Overslaan en naar de inhoud gaan

Bestuursleden plaatselijke uitvaartverenigingen onder druk
door nieuwe wetgeving

Door Henk Drenth op dinsdag, 19 januari, 2016 - 12:00

IMG_3300.jpg

BESTAANSRECHT - Uitvaartverenigingen met meer dan 3000 betalende leden vallen al jaren onder toezicht van zowel De Nederlandse Bank (DNB) als de Autoriteit Financiƫle Markten (AFM). Aan deze uitvaartverenigingen worden zwaardere eisen gesteld.

Kleine plaatselijke lokale uitvaartverenigingen die te maken hebben met vergrijzing komen onder druk te staan. Het ledenaantal loopt hierdoor drastisch terug en er komen maar amper nieuwe leden bij. Door onvoldoende bestaanskracht als gevolg gaan kleinere lokale Uitvaartverenigingen steeds meer samenwerkingsverbanden en fusies met elkaar aan.

Onmogelijkheid
Door deze samenvoegingen worden plaatselijke lokale verenigingen steeds groter (tot 19.000 leden), en gaan langzamerhand meer en meer op een grote verzekeringsbedrijf te lijken. Wat echter niet de bedoeling kan zijn. Een plaatselijke uitvaartvereniging moet een regionaal karakter behouden. Als gevolg van deze ontwikkelingen worden er door de Nederlandse Bank hogere eisen gesteld. Omdat per 1 januari 2016 een wijziging in de wetgeving is doorgevoerd, en deze verenigingen onder Solvency II basic zijn gaan vallen. De kern van Solvency II basic richtlijn is risico gebaseerd, waarbij de aard van de omvang van de risico's de hoogte van de toezichteisen bepalen. Dit heeft te maken met het eigen vermogen en de technische voorziening van de uitvaartverenigingen. De toezichteisen zijn zodanig aangescherpt, dat het voor een bestuurder, die jarenlang in een bestuur van een lokale uitvaartvereniging heeft gezeten, het onmogelijk wordt gemaakt om nog langer zitting te kunnen en te willen nemen in een plaatselijke uitvaartvereniging.

Te zware maatregel
De bestuurders worden door de Nederlandse Bank verplicht gesteld een dag naar Amsterdam te komen voor deelname aan een toetsing voor bekwaamheid. Mocht na deze toetsing blijken dat de bekwaamheid op een te laag niveau is, moet de bestuurder afstand doen van zijn of haar bestuursfunctie en ter beschikking stellen. De eisen zijn zodanig hoog gelegd dat een bestuurder van een plaatselijke uitvaartvereniging academisch geschoold moet zijn om de toetsing met goed gevolg te kunnen doorstaan. Bestaande bestuursleden komen hierdoor onder druk te staan en noodgedwongen verplicht afstand te moeten nemen van hun bestuursfunctie. Bestuursleden die ruim 35 jaar (onbetaald) zitting hebben gehad in een plaatselijke uitvaartvereniging moeten ten overstaan van een commissaris (Raad van Toezicht) plaats maken voor betaalde bestuursleden.

Voor de heer H. Robben uit Wildervank is dit een te zware maatregel. Vijfendertig jaar geleden was hij toegetreden als bestuurder van de plaatselijke "Uitvaartvereniging Wildervank". En was hij jarenlang voorzitter van de voornoemde uitvaartvereniging.

Plaats maken
Na een fusie met de Uitvaartvereniging Veendam was hij tot voor kort 2e voorzitter van de "UVW" (Onderlinge Uitvaartvereniging Veendam-Winschoten en Omstreken). De heer Robben vindt dat de Nederlands Bank een wetsvoorstel bij de Tweede Kamer moet indienen om de eisen die gesteld worden aan de lokale uitvaartverenigingen te verzachten. Want door deze verzwaarde maatregel komen de plaatselijke bestuursleden zodanig onder druk te staan dat zij afscheid moeten nemen van de uitvaartorganisatie.

Betekenis
Voor Robben is dit onverteerbaar geworden omdat het uitvaartwezen grote betekenis in zijn leven heeft gehad. Robben is in de uitvaartbranche in de regio geen onbekende en heeft vergaande plannen. Naast zijn bestaande werkzaamheden volgt hij momenteel een opleiding tot uitvaartverzorger. Hij gaat onderzoeken of er in Noord Oost Groningen voor hem als zelfstandig ondernemer ZZP (uitvaartleider) genoeg draagvlak bestaat om in het uitvaartwezen verder te gaan.

Ongelijk speelveld
Momenteel telt ons land bijna een miljoen ZZP'ers. Deze grote groep valt niet onder een cao. Bovendien kunnen ze tegen lagere tarieven hun diensten aanbieden. Voor ZZP'ers is dit een uitdaging, zeker in economisch slechtere tijden. Daarbij hoeven werkgevers geen premies voor sociale verzekeringen en pensioenen af te dragen, waardoor er een ongelijk speelveld is ontstaan. Onlangs heeft de heer H. Robben na 35 jaar als bestuurder met pijn in zijn hart afscheid van de UVW (Onderlinge Uitvaartvereniging Veendam-Winschoten en Omstreken) genomen.

H. Robben, Wildervank