Overslaan en naar de inhoud gaan

Eekhof 93 jaar drogist oude stijl in Veendam
deel 4: Engelse radio in “eteloazie” en “pude mit suker”

Door Henk Drenth op zondag, 10 juli, 2016 - 08:00

Naamloos3.JPG

TIJDLIJN - Johan Eekhof was nog maar 13 jaar toen de Tweede Oorlog voorbij was. Daarom weet hij eigenlijk maar heel weinig van hoe het in de oorlogsperiode precies met de winkel ging. Wel kan hij zich nog herinneren dat zijn ouders Hendrik Jans en Johanna een onderduiker in huis hadden. Maar Johan was verteld dat een oom een tijdje was komen logeren. De ‘oom’ zei  vaak, “ach, Deutschland ist so wunderbar”.

Vader Hendrik Jans zat zeer regelmatig in de kelder met een koptelefoon clandestien naar de Engelse zender te luisteren. De radio stond op een plek waar niemand het zou vermoedden, in de etalage. De radio was verstopt onder Pleegzuster Bloedwijn. De pop hield een plateautje vast waar een fles Pleegzuster Bloedwijn op stond, en daaronder was een holle ruimte waarin de radio was verstopt.

Naamloos 1.JPG
Oprichters drogisterij Hendrik Jans en Johanna Eekhof

Indrukwekkend
Johan was niet verteld dat het een onderduiker was die ze in huis hadden. Het gezin moest heel voorzichtig zijn. Er kwamen ook Duitse officieren in de winkel om iets te halen. Op een keer had Johan voor de winkel geroepen, “hai luusterd noar de Engelse zender”. Hij had een keer ruzie met zijn vader omdat hij iets niet mocht.

“As kwoajongens bin’n je aigenlieks lummels”, zo kijkt Johan terug. Hij had het maar één keer gezegd, maar kreeg van vader zoveel klappen dat hij het woord Engels niet meer durfde zeggen. Later heeft zijn vader tegen hem gezegd, “holdst doe nait meer van dien pa?” Als de Duitsers het weten van de radio wordt je vader tegen de muur gezet en doodgeschoten. Dat heeft heel veel indruk op hem gemaakt.

Hendrik Jans en Johanna Eekhof-Wieringa.JPG

Oorlogstijd en schaarste
In de laatste oorlogsjaren was er ook in de drogisterij overal schaarste aan. Er was nog wel wat handel. Van de groothandel werden nog wat geneesmiddelen, en in beperkte mate goederen verkregen. Zeep was ook haast niet meer te krijgen. Vader Eekhof maakte zelf “gruine zaibe”. Er kwam koolzaadolie in, dat vader en oom Wilto zelf met een machine konden malen. Wat er verder nog in kwam weet Johan niet, het was het geheim van de smid. Zijn dochter José heeft twee potjes bewaard, waar ze heel zuinig op is.

Johan zijn vader ging ook in Meeden bij de boeren langs om nog wat handel te kunnen drijven. Hij kwam met eten weer terug. Stiefsel (behangplaksel) was er altijd nog wel in de winkel en wat behang. Maar verder op het laatst praktisch niets meer. Drop en chocolade leken niet meer te bestaan. 

Hoe zijn ouders het hebben gered met de zaak staat Johan niet helder meer voor de geest. Hij weet wel dat zijn ouders met een vrachtwagen van Hendrik Visser met levensmiddelen naar familie in het westen gingen. Daar was de situatie zeer slecht. Onderweg werden ze beschoten door een Engels vliegtuig. Een schilder van vader, Tammo Bielholt, is daarbij omgekomen.

Veendam, Veenkade.JPG
Boerderij van Munneke op de hoek met de Veenkade. Munneke was getrouwd met een tante van Johan Eekhof.

Stokerij
Siem was nog maar vier jaar in het laatste oorlogsjaar. Regelmatig voer een binnenvaartschip met Duitsers turf door het Oosterdiep. Het lag afgemeerd voor de winkel van meubelmakerij Kool. Siem stond daar met een tasje zielig te kijken. Een Duitser vroeg haar, “was musst Du denn du kleine”. Ze vertelde dat ze van vader en moeder wat turf moest halen. De Duitser vroeg of ze het koud hadden. Hij vulde het tasje met turf. “Du gehst nach Hause ja, wieder zu deiner Pappie und Mammie zürich”. Siem ging met een vriendinnetje regelmatig turf halen bij deze Duitse schipper, waarbij moeder altijd op een afstand bleef toekijken. Haar ouders waren weer blij met de “stokerij”.

