Overslaan en naar de inhoud gaan

Laatste vaart markante Veendammer

Door op zaterdag, 17 december, 2011 - 16:15

LAATSTE VAART - Op 24 november werd onder grote belangstelling tijdens de crematie in Assen afscheid genomen van Harm Fröme, oud-politieman en oprichter van de Ballonclub Veendam. En initiatiefnemer van een monument ter nagedachtenis aan vier in Nederlands-Indië omgekomen Veendammers. 

In de zaal waren niet voldoende zitplaatsen voor de 250 tot 300 aanwezigen om Fröme de laatste eer te bewijzen. Met in het gezelschap mensen uit verschillende geledingen, vrienden, oud-collega's, dienstmaten en oud-Indië veteranen, voormalige wethouders, mensen van de brandweer, leden van de ballonclub en vele anderen.

Zijn beide dochters lazen het levensverhaal van hun vader voor. Het was een indrukwekkende uitvaart. Er werden drie rozen in de kleuren rood, wit en blauw op de kist gelegd, symbool staand voor de vaderlandsliefde. Na afloop van de plechtigheid was er gelegenheid voor een persoonlijke afscheid bij de kist. Oud militairen gaven een eresaluut.

Op 1 juli 1952 was Fröme als politieman in Veendam in dienst gekomen onder Burgemeester J.A. Hoogkamp. In dat jaar bestond het korps uit negentien politiemensen en een administrateur. Het bureau was op dat moment nog gevestigd in de Kerkstraat. Later werd de voormalige Plantsoenschool achter het gemeentehuis, ook wel de ''Schoentjesschool'' genoemd, als bureau ingericht.

De surveillance was voornamelijk nog op de fiets. Verder was er een omgebouwde donkergrijze jeep in gebruik. Pas later zou de jeep vervangen worden door een Ford transit en nog weer later door Volkswagen busjes.

Alleen voor de korpschef en de burgemeester was er in die jaren een Austin beschikbaar. Omdat Fröme als een van de weinigen een rijbewijs had werd hij regelmatig ingeschakeld om de korpschef of de burgemeester naar het station te brengen en weer op te halen. Rond 1958 was het voor iedereen bij de politie in Veendam verplicht geworden om het rijbewijs te halen.

Onder burgemeester A.N. Nap moest Fröme, als gevolg van een ongeval, in 1974 voor de surveillancedienst worden afgekeurd. Omdat een baan in de meldkamer hem niet beviel nam hij een jaar later afscheid van de politie. En ging hij als vertegenwoordiger voor de voormalige Hovis Aardolieproducten bij boerenbedrijven langs. De directeur was een vroegere dienstmaat. Omdat Fröme op een boerenbedrijf in Oosterhesselen was opgegroeid was het vanwege deze achtergrond voor hem gemakkelijk om contacten te leggen.

Fröme had niet alleen als politieman in Veendam zeer uiteenlopende contacten opgebouwd. Op 17 november 1962 leek het voor Fröme, inmiddels hoofdagent, een normale dienstdag te worden. Tot er op het bureau een melding binnenkwam van een boer in Zuidwending. Midden op een akker was een Duitse gasballon geland. Een zeldzame gebeurtenis in die dagen.

Fröme had zich naar de plaats van de landing begeven om volgens voorschrift een rapportage op te maken. Het bleek dat de Duitse ballonvaarder met zijn passagiers een noodlanding had moeten maken, waarbij een van de opvarenden licht gewond was geraakt. De plek was over een slecht begaanbare boerenlaan moeilijk te bereiken en voor de volgauto onbereikbaar. Het was een winterse dag met vrieskou. Door mevrouw Zuiderweg, een inwoonster van Nieuwe Pekela, werd een fles drank aangevoerd. Mevrouw dacht dat de ballonvaarders wel bevroren zouden zijn.

De balloncommandant Hans Kehl, een banketbakker uit het Duitse Coesfeld, stelde zich voor. Het duurde 20 minuten voor Fröme een landbouwer kon inschakelen om met een tractor de ballon te bergen en het van de akker halen van de opvarenden.

Fröme stond bekend als een behulpzame en een sociale man. Over de hulpverlening was Hans Kehl zeer enthousiast en wilde hem als dankbetoon 200 mark aanbieden voor de kinderen. Fröme wees dit resoluut van de hand, hij vond dat hij gewoon zijn plicht had gedaan.

Maar een ander voorstel werd met beide handen aangegrepen. "Herr Fröme, wollen sie den einmal ein Ballonfahrt mitmachen?" Meer vaarten volgden zelfs en twee zielsverwanten bleken elkaar te hebben gevonden. Het zou het begin zijn van een zeer hechte en levenslange vriendschap.

Voor Veendam en voor andere plaatsen in Noord-Nederland zou het ook betekenis krijgen. Met veel behulpzaamheid en adviezen van Hans Kehl en zijn clubgenoten zou de ballonsport in Veendam van de grond komen. Het zou de hegemonie van de Haagse Ballonclub doorbreken, toen nog de enigste ballonclub in Nederland. En in het veenkoloniale lag de oprichting van de tweede ballonclub van Nederland in het verschiet.

Op 19 juni 1963 was de eerste vaart voor Fröme en voor zijn visvriend Berend Boer. In Münster was om kwart over vijf 's morgens de opstijging. Er werd met gasballonnen gevaren. De heteluchtballon zou in de zeventiger jaren pas komen overwaaien uit Amerika.

