Door op vrijdag, 29 april, 2005 - 14:18
DenHaag/Veendam - Leden van de Raad van Toezicht en de directie van de Rijksdienst voor het Wegverkeer zijn door de minister op hun vingers getikt. Ze blijken in juni vorig jaar, en eerder in oktober 1999, op kosten van de RDW samen met hun partners lange weekeinden te hebben doorgebracht in Griekenland en Hongarije. Het gaat om een bedrag van ruim 34.000 euro.
De PvdA-kamerleden Staf Depla en Co Verdaas werden twee maanden geleden anoniem door een klokkenluider over het reisgedrag van de top van de RDW getipt. Zij hebben daarna minister Karla Peijs van verkeer en waterstaat schriftelijke kamervragen gesteld. De minister komt na onderzoek tot de conclusie dat de RDW-bestuurders buiten hun boekje zijn gegaan.
De reis naar Griekenland was volgens de RDW bedoeld om in een andere omgeving een strategische koers voor dienst de RDW na de eerste drie jaren van verzelfstandiging te overdenken. De reis in 1999 naar Boedapest was door de top georganiseerd vanwege het vertrek na acht jaar van drie leden van de Raad van Toezicht.
Hoogst ongelukkig
De minister zegt hoogst ongelukkig te zijn met de handelwijze van de RDW-top. De nieuwe directie en Raad van Toezicht die sinds juli vorig jaar in functie zijn, hebben volgens haar inmiddels procedures vastgesteld waardoor dit soort reizen in de toekomst niet meer mogelijk is.
Kamerlid Depla vindt dat de bestuurders de reiskosten van 2300 euro per deelnemer ook nog moeten terugbetalen.
"Het is onbegrijpelijk dat je op zo'n positie je partners meeneemt op kosten van het bedrijf. Integriteit is een belangrijk iets. Als je op kosten van de gemeenschap zo iets doet, moet je niet raar opkijken dat er kritiek komt van medewerkers. Waarom moeten die op de kleintjes letten als de directie het er van neemt in het buitenland."