In een auto met een maximale dagwaarde van 500 euro in zes dagen over vaak zeer slechte wegen in Oost Europa een intensieve rally rijden. Tijdens de wintereditie van the Carbage Run over 2.500 kilometer. John Windt (70) uit Wildervank en zijn zoons René (46) en Peter (44) wilden dit avontuur wel aangaan.
Met z’n gedrieën waren vader en zoons op 5 februari met een Mercedes-Benz Twin Spark stationwagen uit 1999 aan de startplaats in München verschenen. Vierhonderd mooi uitgedoste barrels stonden met zo'n 1000 deelnemers klaar aan de start. Over uitdagende wegen door unieke landschappen leidde de route naar Ljubljana (Slovenië), Belgrado (Servië), Transsylvanië (Roemenië), Debrecen (Hongarije), en op 9 februari naar de laatste finish in Bratislava (Slowakije).
Vader John was via een vriend, die de run al een keer met zijn zoon had gereden, op het idee gekomen. Het sloeg aan en het begon te groeien. Via internet werd een goeie auto gevonden. De auto kreeg wat rood, groen en wit tinten erbij en de stickers van de sponsoren werden aangebracht. Door een garagebedrijf zijn er als sponsoring verstralers, een dakdrager en een skikoffer opgezet.
Het was voor hun drieën de eerste keer dat ze een dergelijke tocht hebben gemaakt. En ook het aangaan van een gezamenlijk onderneming als deze was voor het eerst. “Twee broers die samen met hun vader op avontuur gaan. Want dat kun je gerust zeggen’’, zegt Peter. “We waren met z’n drieën zes dagen op pad, zo’n 800 kilometer per dag. Het was wel uniek en zo vaak zien we elkaar ook niet”.
Vader en zoons hebben elkaar onder andere omstandigheden meegemaakt dan in een normale thuissituatie. Met zes dagen onderweg tijdens de rally waren ze op elkaar aangewezen en hebben ze nauw moeten samenwerken. Peter: “Onze onderlinge band was al stevig. Ik denk dat we elkaar nog beter begrijpen. En hoop dat de band nog meer versterkt wordt. We blijven toch drie verschillende individuen”.
Een verschil was ook een manier van aanpak. “Ik weet dat mijn vader van tevoren alle hotels geboekt wilde hebben. We hebben gewoon een avond van tevoren op een boekingssite gekeken wat goed is in de buurt. En krijg je al die hotels te zien waar je doorheen kan scrollen”. John had het ook anders mogen regelen, maar heeft het aan Peter overgelaten.
“We hebben ook in complete huizen overnacht, een soort Airbnb en dat koste ook niet eens zo heel veel. We hadden een hotel met twee kamers van 70 euro met ontbijt en zelfs een diner voor drie man. Voor 65 euro hebben we ook in een appartement gezeten met niets erbij, maar dat was gewoon een compleet huis”.
Elke dag is voor het thuisfront een berichtje met foto’s op Facebook gezet. Via Facebook waren er ook contacten met andere deelnemers, en werden er over en weer foto’s geplaatst.
Het rijden was intensief. Peter: “We hebben het meest in Roemenië gereden. De wegen zijn niet goed, en ook de verlichting laat te wensen over. Als je niet goed oplette reed je zomaar in een kuil. De banden aan flarden rijden is gebeurd, maar gelukkig niet door ons. Ook lopen er zwerfhonden rond en mensen in donkere kleding gewoon langs de weg”.
Roemenië was een cultuurschok. “Het was echt armoede daar. Heel veel huizen zijn er half afgebouwd en onbewoond. De gasleidingen naar de huizen zijn bovengronds. Door de dorpen voeren wegen waarbij het met twee vrachtwagens nog maar net past. Veel huizen hebben een korte uitloop direct op de weg”.
Op elk traject kregen de deelnemers vier opdrachten mee, waarmee respectievelijk 1000, 500 en 250 euro was te winnen. In Oostenrijk was de opdracht om bij de Weissensee een Alternatieve Elfstedentocht kruisje te bemachtigen. Een overgebleven exemplaar uit 2010 mocht mee naar huis. Overigens kon dit een Alternatieve Elfsteden rijdster niet tot bekoring brengen. Peter zijn broer René zag er wel humor in. "Ik heb het Elfstedenkruisje, en kan niet eens schaatsen”.
In Roemenië was de opdracht het vinden van een eigenaar van een Dacia om de Carbage run auto met een sleepkabel over tenminste 20 meter voort te trekken. Een eigenaar vinden was niet zo moeilijk, er rijden nog heel veel oude Dacia’s rond. Maar de eigenaar had gedacht dat het andersom was. Daarbij was zijn accu leeg en de banden ook. Iemand anders begreep de bedoeling wel, maar hij had ook een splinternieuwe Dacia. Voorheen stond dit Roemeens merk bekend om zijn niet al te beste kwaliteit. Sinds het merk van Renault is konden ze wel eens beter zijn dan de oude barrels.
De Mercedes heeft zich zeer goed gehouden. “We hebben het er goed mee getroffen. Er zijn geen problemen mee geweest en we hebben de 4800 kilometer probleemloos uitgereden”, aldus Peter.
“De opdrachten die je krijgt was ook niet eens een must. Er waren ook deelnemers die alleen de route hebben gereden. Het ging om het plezier. Wij hebben de opdrachten uitgevoerd die we het leukst vonden. Het ging niet om de snelheid. De veiligheid was het belangrijkste en daarin past niet dat je er racepartijen op nahoud”.
Voor ieder land was een vignet benodigd en moest er tol worden betaald. Het bedrag loopt enorm uiteen. Voor Oostenrijk moet 10 euro betaald worden, en voor Roemenië maar 3 euro. In Duitsland, Oostenrijk en Slovenië zijn de wegen goed. In Kroatië zijn ze nog heel redelijk, maar in Roemenië zijn de wegen slecht onderhouden. Peter: “We gingen ook nog eens door het gebergte waar het heel slecht was. Er staan allerlei berghutjes. In het dal was het wel beter, maar niet super. In Hongarije waren de wegen beter, en in Slowakije was het goed. De autobanen van de dictator Ceaușescu waren ook in de route opgenomen, maar helaas waren ze gesloten. Dat was wel heel jammer”.
“De steden waar we doorheen reden zijn prachtig. Belgrado is gewoon een westerse stad. De kern van Ljubljana is middeleeuws, en vindt het wel jammer dat er niet meer tijd was om dat te gaan bezoeken. Boedapest is een prachtige stad. We kwamen er toevallig door omdat we verkeerd waren gereden, en zijn dwars door het centrum geleid”.
Deze rally door Oost Europa kreeg naast de persoonlijke noot ook nog een andere mee. De drie mannen hebben zich laten zich sponsoren, waarmee 1000 euro bijeengebracht is voor het project Sterren Stralen van de Rotary in Veendam.
“Na de laatste finish om 15 uur in Bratislava mochten we eerder weer naar huis. De navigatie gaf aan dat we over 1100 km rijden om 1:00 uur ’s nachts in Wildervank zouden arriveren. We hadden overlegd wat we zouden gaan doen. Er waren geen files en we gingen over de betere wegen. Via Tsjechië gingen we Duitsland in en om half twee waren we vrijdagnacht weer thuis, dat was wel prettig”.