Woensdag 19 januari waren er weer de nationale voorleesdagen voor de basisscholen. En burgemeester Meijerman van Veendam was ook weer paraat. Het voorlezen is dus van het grootste belang bij onze jongste jeugd. Want ik kan mij van vroeger jaren herinneren dat ik soms heel lang moest wachten, voordat ik aan de beurt kwam. Als je éénmaal aan de beurt was, dan zat de kans er in dat je in slaap was gevallen.
Ik lees bijna elke avond aan mijn kleindochter een verhaaltje voor. Soms ben ik in top-vorm, de woorden komen er dan moeiteloos uit mijn mond en de andere keer begint mijn bekkie wel eens te storteren van de woordenstroom die tot mij komen. Het is net als in de sport, soms ben je de ster en soms ga je op je bek.
Maar gaandeweg leert men zal ik maar zeggen. Ik heb af en toe van die dagen dat ik niet zo goed in mijn vel zit en dat sommige woorden er akelig beroerd uitkomen. En dan zit de kans er in dat mijn kunstgebit eruit vliegt. Dat heb ik vaak als ik voorlees voor een ´groot´ publiek. Dat overkwam mij enige weken geleden.
Tijdens het lezen voelde ik in het bijzijn van mijn kleindochter en de overige leden van de Staten-Generaal, dat er iets vreemds in mijn mond krioelde. Het voelde aan als kleine diertjes die de etensresten - die tussen mijn gebit zaten - opaten. De kleine meid keek mij angstig aan, maar toen ik mijn gebit op de tafel legde bleek dat de prothese in tweeën lag. De lachsalvo's waren dus niet van de lucht.
Lezen kunnen we bijna allemaal, maar het voorlezen is een vak apart. Alleen al wat er allemaal bij komt kijken. Je moet de kinderen vragen stellen over datgene wat er is voorgelezen. Want dan kun je bepalen of de kinderen het verhaal goed hebben begrepen. En je moet zorgen dat je een boek hebt met plaatjes.
De kids kunnen dan zien wat er is voorgelezen. En daarbij is de ademhaling ook van eminent belang bij het lezen. Verder moet je goed kunnen articuleren (klanken en woorden duidelijk uitspreken). Ja, er komt nog één en ander bij kijken. En net als bij de muziek is de toonhoogte van het vertellen ook belangrijk.
Dus niet op een monotone toon de kinderen iets voorlezen. Je moet geen journaallezer willen zijn. Er zit dan geen´muziek´ in het voorlezen. Voor je er erg in hebt vallen de kinderen inslaap. Knor, knor. En vooral niet te snel lezen, want dan sla je misschien een paar woorden over.
Het is dan net als je met een paard van het werk komt, die zo snel mogelijk naar huis wil. Op een gegeven moment rent hij in volle galop door de straat. Met het schuim op de mond ´vliegt´ hij zijn stal voorbij. En deze moderne tijd is dit natuurlijk ondenkbaar, maar in de jaren 60 was dit natuurlijk schering en inslag.
Heeft burgemeester Meijerman ook bovenstaande ingrediënten in het voorlezen gelegd? Als dat zo was, dan hadden de kinderen vast en zeker een hele ´lekkere´ optreden gezien van ´meester-kok´ Ab.