Door Jacob Kuipers.
Albert Gort: "Pelgrimeren is geen wandeltocht maken maar een leefwijze."
Als ik aan lange afstandwandelaar Albert Gort denk, dan gaan mijn gedachten jaren terug en dan kom ik uit bij de televisieserie Swiebertje. In de zestig- en zeventiger jaren was het een programma waar jong en oud voor thuisbleef. En in deze serie speelde ‘Malle Pietje', een handelaar in oude lompen en metalen. Het was werkelijk een zoektocht om iets te vinden in het kleine winkeltje, maar ‘Malle Pietje', wist precies de weg te vinden. Nou wil ik Albert Gort niet vergelijken met deze kindervriend, maar enige gelijkenis is toch niet misplaatst. Toevalligerwijs kijkt een trotse Albert, direct naar zijn kinderen- en kleinkinderen, die staan te pronken in Alberts woonkamer.
Ook zijn overleden vrouw neemt een prominente plaats in. Het is in Albert's huis een drukke en een gezellige boel. Tijdens zijn arbeidsperiode bij stichting Mobiel was dat iets anders. Als je bij hem op
kantoor kwam dan was zijn bureau bezaaid met papieren. Alles lag kris kras over elkaar heen. Je kon er bijna geen weg in te vinden. "Maar ik weet precies waar alles ligt", zei hij destijds. En die vergelijking gaat met de legendarische ‘Malle Pietje' gaat dan ook prima samen. Wie denkt dat, nu Albert de pensioengerechtigde leeftijd heeft bereikt, hij het rustig aan gaat doen heeft het helemaal mis.
Albert is geen man die stil kan zitten, want zijn geest gaat dan protesteren. Maar dat hij zo vlot na zijn werkzaamheden aan een grote uitdaging begint had waarschijnlijk niemand gedacht. Want Albert gaat half
april aan een giga-wandeltocht beginnen. Het startpunt is in het Groningse Uithuizen en eindigt in het Spaanse Santiago de Compostella. Maar Albert wil het liefst nog enige kilometers verder, naar Kaap Finisterre, want daar kan hij op een denkbeeldige wijze Amerika zien. Metéén barst Albert los: "Het is
geen megatocht of gigatocht. Het is een pelgrimstocht", zegt Albert Gort op een verheffende toon.
"Je moet het zo zien. Ik vertrek uit Uithuizen en het enigste wat ik graag wil is aankomen in Santiago. In het verleden liepen veel mensen dat pad. Wat hebben die mensen bewogen om daar te lopen. Wanneer kom je jezelf tegen. Misschien kom ik wel nooit in Santiago aan. Misschien ben ik halverwege er
zo zat van dat ik zeg, ik ga naar huis. Ik heb het nog nooit eerder gedaan, ik weet het niet." Zoals Albert net al memoreerde is het lopen van een pelgrimsroute het doel. Niet het doel van aankomen, maar het doel van onderweg wezen. Albert: "Je moet veel lopen, want je moet veel op de benen wezen".
Het grootste bezwaar vindt Albert het feit hoe hij zichzelf ontdekt. En wat hij allemaal tegenkomt. Albert weet niet hoe zwaar het wordt. "Misschien is het wel goed, dat je jezelf een keer gaat tegenkomen" Verder weet Albert ook niet hoe hij weer terug gaat naar Nederland. "Alle dagen gaan er
vliegtuigen en treinen. Ik ben lid van het genootschap van Sint Jakob. Die mensen die lid zijn van dat genootschap hebben allemaal het idee ‘we zijn onderweg'. Niet dat ze naar Santiago gaan." Met andere woorden: We worden geboren en we gaan dood of we zijn onderweg naar de dood.
Van Uithuizen loopt het Sint Jakobs pad naar Santiago de Compostella. Dit is een pelgrimstocht en het is plus minus 3300 kilometer naar Santiago. Albert weet niet of hij de tocht rechtstreeks gaat lopen. "Ik loop het Pelgrimspad zoals het er ligt. Maar als het ergens mooi is ga ik daar heen." Het enigste wat Albert zeker weet is het vertrek uit Uithuizen. "Het Jakobspad begint in Uithuizen. Ik loop van de Waddenzee naar die andere zee, Dan loop je door Nederland, België, Frankrijk en Spanje. Die twee zeeën zijn doormiddel van t 'Wad met elkaar verbonden. Maar dat moet je wel denkbeeldig bekijken." Maar waarom begint de tocht in Uithuizen? "Omdat daar t' Wad begint en de start is bij de Sint Jakobus de Meerdere kerk".
De mensen die lid zijn van het genootschap van Sint Jakob, die willen graag de St. Jakobs routes lopen. Eén van de routes is de weg naar Santiago. En die zitten met hetzelfde probleem. Hoe komen ze weer terug. "Het allermooiste is als pelgrim er heen lopen en ook weer terug. Ik zie me dat niet doen, misschien doe ik het volgend jaar wel, dat weet ik nog niet", zegt Albert. Maar als het moment suprême nadert en Albert moet dan de terugreis maken dan weet hij niet wat hem te wachten staat. "Ik weet niet
wat me overkomt, daar moet je ook niet wakker van liggen."
