Tekst Hans van Noort
In de schemering worden ze wakker en gaan op zoek naar voedsel – foerageren. Zien doe je ze maar zelden of het moet toeval zijn. Op een mooie zomeravond achter in de tuin zie je deze fladderaars soms het luchtruim “onveilig” maken. Eerst denk je dat het een zwaluw of spreeuw is, maar al snel zie je aan de bewegelijkheid en de aparte vorm dat het gaat om een vleermuis. Ja, maar wat voor een vleermuis is het? Voor de meesten onder ons is een vleermuis, een vleermuis. Doch in Nederland leven verschillende soorten, om precies te zijn 18 stuks. Wereldwijd wel 1100. Het meest bekend zijn de Gewone Dwergvleermuis en de Watervleermuis, maar ook de Laatvlieger, de Grootoorvleermuis en de Rosse Vleermuis worden met regelmaat gespot. Dat gebeurt door de Stichting Vleermuiswerkgroep Groningen. Samen met de andere provinciale werkgroepen vormen ze het Vleermuisnetwerk voor Nederland.
dwergvleermuis
Hoe zit het met de vleermuizen in Veendam?
Medio augustus sluiten we aan bij de leden van de vleermuiswerkgroep. Zij inventariseren op het terrein van de Golfbaan hoeveel en welke vleermuizen daar voorkomen, dit in verband met het duurzaam beheren van het golflandschap. Aart Jan (coördinator) en Thorhold pakken een gedeelte van de noordkant van het clubhuis, Evert-jan en Ronald de zuidkant en Angelica en Klarissa (secretariaat) kammen het westelijke deel uit. Maar hoe gaat dat in z’n werk? Het is natuurlijk schemerig of zelfs helemaal donker, maar met een “bat-detector” kunnen de ultrasone geluiden van een vleermuis hoorbaar worden gemaakt. Klarissa: “De Dwergvleermuis vliegt veelal aan de onderkant van de boomkroon langs de takken van bomen, de Laatvlieger meer ter hoogte van de boomtoppen. In berken en eiken zitten veel insecten! De Watervleermuis scheert vlak over het water op zoek naar muggetjes en schietmotten.” De detector geeft het identieke geluid van een bepaalde vleermuis weer. Die zijn dus voor elke vleermuissoort anders! Zodra de detector “afgaat” bepaalt de mobiele telefoon (GPS) precies de locatie. Deze gegevens worden verzameld op verzamellijsten of op de laptop, uiteraard met datum en tijd, soort, het aantal en of ze foerageren of passeren.
Rond anderhalf uur wandelen en speuren we over het terrein en rond elf uur is het grootste gedeelte van het terrein in kaart gebracht. De resultaten van de verschillende groepjes worden uitgewisseld: Wij: 15 Dwergvleermuizen + 1 Laatvlieger + 2 Watervleermuizen. De andere groepen hebben: één Laatvlieger + 11 Dwergvleermuizen en één Laatvlieger+ 2 Watervleermuizen en één vermoedelijk Ruige Dwergvleermuis. Omdat niet het gehele terrein op vrijdagavond is uitgekamd komen Koen, Klarissa en Aart Jan op zaterdagavond terug. Ze “pakken” het resterende gedeelte. Wederom schitterend weer. Ze nemen de volgende soorten en aantallen waar: maar liefst 48 Gewone Dwergvleermuizen, 6 Watervleermuizen, 2 Laatvliegers, 6 Ruige Dwergvleermuizen en 2 Grootoorvleermuizen. 10 jaar geleden is er eens eenzelfde soort inventarisatie gedaan op de golfbaan. Toen was het terrein veel kaler en opener. “Je ziet dat de golfbaan zich ontwikkeld heeft, hetgeen resulteert in meer en meerdere soorten vleermuizen,” aldus de gedreven Klarissa Nienhuys.
