WAARDERING - Vrijdagmiddag heeft het Veteranen Inloophuis De Molenhoeve hoog bezoek gehad. De Inspecteur der Veteranen A. G. (Ton) van Ede kwam met drie officieren uit zijn staf poolshoogte nemen over de werkwijze van het veteranenhuis. Om zich te laten informeren over wat het bestuur voor de veteranen doet, en om te inventariseren wat het veteranenhuis nodig heeft om voort te kunnen bestaan.
Van Ede is in zijn functie als Inspecteur het oog en oor van de minister, en kan als zodanig een adviserende rol spelen in beleidsaanpassingen en aandachtsgebieden. Deze functie vervuld Van Ede naast zijn reguliere werkzaamheden als Inspecteur-Generaal der Krijgsmacht en als Luitenant Generaal der Mariniers. De veteranenhuizen in Nederland worden over het jaar verspreid bezocht.
De initiatiefnemer en oprichter van het veteranenhuis Bert Nanninga heeft zijn functie binnen het bestuur overgedragen aan Edwin Stockmann, teneinde zich als eigenaar en beheerder verder te kunnen concentreren op de bouw en verbouwwerkzaamheden in en om het huis. En is na een periode van rust en reorganisatie het veteranenhuis weer open.
De inspecteur sprak zijn grote waardering en respect uit voor wat Nanninga heeft gedaan.
Erkenning en waardering
De heer Koch is als officier in de staf van de inspecteur belast met alles wat veteranen aangaat. Hij verteld: "vroeger werd een veteraan voornamelijk gezien als een oude grijze man. Wanneer tegenwoordig een jonge man uitgezonden wordt, zoals naar Mali, en mee op missie mag vanuit een stukje roeping, is deze bij terugkomst eigenlijk ook een veteraan. Er komen steeds meer jonge veteranen bij en daardoor is het beeld dat in de maatschappij leeft aan het veranderen. In Nederland zijn er 110.000 veteranen, met inbegrip van 25.000 veteranen nog in actieve dienst. De Inspecteur en zijn staf probeert de veteraan weer een goede plek in de maatschappij te laten krijgen. Het maatschappelijk besef is belangrijk in de zin van erkenning en waardering".
"Eigenlijk zijn wij een beroepsgroep waarin wij na het dienstverband geacht worden om door te gaan. Het houd niet op zoals in andere beroepsgroepen. Het parlement heeft deze verantwoordelijkheid genomen middels accordatie van de aankomende Veteranenwet, welk nog in ontwikkeling is".
De nieuwe voorzitter Edwin Stockmann van De Molenhoeve verteld: "er werd goed en met volle belangstelling met de veteranen gesproken. Het bestuur hoopt dat de inspecteur aan de regering duidelijk kan maken wat er nodig is aan geld, of in ieder geval aan materiële ondersteuning. Uit voorgaande berichten is wel bekend dat ze geen zakken met geld komen brengen. Dat wordt betreurt, maar de veteranen begrijpen dat er overal bezuinigd moet worden. Het zou wel mooi zijn als er in materiële zin een stuk ondersteuning kan komen".
Reorganisatie en verbouwing
Men zit midden in de verbouwing en er moet nog veel gebeuren. Er wordt gehoopt dat er landelijk gezien een sponsor kan worden gevonden, en dat Oost Groningen daarbij niet vergeten wordt. Bij de gemeenten probeert het bestuur subsidies aan te vragen in de hoop dat die positief worden beantwoord. En dit jaar wordt er een plan opgesteld om ook vanuit het bedrijfsleven wat ondersteuning te kunnen krijgen. Ze weten dat het allemaal moeizamer wordt, maar alle kleine beetjes helpen. Er wordt gehoopt dat er van de gemeente ook dit jaar ondersteuning mag komen.
Inspecteur Ton van Ede, Edwin Stockmann, Bert Nanninga
Omdat het Veteranenhuis een half jaar gesloten is geweest, en er geen activiteiten meer waren, moet de aanvraag nog de deur uit. Tijdens de periode van sluiting was wel de zorgverlening, die de ruimte in het Veteranenhuis benut, aanwezig. Zodat de mensen de gesprekken konden blijven aangaan.
Vanaf 1 januari is het nieuwe bestuur geïnstalleerd. De oprichter van het Veteranenhuis Bert Nanninga is uit het bestuur teruggetreden. Edwin Stockmann heeft als voorzitter zijn bestuurstaken overgenomen. In het bestuur is tevens een buurtbewoner toegetreden. Zij is als contactpersoon binnen de gemeente en in de straat bekend.
