Op 15 en 16 oktober heeft de Voedselbank Veendam in de week tegen Voedselverspilling een open huis gehouden in het voormalige Lidl pand. Vanwege Corona kon in 2020 het na de verhuizing niet eerder worden gehouden. Het voormalige Lidl pand is na een grondige verbouwing door de gemeente beschikbaar gesteld voor een periode van tenminste 10 jaar.
Vrijdag hebben sponsoren, collega voedselbanken en anderen de openingshandeling bijgewoond. Bestuurslid Dirk Rijnbeek van Voedselbank Nederland, Jan Huizinga van de Voedselbank Groningen en penningmeester Wim Dethmers van Voedselbank Veendam hebben de openingshandeling verricht. Per heftruck werd op een pallet een voedselpakketdoos naar de ingang gereden. Met in de doos een symbolische sleutel die door Rijnbeek en Huizinga aan Dethmers werd overhandigd.
Na deze verrassende openingshandeling volgden toespraken en was er ruim de gelegenheid voor het bezichtigen van het ruime pand.
Dirk Rijnbeek van Voedselbanken Nederland praatte de aanwezigen bij over de plaats en taak van de Voedselbanken de komende tijd. “De voedselbanken in Nederland zitten in roerige tijden. Er zijn veranderingen gaande op het gebied van voedselvoorziening voor oudere mensen. Wij willen het eenvoudiger maken voor onze cliënten om klant te worden. De drempelschaamte is de grootste handicap om van onze dienst gebruik te maken.”
“Op de komende algemene ledenvergadering willen we voorstellen dat iedere hulpbehoeftigen die zich bij een Voedselbank meldt twee maanden lang een pakket krijgt.”
Gekoppeld aan de richtlijn dat iemand na drie jaar weer uit de schuldsanering moest betekende ook dat dan het gebruik van de Voedselbank zou moeten stoppen. De praktijk is helaas dat afhankelijk zijn van de Voedselbank veel langer kan duren. Deze bepaling gaat er dan ook uit.
“Waar we geen invloed op hebben is het aantal groeiende klanten die langer dan drie jaar gebruik moeten maken van de Voedselbank. Dat is de kern van de mensen die er niet meer uitkomen. Alles bij elkaar; we willen klantvriendelijker worden.”
Wethouder Ans Grimbergen vindt het mooi te horen dat de regelingen misschien wel versoepeld kunnen worden. Zodat het ook makkelijker is. “Ik hoor het hiernaast (Kledingbank Maxima) ook dat het is zo moeilijk is om die drempel over te gaan. Terwijl je er wel gebruik van kan maken. Wij willen daar ook zeker aan bij blijven dragen.”
“Maar ook in de preventiesfeer. Als iemand een uitkering aanvraagt dat deze dan ook verder kijkt dan alleen maar die uitkering aanvragen. Kijk dan ook of iemand gebruik kan maken van toeslagen, kijk dan ook of iemand gebruik kan maken van de ziektekostenverzekering.”
Over de rol van de gemeente bij de armoedebestrijding: “Als gemeente willen we dat iedereen meedoet in de samenleving. En als dat niet lukt er een vangnet is. Met de gemeente zijn we ook bezig met armoedebestrijding. Maar ook met armoedepreventie. En dat is echt niet altijd eenvoudig.”
De wethouder haalde het belang aan van samenwerking en verbinding tussen de verschillende instanties. “Het oog en oor voor mensen die het moeilijk hebben. En dat je ook weet wat de andere instantie doet. Zolang er ook kinderen zijn die zonder eten naar school gaan zijn we nog lang niet klaar. En we kunnen het niet alleen. We moeten het met elkaar doen.”
Bestuurslid Albert Greven Voedselbank Veendam: “Voor 34000 huishoudens in Nederland is het niet vanzelfsprekend dat er iedere dag verse groenten binnenkomt. In de provincie Groningen heb je het over 2000 gezinnen. Het gaat dan om 5000 monden. Een derde betreft kinderen tot en met 7 jaar.”
“Als Voedselbank proberen we gezinnen te ondersteunen met voedselpakketten. Maar het gaat niet alleen om voedsel. Ook op sociaal gebied zijn de gevolgen van armoede zichtbaar en voelbaar. Dat er voedselbanken zijn is goed, maar ze zouden niet nodig moeten zijn.”