Albert Gort heeft voor zijn pensioen er al over na gedacht wanneer hij aan de Pelgrimstocht zou beginnen. Maar als je dan nog volop in het arbeidsproces staat en verder geen inkomsten hebt, dan moet je aan het werk blijven. Albert heeft er nooit met zijn vrouw over gehad, dat hij ooit aan zo'n lange tocht zou beginnen. Het was in de tijd dat ze ziek was. "Haar ziekte was op dat moment belangrijk. Toen we in de gaten kregen dat ze niet meer gezond zou worden, probeerden we zo lang mogelijk haar ziekte te
rekken. Daarna kwam ze te overlijden. Ons gezin ging dus uit naar haar welzijn ", klinkt het poëtisch uit de mond van Abert.
Als de tocht naar Santiago naar wens verloopt wil Albert Gort vanuit het Groningse Veendam Kaap Finisterre bereiken. Kaap Finisterre is tegenwoordig ook het eindpunt van de pelgrimsroute naar Santiago de Compostella. "Ik ga naar Kaap Finisterre. Finie wil zeggen einde en Terra is aarde", vult Albert aan. Einde aarde dus. "Finisterra lighthouse daar wil ik heen om denkbeeldig over het Atlantisch oceaan te kijken". Het wordt dus een hele lange wandeling voor Albert. Maar hij is niet alleen. Als Albert averij
oploopt dan is er altijd nog het genootschap van Sint Jakobs die de helpende hand toe steekt.
Omdat Albert lid is van het genootschap krijgt hij een Sint Jakobs schelp. Deze schelp hangt aan zijn rugzak. "Ik moest alles zelf opknappen en nu word ik onderweg geholpen door de mensen. Dat wil ik beleven", zegt Albert op een lacherige toon. Omdat Albert dus een drager is van het Sint Jakobs schelp
weten de mensen, dat hij een pelgrimsganger is, die naar Santiago de Compostella gaat. Albert heeft ook veel gewone tochten gelopen maar dan neemt hij een imitatie schelp mee, dat aan zijn rugzak hangt. Als de mensen die stoffen schelp zien weten ze of hij de tocht naar Santiago gelopen heeft of nog gaat lopen.
Albert Gort is een wandelaar, die geniet van het lopen. Met andere woorden: Albert neemt zijn camera mee. Maar er zijn ook wandelaars die net doen alsof ze in hun militaire pak zo snel mogelijk naar de eindstreep willen. "Er zijn mannen bij die nog ouder zijn dat ik. Als dat het idee is om zo snel mogelijk van A naar B te gaan dan ben je bezig met een wedstrijdsport."
"Dat zijn jongens die de 50 kilometer lopen en die zijn net zo snel weer over als ik, die 25 kilometer loopt". En deze wedstrijdlopers/sters zijn boos op zichzelf als ze de volgende dag 5 minuten langer over gedaan hebben, dan de vorige etappe. "Deze lopers zijn bezig met een sport". Maar jullie zijn ook bezig met een sport? "Nee, wij zijn bezig met wandelen. We willen genieten van mekaar en dat eventueel vastleggen voor later", is de mening van Albert Gort.
Op allerlei punten in de Sint Jakobs route krijgt Albert een stempel. De eerste stempel krijgt Albert in Uithuizen. En gaandeweg krijgt hij meerdere stempels. En deze stempels verzameld Albert allemaal in een officieel paspoort. Wie denkt dat je Albert ziet lopen heeft het mis. Pelgrim Albert wandelt veelal over landweggetjes en als hij toe is aan een revatilering doet hij een dorpje aan. Want Pelgrim Albert is reizende. Hij is altijd onderweg.
Albert neemt 1 brandertje mee en die zet hij in zijn tentje neer. "Al is dat niet zo lekker als thuis, maar je hebt eten. In Alberts bagage zit een slaapzak en hij heeft een goede luchtbed tot zijn beschikking. En bij een revatilering gaat hij naar een camping. "Ik ben vreselijk benieuwd wat ik tegen kom. Hoe ik mezelf tegenkom. Misschien vind ik het wel allemaal niet mooi. Misschien denk ik na 14 dagen, ik ga naar huis."
Het is een misvatting dat de mensen die een Sint Jakobschelp dragen, reductie krijgen bij diverse campings of andere dingen."Ik zal even een voorbeeld geven. Als ik bij jou aanbel en ik vraag, is hier een camping in de buurt waar ik slapen kan? Maar er is hier geen camping, zeg jij. Maar je
kunt wel bij mij slapen, zeg je. En ik krijg de volgende morgen een ontbijt van jou. Wat kost mij dat?, vraag ik. Niks, zeg jij, want we zijn allemaal onderweg. En dat kost je niks meneer. Zo moet je het Santiago gebeuren zien.
Pelgrimeren is geen wandeltocht maken maar een leefwijze."
"Mensen willen me graag in een hokje plaatsen, dat ik aan de wandel ben. Dat is ook wel zo, ik loop wel, maar ik leef anders. Ik voel het ook anders." Wanneer Albert weer in Nederland is weet hij niet. Maar hij hoopt dat hij op 8 september weer in Veendam is, want dan is zijn kleinzoon jarig.
"Ik ben 51 jaar aan het werk geweest. 51 jaar zich gehouden aan bepaalde regels, normen en waarden. De regels en de normen en waarden staan nog steeds overeind. Maar je gaat je leven toch anders inrichten." Hij is onderweg om zichzelf te ontdekken. In het verleden moest hij zich bewijzen, dat moet
klaar en dat moet klaar. "Ik hoef niks meer wat klaar moet."