Egbert is als burger bij de stichting activiteitenbegeleider betrokken, en dan met name waar het gaat over metaalbewerking. Het is de bedoeling om een lascursus te gaan geven. Deze activiteiten kunnen plaatsvinden in de nieuwe loods, welk vorig jaar met vereende krachten is neergezet.
Bestaansrecht
Voor de jaarwisseling is een nieuwe weg achterlangs gereed gekomen, zodat bezoekers per auto achter het Veteranenhuis kunnen komen. Op dezelfde dag van het bezoek van de inspecteur met zijn stafofficieren is de weg officieel geopend. Zo is voor mensen die slechter ter been zijn de toegankelijkheid stukken verbeterd. Voorheen lieten de bezoekers hun auto's zoveel mogelijk op de parkeerplaatsen voor de weg staan om niet door de smalle straat te rijden. Egbert denkt dat de overlast van de auto's door het straatje niet zoveel voorstelde, maar dat het op een gegeven moment irritatie heeft gewekt. Dit wordt zeer betreurt. De meeste veteranen die goed ter been zijn parkeerden de auto voor bij de weg. Nu is eventueel ook de parkeerruimte achter beschikbaar, evenals ook die voor aan de weg. Met een aantal maanden hopen ze hun eigen parkeerruimte gereed te hebben. Overlast is iets dat ze niet willen, wat Bert Nanninga met zoveel enthousiasme heeft opgezet mag er niet door verpest worden.
Dat er meer mensen in het straatje kwamen dan gewend was wordt ook wel begrepen, maar het Veteranenhuis voorziet in een grote behoefte. Dat geeft hun een bestaansrecht, en in Nederland nemen de veteranen ook toe. Het is fijn om als veteraan een plek te hebben waar ze over hun ervaringen herkenning kunnen vinden, en er over kunnen praten. Wat in de gewone maatschappij vaak heel moeilijk is. Met elkaar kan het gesprek worden aangegaan, er wordt ook gesproken over hoe ze in de maatschappij terug zijn gekeerd, en wat hun gevoelens daarbij zijn. Daarbij is er de interne hulpverlening die daadwerkelijk problemen kan opvangen, en door kan verwijzen naar de instanties die daar voor zijn. De aanwezigheid van een Veteranenhuis in Oost Groningen is daarom erg belangrijk. Voor het bezoek aan Veendam is de inspecteur in Smilde geweest. Beide veteranenhuizen moeten de drie noordelijke provincies eigenlijk bedienen.
Deuren openen
Stafofficier Koch: "De veteranenhuizen in Nederland worden verspreid over het jaar bezocht, en ingepast binnen de reguliere werkzaamheden van de inspecteur. Bij verhindering is een stamofficier belast met de contacten. Er is getracht om in 2013 de grotere veteranen ontmoetingcentra en inloophuizen te bezoeken, dat begin dit jaar een vervolg heeft gekregen. Er is kennismaking met het bestuur. Gekeken wordt naar wat er georganiseerd wordt en wat de aanloop is. En om een indruk te krijgen van de locatie. Ook wordt gekeken welke soort veteranen er komen, in welke missies ze hebben gezeten en naar de leeftijden. Het wordt steeds meer gemêleerd. Ook zijn er in mindere mate actieve militairen te vinden die als veteranen missies hebben gedraaid.
Het bezoeken is met de intentie om te polsen welke problemen ondervonden worden. En over welke zorg er bij hun nodig is. Met de veteranen die daar vaak langskomen worden veel gesprekken gevoerd. Voor de veteranenhuizen is er een overkoepelende organisatie. En worden er bijeenkomsten georganiseerd om van elkaar te leren, en om van elkaar ideeën op te doen".
"We kunnen proberen om deuren voor ze te openen", aldus Koch. "Er is in die zin geen financiële middel, maar er wordt wel geprobeerd om ze bij bestaande instanties en instituten waar ze terecht kunnen aan te melden. Aan contacten kan worden geholpen, we kennen de weg in deze wereld".
"Met het in contact brengen met burgemeesters en met provinciale vertegenwoordigers kunnen we een rol spelen, omdat we bij grote herdenkingen en reünies komen waar zij bij aanwezig zijn. En dan wordt ook deze problematiek aan de orde gesteld".
Overste Van Mastrigt is de beoogde opvolger van Koch, en was als deel van het inwerkproces mee.
Voor meer foto's, zie fotoalbum