KETELMUZIEK - Twintig jaar lang heb ik als een kroegtijger langs diverse discotheken en kroegen gezworven en heb dan ook diverse muziek generaties mee gemaakt. Maar wat er in de huidige muziektempels - of moet ik zeggen lawaaitenten - gedraaid wordt is niet om aan te horen. Dat het zo erg gesteld is met het lawaai van nu en dat de jeugd bij het aanhoren van zoveel hinderlijk geraas compleet uit hun dak gaat is voor mij een raadsel.
Of niet natuurlijk met bijvoorbeeld zoveel x.t.c. pillen in je lijf. Vroeger - ja vroeger - ik mag het woord eigenlijk niet schrijven want toen was natuurlijk alles beter - hadden we in Veendam stoomketelfabriek Ten Horn. Ik heb er nog gewerkt en binnen deze fabriek was het een hels kabaal.
Iedereen werkte zich een slag in de rondte om een stoomketel op de markt te krijgen die aan alle eisen voldeed. Toch moest ik weer even weer terugdenken aan die legendarische fabriek bij het horen van de hedendaagse herrie in de diverse uitgaansgelegenheden. Nou de weergave van klanken in de discotheken is tegenwoordig geen haar beter. Ik noem het dan ook ‘ketelmuziek'.
Mijn kroegentocht begon in discotheek De Barrage (1971) in Veendam. Ik was 18 jaar en ik kan me het nog als de dag van gisteren herinneren. Het was mijn eerste stapavond (wat een verschil met nu, nu zijn er kinderen bij die de luier nog om hun kont hebben en die vrolijk zitten te roken en achter een grote pot bier, gemengd met x.t.c. pillen) en om 12 uur s'nachts was ik
alweer thuis.
Omdat ik de pijpen al vol had van zoveel seven-up met jenever werd ik door vrienden thuisgebracht en we zijn twee keer om de rotonde in Veendam gekomen, voordat ik op de plek van bestemming was. De laatste discotheek was Club Privé in de stad Groningen waar ik afscheid nam van het uitgaansleven als vrijgezel. En in deze discotheek heb ik trouwens de vrouw van mijn dromen leerde kennen.
Inmiddels was ik al 38 jaar en de tijd was gekomen dat ik in ‘rustig vaarwater' moest komen. Voordat ze mij gingen betitelen als opa. Vooral in de jaren zestig, zeventig en tachtig werd er goede en vooral mooie muziek gedraaid in diverse discotheken en de gezelligheid was troef.
Voor mij begon het allemaal in de discotheken de Barrage (Veendam) en de Kibbelkoele in Wildervank.
Vooral in de Kibbelkoele waren het prachtige tijden. Het was op vrijdag-, zaterdag- en zondagavond mutjevol. Disjockey Jacob Veldhuis draaide er lustig op los, tot hij er bij neer viel en ober Pieter Keizer sjokte van hot naar her om het inwendige van de bezoekers nat te houden. En natuurlijk met kapitein Harrie Bloem aan het hoofd, samen met zijn Rika, die een zeer goede gastheer en gastvrouw waren.
Daarna veroverden we met een paar vrienden Winschoten, waar het goed toeven was. Op donderdagavond werd Bar The Londener in Winschoten bezocht en in de weekends waren de discotheken Royal York en later Night Fever het feesttoneel. Tussen de bedrijven door gingen we ook nog naar onze Oosterburen. En in Duitsland hebben we een hele mooie tijd gehad bij ‘Onkel Heinrich' in Logabirum.
Maar de laatste jaren van mijn stapavonturen ging het zienderogen minder. Misschien omdat ik ouder werd en de meeste vrienden al getrouwd waren. Maar ook omdat de feestvierders van de laatste jaren meer tegenover elkaar stonden in een gevechtshouding. Men kon minder van elkaar verdragen en bij het minste geringste was er ruzie in de keet.
Ook het muziek gehalte zette zich in een dalende tendens voort. Veel ‘ketelmuziek' voerde de boventoon en de danslustigen bewogen zich als ‘gekken' over de dansvloer. Gelukkig heb ik de mooiste jaren mee gemaakt en als ik nu om me heen kijk dan voeren drank, drugs en vechtpartijen de boventoon. Triest om dat te constateren.
Totdat ik enige weken later weer terecht kwam in de discotheek, waar ik in mijn jeugdjaren zo aan verknocht was. V.V. Wildervank hield een feest voor al haar leden in discotheek Dance World (voorheen Barcarolle in de Kibbelkoele, maar beide discotheken zijn er niet meer) in Wildervank. Ingrid en ik hadden zich al weken voorbereid op dit spektakel. Helemaal in het pak en
opgedoft gingen we naar Dance World.
Even naar onze jeugdjaren terug en nog een keer de beentjes van de vloer. Om 21.00 uur gingen de deuren open en we waren precies op dat tijdstip present. Net als vroeger dus, want toen ging je ook op tijd naar de kroeg. Bij binnenkomst nam ik gelijk een warming-up in de vorm van een paar berenburgers. Om in de stemming te komen. Maar een echte wedstrijd werd het helaas niet.
We besloten om half elf het uitgaanscentrum de rug toe te keren, maar daar kregen we naderhand spijt van. Want na twaalven kwam het feest pas echt op gang (want dat hadden we even vergeten) en dat ging door tot in de kleine uurtjes. Later vernamen we dat er plus minus 300 danslustigen aanwezig waren in de Wildervanker feesttent. Wat dus zeker voor herhaling vatbaar is, alleen wij hebben er niks van mee gekregen.
We waren deze avond echter nog met onze gedachten in de jaren zeventig. En daarom hebben we deze geweldige kans voorbij laten gaan, om in deze discotheek, waar het voor mij allemaal begon, weer even ouderwets uit onze dak te gaan. Omdat we toch uitgedost waren in feestkleren gingen we naar Club Privé in Groningen. Waar we 19 jaar geleden elkaar voor het eerst tegen
het lijf liepen.
Het werd het een flop van jewelste. De muziek was niet om aan te horen. Veel kinderlijke muziek en de twee meiden achter de bar dansten uit volle moed om de stemming er een beetje in te houden. Achter de bar waren het allemaal dooie muizen en op de dansvloer ging men weer als ‘gekken' in de weer. Ja echt, het was allemaal niet om aan te zien.
Maar de grootste sof kregen wij nog op het eind van de avond, toen wij na vier consumpties moesten afrekenen. De bardame achter de bar vertelde mij dat we 47 gulden (toen moesten we nog met guldens afrekenen) moesten betalen. Dit was helemaal het toppunt van afzetterij en we kozen dan ook direct het hazenpad. Om er toch nog een leuke avond van te maken zijn we
naar de drie gezusters gegaan.
We zijn het hele gebouw door gelopen om een geschikte plaats te krijgen. We zijn door gangen gelopen, die op grotten leken en op het eind van de avond hebben we ons dan ook nog een beetje vermaakt. Als drugs, sex en drank de tendens is voor de huidige discogangers, dan vrees ik het ergste voor de toekomst. Veel ‘ketelmuziek' en springen totdat je er bij neer valt. Ja
mensen, ik hoor jullie al denken: ‘Opa wordt ouder.'
Job Eiffel