Op het hoofd van de nieuwbakken ballonvaarders werd zand gelegd om vervolgens rijkelijk met champagne te worden gedoopt. Bij de visvriend liep het tot uit de broekspijpen. De maximale hoogte was tot op 1200 meter. Op een weiland bij het plaatsje Deil in de Betuwe was de landing. Er was veel publiek op afgekomen. Burgemeester Hoogkamp had voor de burgemeester van de plaats van de landing geschenken meegegeven. Een fles champagne, een boek over het driehonderd jarig bestaan van Veendam en een boek over de scheepswerven van voorheen werd overhandigd aan burgemeester Koff van Deil.

De ballonvarende politieman wilde dat meer mensen van de ballonsport zouden kunnen gaan genieten. Een gasballon was een spektakel om te zien en kranten berichtten er over.

Met behulpzaamheid van zijn Duitse ballonvrienden vond er tijdens de feestweek in 1965, in het kader van de bevrijdingsfeesten in Veendam, op 1 mei een ballonopstijging plaats dat heel veel publiek op de been had gebracht. Hans Kehl was door Harm Fröme hiervoor gevraagd en vanwege de goede herinneringen aan Veendam willigde hij graag het verzoek in.

De opstijging vond plaats vanaf het voormalige ‘Sportpark Centrum' (nu parkeerplaatsen) aan de Van Beresteijnstraat. De tocht voerde over Friesland en een aantal automobilisten probeerden de ballon te achtervolgen. 

Meer opstijgingen zouden volgen. Tijdens de oktoberfeesten in 1966 was hier weer de startplaats voor een lange ballontocht in oostelijke richting, met de landing bij Weser in Duitsland.

Met een ballonvaart vanaf Ommelanderwijk in november 1967 maakte ook wethouder Cees Hoogstraten zijn luchtdoop. Alvorens hij het luchtruim in ging deelde hij in een korte toespraak de toegestroomde menigte mee dat de gemeente in 1968 zou beginnen aan de demping van de Ommelanderwijk en Zuidwending. Boven werd de champagne weer rijkelijk over het haardos gegoten. De wethouder was gedoopt boven de gaslocatie bij Scheemda.

Ook in plaatsen elders in de Noordelijke provincies was er de startplaats voor ballonvaarten, en ter plaatse bekende mensen kregen ‘Sand und Sekt' ter luchtdoop toegediend. Aan een vaart vanuit Sappemeer was een vossenjacht verbonden voor deelnemende automobilisten. Diegene die na de landing als eerste een kaart kon overhandigen aan de bemanning was de prijswinnaar.

Fröme was ook zijn vroegere woonplaats Oosterhesselen niet vergeten en had een ballonopstijging georganiseerd tijdens de Zuidenveldtentoonstelling, dat bij toerbuurt door de aangesloten gemeenten werd gehouden. De burgemeester van Dalen, Fontein, was een van de passagiers. Tijdens een volgende editie was het burgemeester Cappetti van Schoonebeek die het voorbeeld van zijn ambtsgenoot van Dalen zou volgen.

In 1970 werd in Veendam de ‘Ballonclub Veendam' opgericht, de tweede ballonclub in Nederland. Het was van start gegaan met twintig leden. Onder hen een oud-clublid van de Haagse Ballonclub, die in Veendam was komen wonen. Een eigen ballon was er nog niet en de eerste vijf jaren werd er nog gevaren met een ballon en met medewerking van de Duitse ballonvrienden uit Westfalen. Tot een gasballon zou het niet meer komen, in 1975 kon een heteluchtballon worden aangeschaft met behulp van sponsoring. Reclame op een ballon was een geweldige publiekstrekker en Fröme had tijdens een eerdere ballontocht zijn werkgever van de aardoliemaatschappij hiervan kunnen overtuigen.

 

Vanaf 1999 had Fröme zich sterk gemaakt om de namen van vier Veendammers, die in Nederlands Indië waren gesneuveld, op een monument vermeld te krijgen. Zelf was Fröme vanaf 1946 in Indië als oorlogsvrijwilliger bij de 4e compagnie Aan- en Afvoertroepen, dat belast was met transport van voedsel en munitie naar de troepen.

De gemeente wilde geen medewerking verlenen aan het tot stand brengen van een monument. Het lag te gevoelig en men was bang voor negatieve reacties. Later vond Fröme een medestander in Piet de Vries, die eveneens geen medewerking had gekregen. Vanaf dat moment was er schot in de zaak gekomen, er werd een comité opgericht dat later overging in de Stichting Oorlogsslachtoffers WOII. Er zijn vier monumenten onthuld en op het vierde zijn ook de namen van de vier in Indië omgekomen Veendammers gegrift als blijvende herinnering.

Voor Fröme hoorden ook zij erbij en nu hebben ze een volwaardige plaats. Ongeveer vijfduizend jongens zijn er gesneuveld. Het sturen van troepen werd ook ingegeven door verontrustende berichten over heel veel slachtoffers door ongeregelde bendes op Nederlanders, Ambonezen en Chinezen. Volgens Fröme was de oorlog in Indië te veel weggemoffeld. Hij was ook van mening dat de Nederlandse regering de wens op onafhankelijkheid anders had moeten aanpakken. Om deze weg te bewandelen was alles in huis geweest. 

Tijdens zijn 60 jarige lidmaatschap van de politiebond was hij als erelid van de politiesportvereniging dit jaar nog gedecoreerd. Na zijn vertrek bij de politie was hij altijd een trouw lid gebleven.

Harm Fröme is 84 jaar geworden. Tijdens zijn laatste ballonvaart zal zijn as worden uitgestrooid. Zijn vriend Hans Kehl is in 2010 overleden.

In 2008 mocht Fröme een nieuwe naar hem genoemde ballon dopen, de PH-HFR. En een jaarlijkse wedstrijdvaart met de naam ‘Harm Fröme Bokaaltocht' zal de naam van de oprichter levend houden.