Het afgelopen weekend hebben acht leerlingen uit het praktijkonderwijs met succes hun brevet gehaald voor het mogen besturen van een drone. De cursisten van het keuzevak Dronetechniek 1 zijn pro-leerlingen van Winkler Prins Veendam en het Aletta Jacobs College Hoogezand.
In onderwijsland is deze pilot voor praktijkonderwijs uniek. En hadden de beide scholen met het examen een landelijke primeur.
Yorrick van Bree van het landelijk projectteam Sterk Techniekonderwijs was afgereisd naar het noorden. Om met de leerlingen in gesprek te gaan en om de geslaagden hun certificaten te overhandigen.
De beide scholen maken zich middels Passie in Techniek (PIT) sterk voor techniekonderwijs, dit doen ze in samenwerking met regionale en landelijke bedrijven. Zoals met UAV+, het bedrijf dat zich bezighoudt met de ontwikkeling van de keuzevakken Dronetechniek 1 & 2 voor het vmbo-onderwijs.
Met deze pilot wordt de focus echter gelegd op een andere doelgroep, namelijk de leerlingen van het praktijkonderwijs. Dit sluit aan bij de doelstelling van Passie in Techniek om de mogelijkheden van techniek zo breed mogelijk uit te dragen.
Het traject is opgezet door Francois Coppens van het bedrijf UAV+ en Alidston Munting, de programmamanager van PIT. Zij kregen regelmatig in het land te horen dat leerlingen van het praktijkonderwijs het keuzevak Dronetechniek 1 niet zouden kunnen volgen, omdat dit boven hun niveau zou zijn. Beiden dragen het praktijkonderwijs een warm hart toe en namen het initiatief om het lesmateriaal aan te passen en te ontwikkelen voor pro-leerlingen, zodat ook zij een Europees erkend vliegbrevet voor dronevliegen kunnen halen.
Francois uit Bergen op Zoom heeft zelf jarenlang voor de klas gestaan, en pro-leerlingen hebben altijd een speciaal plekje gehad. “Ik wist dat Alidson Munting ook dezelfde passie erin heeft als wij, en had hem gebeld. En had hem gevraagd of hij een aantal leerlingen heeft om het te testen.”
“Wij hebben normale docentenlesmateriaal gebruikt. Daar hebben we alleen maar een aantal moeilijke woorden uitgehaald waarvan we gedacht hebben dat ze te moeilijk zijn voor pro-leerlingen. En hebben we op dezelfde wijze het lesmateriaal als pilot naar de leerlingen gebracht.”
Zondag hebben Richard Roor, Wesley van Brug, Justin Stegmeijer, Nick Timmer, Sem Hokkelman, Dylan Klok, Michandro Mercera en Ibrahim Qablawi met het goed doorlopen van de dronevlieglessen hun praktijkbekwaamheid behaald.
Maandag hebben ze met succes het officiële Europese examen gehaald binnen de open categorie voor brevet A1 + A3, en daarna voor brevet A2. Er zijn wel twee herkansingen geweest, maar dat is toegestaan. De examens zijn door EuroUSC afgenomen, een onafhankelijk instituut. Als de leerling slaagt kan hij bij de Rijksdienst voor Wegverkeer het vliegbrevet aanvragen.
De deelnemers hebben nu een officieel bewijs van vliegbekwaamheid binnen de open categorie. In de lichte categorie mogen ze in principe de drone voor diverse toepassingen in gaan zetten. Bijvoorbeeld voor de inspectie van dak en zonnepanelen. Of het filmen en fotograferen van huizen voor een makelaar. Ze kunnen bijvoorbeeld ook ’s ochtends vroeg met een boswachter mee om reekalfjes op te sporen. Om ervoor te zorgen dat ze geen maaislachtoffers worden.
Er mag maximaal gevlogen worden op 120 meter hoogte binnen Nederland. Het toestel moet altijd binnen zichtafstand blijven. Voorheen mocht gevlogen worden tot 500 meter hoogte. Daar is men vanaf gestapt. Het toestel moet in zicht blijven. Vanaf 31 december 2020 is het voor zowel particulieren als bedrijven verplicht om eerst een EU Dronebewijs te halen. Vanwege de gevaarlijke situaties door die hobbydronevliegers die zich niet aan de regels hielden. Of deze regels niet kenden.
Het lesmateriaal wordt nog verder doorontwikkeld. Voor het einde van de zomervakantie moet het materiaal beschikbaar zijn voor de landelijke uitrol in de Nederlands scholen.