Watervleermuis
De Vleermuiswerkgroep
De leden van de werkgroep (ca.30 personen) doen dit op vrijwillige basis. Sommigen hebben een professionele achtergrond, anderen doen dit als hobby en zijn bijvoorbeeld taxichauffeur of ICT ’er. Allen hebben ze iets met vleermuizen. In het seizoen eind april tot medio september zijn verschillende leden van de werkgroep minstens wekelijks actief. De laatste jaren hebben ze een monsterklus geklaard. Van gehele provincie Groningen - 2450 km² - zijn de meest voorkomende soorten en de aantallen in kaart gebracht. Al deze gegevens worden gebruikt om een beeld te krijgen van de verspreiding én de leefwijze van de vleermuis.
Dwergmuizennest
Zijn er op andere plekken in Veendam nog meer vleermuizen?
We spreken met Geke Haarlemmer. Zij woont met haar gezin aan de Tjamme, op “vliegafstand” van Borgerswold. De bebossing én de waterpartijen maken Borgerswold tot een unieke habitat voor vleermuizen. In juni ontdekte ze in huis, op zolder, de vleermuizen. Ze kende via via toevallig Jan van Muijlwijk. Hij is de voorzitter van de Vleermuiswerkgroep en woont in Veendam. Hij werd ingeschakeld. Jan is op een avond langs geweest met een detector en heeft geïnventariseerd. Na een klein uurtje stond de teller op 77 - Gewone Dwergvleermuizen. Vermoedelijk zijn het er meer, want een aantal jonge vleermuizen vloog nog niet uit. Op de detector registreerde Jan ook nog een ander soort namelijk de Laatvlieger. Vleermuizen zijn overigens zoogdieren en brengen jaarlijks gemiddeld één jong ter wereld. Bij de fam. Haarlemmer zitten alléén moeders met jongen, want de vaders zitten elders en verspreid, waar het ze uitkomt en makkelijk insecten te scoren zijn. Als de vleermuizen na het foerageren terugkomen bij hun woonplek maken ze eerst een soort ritueel rondje met een duikvlucht, alvorens ze hun stekkie weer opzoeken. Jan van Muijlwijk: “We weten niet waarom ze dit doen, onderzoek moet dit wijzen.” Na 4 – 6 weken verlaten de vleermuizen hun schuilplek en komen er niet meer terug. Geke: “Vorig jaar hebben ze bij onze overburen er 68 geteld. Misschien zitten die nu wel bij ons?” Via een klein gaatje tussen de pannen en de muur komen de vleermuizen binnen. “Je hebt er weinig last van,” aldus Geke. “Wat uitwerpselen kun je na droging zo opzuigen. Urine laat een vervelende geur achter, daar zijn we van gevrijwaard gebleven.” De Gewone Dwergvleermuizen zitten graag in spouwmuren van huizen, via popen stootvoegen of een gaatje in overhangende dakpannen komen ze makkelijk in de spouw en soms onder het dak. Het seizoen loopt van april t/m september. Daarna gaan ze ergens anders in winterslaap. Ongetwijfeld zijn er meerdere plekken in Veendam met vleermuiskolonies. In de loop der jaren heeft de Vleermuiswerkgroep zeker 6 meldingen binnen gekregen. Na enige uitleg mochten de vrouwtjes en jongen altijd wel blijven zitten.
Jong laatvlieger 1 week oud
Hebben vleermuizen ook natuurlijk vijanden?
In de natuur is het: “eten en gegeten worden.” Zo gaat het ook met de vleermuis. Ze eten zelf insecten, maar kunnen ook als prooi dienen voor andere dieren. De grootste vijand van vleermuizen is waarschijnlijk de huiskat. Uilen en (boom)valken en zelfs muizen verorberen graag een vleermuis. Klarissa: “Alles wat klauwen heeft om een vleermuis te kunnen pakken, is een mogelijke bedreiging.” De aaibaarheidsfactor van vleermuizen is niet erg hoog. Dat komt door hun uitstraling. Ze komen een beetje eng over voor de meesten onder ons. Toch zegt de aanwezigheid van vleermuizen veel over het gebied waarin zij én wij leven. Een goede zaak dus waarmee de Vleermuiswerkgroep Groningen bezig is!
Meer informatie: www.vleermuis.net of Klarissa Nienhuys 050-3120741 of Jan van Muijlwijk 0598-613308 (contactpersoon voor lezingen en excursies.)