De winkel van meubelmakerij Kool was vlakbij de Veenkade waar een wijk langs liep. Nu is daar de Havenstraat. Waar nu de NOVO is stond toen de boerderij van Munneke. Dat is nog prachtig te zien op een van de ansichtkaarten die drogisterij Eekhof liet maken.

IMG_7283_ZW.jpg

Nait kwelich
Vroeger reed in Veendam de paardentram. Een stukje rails in het traject liep naar de Nieuwe Laan, de tegenwoordige Jacob Bruggemalaan. De Nieuwe Laan werd na de oorlog vernoemd naar de verzetstrijder Jacob Bruggema. Hij was de leider van een verzetsgroep en woonde in de Nieuwe Laan. In 1944 werd hij door de SD opgepakt en in Westerbork omgebracht.

De paardentram liep langs de werkplaats van oom Wilto. Op zeker moment stapte een Duitse officier de werkplaats binnen. Hij sommeerde vader Hendrik Jans en oom Wilto om de Duitse auto’s over te spuiten. Oom Wilto kon “goud Duuts”. Hij zij,”neem mie nait kwelich, dat kinnen wie nait”. Het antwoord was in het Duits dat ze dat wel kunnen. Deden ze dat niet werd het bedrijf gevorderd. Johan denkt dat ze er iets beter van werden. Wat extra eten, ’n beetje van dit en een beetje van dat. Vader gaf extra verf op dat hij dan in de winkel verkocht. Het waren verschillende tinten groen voor het camoufleren van de auto’s. Vader goot de verf over in halve liter bussen voor de verkoop. De kleuren waren daarbij niet belangrijk meer, het was goede verf van Bayer. Het was er wel niet voor bedoeld, maar het beschermde ook houtwerk van woningen. Verf werd ook zelf gemaakt, voor zover ze nog aan de grondstoffen konden komen.

Voorzichtigheid troef
Johan weet ook nog goed dat er thuis opeens op de deur werd gebonsd. “Aufmachen!” Vader deed dat maar. Moeder las net een blaadje van het verzet dat ze gauw in de mond stopte. En ging erop kauwen. De woonruimte was boven de winkel. Ze deed gauw het balkonraam open om het kauwsel in het zand van een bloemenbak te stoppen. Ze had doodsangsten uitgestaan. Tegen het eind van de oorlog vroeg een Oostenrijker, die wel eens vaker in de winkel kwam, of hij onder mocht duiken. Vader reageerde daar niet op, bang als hij was voor een valstrik. “Je mozzen ja overaal op verdocht wezen. In joen goudighaid kon je joe zulf de daze omdoun”.

In Veendam was een kampement van de Duitsers. Op een dag werd het kampement door een Engels vliegtuig beschoten. Maar de Duitsers schoten weer terug en raakten het toestel. Het zou het toestel met piloot Joe Berry geweest kunnen zijn dat bij Kibbelgaarn neer was gestort.

Bevrijdigsoptocht Veendam Jonker vrachtwagen (2).JPG
Bevrijdingsoptocht Veendam

Zuiteghaid
Tegen het einde van de oorlog kwamen de Polen Veendam bevrijden. Johan en zijn broer lagen plat op het dak, en konden zien hoe al die Duitsers langs het spoor liepen in de richting van Duitsland. Er waren steeds explosies waar mensen tussendoor gingen naar het Duitse kamp. Ineens hadden de beide broers vader “op fietse” zien aankomen. Hij had een lekkernij bij zich waarvan ze niet meer wisten hoe dat smaakte. “Hai had n pude mit suker bie zoch”. ’s Avonds zat de familie bij elkaar aan de tafel, samen met een tante. Met de vinger steeds van de suiker proeven. “Zokse dingen dij vergeet je nooit weer”.

Met de eerste “pude dropjes” na de oorlog waren ze zo zuinig dat ze er een hele dag mee deden. Het was haast zonde om het op te eten. Pindakaas was nog weinig verkrijgbaar. In de trein naar Deventer snoepte Johan uit een pot pindakaas. Stap voor stap werd het beter en verdwenen er steeds meer producten van de distributiekaarten. Koffie was het laatste product dat pas in 1952 weer vrij verkrijgbaar werd.

