De in 1984 gebouwde Osman Gazi Moskee aan de Dr. Bosstraat oogde eerder als een anoniem bedrijfsgebouw dan als een religieus centrum. In oktober 2020 kon men na bijna 5 jaar vertraging eindelijk met de verbouwing beginnen. Het pand was te klein geworden en daarbij hoognodig aan renovatie toe. Er was toentertijd tussen de een en anderhalf ton begroot.
Sinds kort is aan de moskee een toren toegevoegd, een minaret dat onlangs het hoogste punt heeft bereikt. Begin maart was de opbouw begonnen. Op het dak van de moskee is eind 2020 een koepel geplaatst. Ook daar wordt nog aan gewerkt. Door de 10 boogramen in de koepel komt veel licht naar binnen. Het gewelf wordt sierlijk beschilderd. De beschilderingen worden gecombineerd met de kleuren van nieuw tapijt uit Turkije. Evenals in de naastgelegen ruimte. En de boven-ruimte met de balustrade, dat uitzicht geeft in de moskee.
“Een minaret met een koepel was al heel lang een wens”, vertelt voorzitter Selim Keskin. “Een minaret en een koepel horen er gewoon bij.”
“Wij zijn in oktober vorig jaar begonnen. We hadden gehoopt dat de minaret en koepel met een maand klaar zou zijn. Maar als je eenmaal begint komen er ook andere dingen bij. Die nemen we er gelijk bij mee. Daarna komen er ook nog andere vernieuwingen in de moskee. Zoals vloerverwarming en nieuwe verlichting. En nieuwe betegeling.”
De boven-ruimte was vroeger de kantine. Totdat er onvoldoende ruimte was. En was het bijgebouw als uitbreiding tegen de moskee gezet. Voor de rest was er, behalve het aanbrengen van nieuwe betegeling, niet veel aan gebeurd.
Een werknemer van het bouwbedrijf was druk aan het polijsten aan de buitenkant van de 14,5 meter hoge minaret. Die met beton in mallen gegoten is en precies de vormen heeft aangenomen. Ramen en de deuropening zijn er ‘uitgesneden’. Over de precieze kleuren zijn ze er nog niet uit. Het wordt een tweekleurige combinatie, een van de kleuren zou aquablauw kunnen zijn. De koepel wordt voorzien van platina dakplaten.
Keskin hoopt dat de verbouwing eind 2021 zal zijn afgerond. Het ‘kleinere’ werk kan dan door vrijwilligers in de weekenden worden gedaan.