Dinsdagmiddag heeft oud-bondscoach Leo Beenhakker in het Henk Nienhuis stadion uit handen van schrijver Klaas Fleurke het eerste exemplaar van het boek ‘De Langeleegte huilt’ in ontvangst genomen. Aanwezig daarbij waren de oud-spelers Jan Lubben, Jan Blijham, Wout Bosman, Jakob van Essen, Jan Korte, Angelo Cijntje, Marnix Kolder, Bert Wierenga, André Brouwer, Roelf-Jan Tiktak en Joop Gall. Eveneens is een exemplaar uitgereikt aan al de geïnterviewden en aan iedereen die een wezenlijke bijdrage aan het boek heeft geleverd. Spreker Paul Zoet, vader van PSV-doelman Jeroen Zoet, was de generale spreker.
Henk Jan Schmaal wilde met zijn welkomstwoord meteen verwarring over de nieuwe naam uit de wereld helpen. Hij heette ze welkom in het Henk Nienhuis stadion. Maar voegde eraan toe, op het Sportpark De Langeleegte, die zo blijft heten.
Oud-voorzitter en bestuurslid Peter Feiken van Veendam 1894, de moedervereniging van de betaalde voetbalvereniging, verteld hoe Klaas 12 jaar geleden aan het schrijven is geraakt. Feiken schreef altijd een wedstrijdverslag, maar was op een gegeven moment verhinderd. Klaas schreef het wedstrijdverslag en heeft het nooit meer uit handen gegeven. De schrijver Klaas Fleurke was geboren. We gingen ook boekjes maken voor de jongens”.
Feiken vertelde dat hij als jeugdspelertje zijn eerste herinnering aan Leo Beenhakker heeft gekregen. Het was de gewoonte dat de hoofdtrainer ook de aller jongste jeugd trainde.
Voor Joop Gal was het oprijden van de parkeerplaats een rare gewaarwording. “Het stadion staat er bijna nog zo bij als dat het was. Daar krijg je wel kippenvel van”, zegt hij. Onder de aanwezige iconen wilde hij er emand uit lichten. Iemand die ongelofelijk veel voor het Nederlandse voetbal heeft betekend. Maar ook internationaal. En allerlei onderscheidingen heeft ontvangen. Joop Gal richtend naar Leo Beenhakker: “Als u in Engeland was geboren meneer Beenhakker zou er voor uw naam Sir hebben gestaan. Ik denk en hoop dat er in de toekomst nog een lintje aan vast zit”.
Voordat het grote moment van de eerste uitreiking en officiële presentatie aanving zei Klaas Fleurke met zo’n groot icoon naast zich, “Ja, daar sta je dan”. Hij vertelde dat tijdens het werken aan het boek de gesprekken met de mensen hem meest bij zijn gebleven. Met veel sentimenten en emoties die voorbijkwamen. Zo’n club als Veendam is emotie en is sentiment.
Beenhakker was na het behalen van het hoogste trainersdiploma van Go Ahead naar Veendam gekomen. Waar hij op zijn zesentwintigste als hoofdtrainer werd aangesteld. Een groot aantal spelers waren ouder. “Zoals Peter Feiken al zei was het de gewoonte dat de hoofdtrainer ook de aller jongste jeugd trainde”, zegt Fleurke. Beenhakker valt in, “Ik heb ze allemaal gezien en ook allemaal gehad”.
Aan de Langeleegte heeft Beenhakker de kiem gelegd voor zijn succesvolle en imposante loopbaan als coach en trainer. Hij heeft een indrukwekkend CV met vijftien profclubs in Nederland, Spanje, Mexico, Zwitserland en Turkije. Werd met Real Madrid 3 keer landskampioen, twee keer landskampioen met Ajax, en in 1999 het kampioenschap met Feyenoord. Daarnaast was Leenbakker bondscoach van Nederland, Saoedi-Arabië, Polen, Trinidad en Tobago. Voor al deze verdiensten is hij door de KNVB onderscheiden als Bondsridder.
“Bijna nergens zat u vaker op de bank dan in Veendam. Ik heb het uit uw CV gehaald, het was 138 keer in vier seizoenen. Bij Real Madrid zat u één keer vaker op de bank, dat was 139 keer. Aan de Langeleegte in Veendam was uw carrière begonnen. Ik ben er hartstikke trots u het eerste exemplaar te mogen overhandigen”.
Na de overhandiging zei ‘Don Leo’ zei het zeer eervol te vinden het eerste exemplaar te mogen ontvangen. Beenhakker: “Ik vond het heel belangrijk om mij als trainer te ontwikkelen. Ik heb altijd heel veel ambitie gehad, maar was als voetballer uiteindelijk niet goed genoeg. Ik had hiervoor gekozen en wilde het maximale eruit halen wat er in zat. En achteraf moet ik zeggen dat ik voor mezelf daar een redelijk goed gevoel over heb. In die 50 jaar dat ik dit beroep heb mogen doen heb ik me niet verveeld. Want heb er elke dag van genoten. Elke dag ben ik met veel plezier naar het stadion gegaan”.
“Onderweg naar Veendam heb ik ernstig moeten zoeken naar de oude rotonde naar Gieten. Daar heb ik mooie herinneringen aan. Zondagsmorgens waren we voor de uitwedstrijden per auto’s heel vroeg onderweg naar de trein in Assen. En het was nog rustig. Het was de kunst om op de rotonde bij Gieten zodanig voor te sorteren dat de ene helft linksom ging, en de andere helft kwam je dan aan de andere kant wel weer tegen. En wie dan voor ging was wel eens spannend”.
“Ik vindt het zeer eervol dat ik dit boek heb mogen krijgen. Tegelijkertijd, en dat zeg ik met heel veel respect en eergevoel, beschouw ik me in dit geval als eerste reserve. Want naar mijn mening had natuurlijk het eerste exemplaar aan Henk Nienhuis uitgereikt moeten worden, aan Mister Veendam. Beenhakker stak het boek omhoog en zei met zijn naam in dialect, “Nienhuis, hij is voor jou. Dank je wel”. Zichtbaar geëmotioneerd liep hij met het boek weer naar zijn tafel terug.