Bevrijdingsoptocht Veendam kinderen op wagen.JPG

Vitamines voor scholen
In de drogisterij werden veel vitamines verkocht van Dagra en Vitamon. Het zijn merken die nog steeds verkocht worden. Op alle scholen in Veendam werd vitamine C in de klaslokalen uitgereikt. Drogist Eekhof had de opdracht gekregen de vitamines C  te leveren voor het uit delen in alle scholen. Het was een enorm karwei. Ze werden in zakjes van 100 verdeeld, en door Johan zijn vader per drie keer naar de scholen gebracht.

Pleegzuster Bloedwijn wordt ook nog steeds verkocht. De verpleegster is een beetje moderner geworden. Zij heeft ook wel iets weg van een “nonnechie”. “De wien komt ja ook uut Maastricht”.

Kampeerhobby
Johan en Siem gingen op de zondagmorgen naar de kerk. “Swinters, zummers noit”. Want dat zaten ze op de camping Dianaheide bij Amen. “In God zien natuur”. De kleinkinderen gingen mee. Ze vonden het prachtig om op zaterdagsmiddag na sluiting om vijf uur weer naar de camping te gaan. Een heerlijke plek waar je lekker kon ontspannen. Johan had er een schuurtje bijgebouwd die later dienst ging doen als slaapruimte. Er kwamen steeds meer campinggasten logeren, Johan had er stapelbedden in gemaakt. Het was zelfs zo dat de kinderen in de caravan sliepen, en Johan en Siem in het schuurtje. Maar ruilen wilden ze niet meer, het was er heerlijk slapen. Opa en oma op de onderste, en de kleinkinderen op de twee bovenste stapelbedden.

Hertekampstraat met ULO school.JPG
Hertekampstraat met ULO school

Feestje en leren
Onder de winkel ligt een kelder waar vroeger kolen in werden gestort. In de jaren 70 had Johan samen met zijn zwager de kelder vergroot en ook flink dieper gemaakt. En daar een mooie bar in gebouwd. Hun dochters  Agnes en José zaten op de ULO, en als ze dan een paar uurtjes vrij waren zwierven ze wat door de Kerkstraat, “gekke din’g doun”. Dat kon zo mooi worden tegengegaan. Het is ook een groot succes geworden. Met zo’n zes of zeven “wichter” gingen ze aan de bar zitten. Met cola en het draaien van muziek. Die hadden Johan en Siem mooi onderdak, veel beter dan over straat zwerven. Hun hele schooltijd is gebruik gemaakt van de bar. Toen dochter Agnes op de detailschool zat  heeft het zelfs als leerruimte dienst gedaan. Met een stel klasgenoten lekker rustig zitten leren. Maar het was ook meteen een mooie entourage voor feestjes zoals een verjaardag, of met de jaarwisseling.

Veelbewogen periode
Johan en Siem staan samen al 59 jaar in de drogisterij aan het Beneden Oosterdiep. In 1923 waren Johan zijn ouders Hendrik Jans Eekhof en Johanna Eekhof-Wieringa in de Nieuwe Laan een klein winkeltje gestart. Het werd de voorloper van de huidige drogisterij dat ze in 1925 nieuw hadden laten bouwen. In 1958, 33 jaar later, hadden Johan en Siem Eekhof de drogisterij overgenomen.

IMG_7236_0.jpg

Mooi stel
Al die jaren heeft de drogisterij zijn authentieke karakter behouden waarin de klant zich jaren terug kan wanen. Het karakteristieke winkelpand valt daarbij ook op. Johan en Siem mogen zich de oudste drogisten van Veendam noemen. Beroemd en vaak spraakmakend zijn de eigengemaakte reclameborden van een van de bekendste middenstanders van Veendam. Met niet te missen reclameboodschappen op rijm. Het zijn eigenzinnige teksten met een humoristische kwinkslag.  

Het pand staat al een hele tijd te koop. Johan en Siem vinden het na zoveel jaren zo langzamerhand wel welletjes geworden om te gaan stoppen. Wij hebben met plezier een terugblik gegeven op die veelbewogen jaren van de drogisterij en van hun prachtige verhalen.

Eerdere delen uit deze reeks: