterlaaie. De straffe wind krijgt vat op de brandende strodeeltjes en blaast ze naar grote hoogte om verderop weer neer te dalen. Zo belanden de vlammen op het dak van een nevenstaande schuur die weldra vlam vat. De zoon was inmiddels zijn vader gaan waarschuwen die met al zijn volk probeerden te redden wat er nog te redden viel doch de alles verwoestende vlammen hadden ook reeds bezit genomen van de boerderij.


Boerderij Veenhuizen aan het Boven Westerdiep ter hoogte van tweede brug

De mooie behuizing, voor 6 jaren geleden in 1900 gebouwd, geheel naar de eisen van die tijd ingericht, voorzien van elektrisch licht en drijfkracht, stond in lichte laaie. Volgens de berichten moet het een waar inferno geweest zij waarbij grote hoeveelheden vliegvuur hun weg zochten naar een nieuwe prooi. Die snel gevonden werd in de woningen aan de wegzijde van het Boven Westerdiep. ‘t Was één grote vuurzee.


Derde pand rechts is lompenpakhuis Polak er tegenover de boerderij van Veenhuizen

De woningen van H. Bos, E. Schut de weduwe Polak en het lompenpakhuis van de firma Polak vatten vlam. Inmiddels was ook de eerste brandspuit gearriveerd. Dat de georganiseerde brandbestrijding geleid vanuit de gemeente nog verre van optimaal was blijkt wel uit het feit dat de eerste brandspuit die bij de brand aankwam een particulier spuit was. Het betrof hier de brandspuit van de heer Olthof met de toepasselijke naam ‘De Blusscher'. Hij slaagt er in de woningen aan de wegzijde te behouden zij het dat er aan zienlijke schade aan de woningen is toegebracht door de vlammen. De brandspuit van de gemeente die in de Kleine Laan (Schoolsstraat) stond was nog in geen velden of wegen te bekennen. Ook de grote brandspuit die gestationeerd was bij het gemeentehuis aan de Kerklaan liet in eerste instantie verstek gaan. Inmiddels had het inferno ook de nodige ‘ramptoeristen' naar het Boven Westerdiep gelokt. Het was tenslotte mooi weer en het nieuws van de woedende brand ging als een lopend vuurtje door de straten. Ook bewoners van het Boven Oosterdiep hadden de weg naar de ramplek gevonden en keken toe hoe de boerderij van Veenhuizen volledig door het vuur werd verteerd. Maar plots sloeg de paniek toe toen er berichten kwamen dat het vuur ook aan het Boven Oosterdiep toesloeg en boerderijen en woningen in de brand had gezet. Waar het reeds aan het Boven Westerdiep een ‘grote' brand betreft ontwikkeld zich aan het Boven Oosterdiep een ware hel. Overal waar men keek stonden woningen en andere gebouwen min of meer in brand. Ook een aantal beeldbepalende panden zijn ten prooi gevallen aan de vlammen die grote getale vanaf het Boven Westerdiep naar het Boven Oosterdiep worden gedragen door de straffe zuidwesterwind.


Vierde pand links voormalige boerderij Eerkes voor de fatale brand

Als één van de eerste gebouwen brand de boerderij van Eerkes volgens velen een sieraad aan het Boven Oosterdiep tot de grond toe af. Ook hier zijn het de particuliere brandspuiten als eerste aanwezig in dit geval de brandspuit van het Verlaatjesgilde gevolgd door de spuiten van de Phoenix en de Vrijheid. Op het hoogtepunt waren er 16 spuiten actief waarvan 8 van de gemeente, 2 van Wildervank, de Phoenix, de vrijheid, DWM&CO, Olthof, Topper en het Verlaatjesgilde.
Het bleef niet bij de brand in de boerderij van Eerkes, het zou slechts een begin zijn van een ramp die zijn weerga niet kende in Veendam

Volgende week het tweede deel.