In het Veenkoloniale gebied groeien 6.800 kinderen op in een gezin dat langdurig arm is. Veelal van generatie op generatie. Voor kinderen betekent dat niet meekunnen naar het voetbalkamp, geen cadeautje kunnen kopen voor het verjaardagsfeestje van je klasgenoot, je minder goed kunnen concentreren op school.
Hoe komen deze gezinnen uit de vicieuze cirkel van overerfbare armoede? Het netwerk ‘De Alliantie van Kracht tegen Armoede’ gaat samen met bewoners van de regio deze uitdaging aan. Met het congres ‘Overerfbare Armoede: Hoe pakken we het aan?’ gaf De Alliantie van Kracht het startsein voor de bundeling van hun krachten. De belangstelling was enorm. Zo’n 300 professionals bogen zich over het thema en deelden kennis en kunde.
Johan Brongers, bestuurder van de Tintengroep is initiator en aanjager van De Alliantie van Kracht tegen Armoede: “Ik ben in de jaren ’80 in Zwartemeer begonnen als opbouwwerker en als ik kijk naar 30 jaar ervaring, dan zie ik geen substantiële verandering in de aanpak van armoede in de Veenkoloniën. Het is een hardnekkig probleem. Ik zie maatschappelijk werkers die hun stinkende best doen, maar er zijn veel losstaande initiatieven. Deze aanpak is tot nu toe niet succesvol. Daarom hebben we De Alliantie van Kracht tegen Armoede opgericht.
De Alliantie van kracht tegen armoede
Het netwerk bestaat uit organisaties in de sectoren Wonen, Welzijn en Zorg, gemeenten, provincies en kennisinstellingen. Het thema overerfbare armoede speelt in al deze organisaties. Gezamenlijk willen zij een beweging op gang brengen om armoede in de Veenkoloniën op zowel de korte als de lange termijn structureel en fundamenteel te bestrijden. Het doel is gezinnen in armoede adequaat ondersteunen en met hen kansen ontwikkelen. We richten ons op de houding, vaardigheden en feitelijk gedrag van mensen, maar proberen dus ook nadrukkelijk het structurele perspectief van armoede te beïnvloeden. Samen gaan wij op zoek naar wat werkt. De kern van de Alliantie van Kracht is kennis delen en doen. Direct op basis van resultaten uit onderzoek gerichte acties ondernemen.
Onderzoek, leerkringen en nieuwe aanpakken
Om meer zicht te krijgen op onderliggende mechanismen bij intergenerationele armoede gaat de RUG onder leiding van professor Strijker verdiepend onderzoek doen. Dit meerjarige onderzoek wordt gefinancierd door de provincies Drenthe en Groningen. Het Sociaal Planbureau Groningen en Trendbureau Drenthe gaan trends en ontwikkelingen rondom armoede monitoren. Het onderzoek moet gemeenten en organisaties helpen om hun aanpak tegen armoede in de regio effectiever te maken. Daarnaast zetten de netwerkpartners in op het beter benutten en versterken van de kracht en het talent van medewerkers van die organisaties, die dagelijks betrokken zijn bij de intergenerationele armoede van hun cliënten in de Veenkoloniën. Via leerkringen worden ervaringen en kennis gedeeld die helpen om bewoners van het gebied op maat met de juiste interventies te ondersteunen. De leerkringen worden ontwikkeld en opgezet door Movisie, Tinten Training & Advies en CMO STAMM. Een belangrijke vraag in het onderzoek is: Wat is de rol van oom/tante, opa/oma en buren etc. op kinderen? We kijken nu misschien teveel alleen naar het gezin. Kinderen uit arme gezinnen moeten mee kunnen doen met activiteiten. Mee op kamp. Hiermee vergroot je hun wereld en kennis.
Doen
De Alliantie van Kracht belooft niet dat ze dit hardnekkige vraagstuk helemaal kan oplossen. Wat we wel beloven is dat we het anders gaan aanpakken. Met een vernieuwende aanpak. We willen kansen creëren bij kinderen. Hen laten zien dat zij hun inkomen zelf kunnen vergaren. En geen voorbeeld nemen aan ouders en/of grootouders die inkomen krijgen vanuit een uitkering. We zetten ons met vereende krachten in en richten ons op de kinderen. Daar willen we veranderingen en perspectief brengen. Het duurt een langere tijd voordat er verandering zichtbaar zal zijn. Stap voor stap. Elke moeder of vader die aan het werk komt, is winst!
Henk Jumelet, gedeputeerde Provincie Groningen: “Geen papieren rapporten maar doen. Die houding zie ik ook bij dit onderzoek en bij de Alliantie van kracht.”