KRITIEK - Het woord kritiek valt niet bij iedereen in goede aarde. Natuurlijk positieve kritiek gaat er in als koek. Maar o, wee, als je negatieve kritiek op je brood krijgt. Dan slaat de mens op een wanhopige manier om zich heen. Vooral in voetballand kunnen ze er wat van. De oefenmeesters kramen er dan de gekste woorden uit op televisie en radio. En als ze niet hun gelijk kunnen halen benen ze als een ´dolle stier´ de studio uit om verlost te zijn van het al dat hoogdravend geklets.
Ook op taalgebied worden fouten gemaakt, ze komen voor op allerlei niveau´s: van hoog tot laag. Vooral de Nederlandse taal is één van de moeilijkste talen ter wereld. Zelfs hoogopgeleide mensen struikelen nog op onze taal. Fout op fout is dan meestal het parool. De beste remedie is dan ook, geef niet op en schrijf tot je er bij neer valt. En leg het stuk niet op het bureau, maar publiceer het via één of ander medium. Want de reactie komt heus wel.
Want het medium is de beste onderwijzer, die je maar wensen kunt. Als je alles wereldkundig maakt en dat doen we via Parkstadveendam. Dan zit de kans er in dat je af en toe een flinke draai om de oren krijgt. En terecht, en daar moetje tegen bestand zijn, want anders kun je net zo goed het spel mens-erger-je-niet spelen. Ook weer zo´n woord waar je over struikelt.
En dan maar hopen dat je negatieve kritiek krijgt van de lezers, want daar heb je wat aan. Je moet weten wat je fout doet. Daar word je scherper van. Dus geen positieve kritiek daar heb je niks aan. Want dan krijg je het gevoel dat je goed Nederlands schrijft en dat gevoel mag je nooit hebben. En mijn column gladheidsbestrijding schreef ik het woord ´lijden niet last niet goed`. Vooral het woord ´lijden´ schreef met een korte ei. En het woord fataal kwam er een paar keer in voor.
En dat hoort natuurlijk niet zo en dan wordt je daar op afgerekend. Terecht dus. Nou, moet ik wel toegeven dat ik heel goed tegen kritiek kan. Want als ik alleen maar positive kritiek krijg, dan denk ik dat ik alles goed doe. En dan verval je in een slapeloosheid en dan verdwijnt de scherpte van het schrijven.
Maar niet alleen tijdens het schrijven maak ik fouten ook tijdens mijn 18-jarig bestaan als assistent-scheidsrechter bij het eerste zaterdag-team van Wildervank kreeg ik karrenvrachten kritiek op mijn nek. Ik hield er van om bekritiseerd te worden door het publiek. Want dan kwam ik pas echt in top-vorm. En dat heb ik ook met het schrijven.
Dus beste lezers, als jullie iets niet zint, gooi het eruit en ik doe mijn voordeel hier uit.
Job Eiffel