Door de versoepeling van de coronamaatregelen is het Veenkoloniaal Museum sinds 7 juni weer open. De kunstexpositie ‘Verbeelding in turf’ wordt voortgezet. Nieuw is de kunstexpositie Groningen-Riga, de Klassieke Verbinding.
De laatstgenoemde is in samenwerking met AKKA, de alumnivereniging van de Klassieke Academie te Groningen. De kunstexpositie legt de verbinding tussen Groningen en Riga.
Voorwerpen en nieuwe ideeën
In de 19de eeuw was meer dan 60 % van de Nederlandse zeegaande vloot afkomstig uit de provincie Groningen. Van die vloot kwam het merendeel van de schepen uit plaatsen als Sappemeer, Zuidbroek, Veendam-Wildervank en Oude- en Nieuwe Pekela.
Aan deze bloeiperiode van de zeevaart herinneren nog de meegebrachte Oostzeelepels, sieraden, butjes, serviesgoed en scheepsportretten, maar de zeevaart bracht ook nieuwe ideeën. Immers wie verre reizen doet kan veel verhalen. De verhalen vormen een klassieke verbinding.
Turf als beeldend materiaal
Daarnaast loopt ook de kunstexpositie ‘Verbeelding in turf’. Met de zeer bijzondere beelden en sculpturen van Dioni ten Busschen. Het bijzondere is dat de gedetailleerde beelden en sculpturen zijn gemaakt van turf. Kunstenaar Dioni ten Busschen experimenteert al jaren met vormgeving, kleur en de functionaliteit van turf en turfstrooisel. Daarmee is ze grensverleggend. Het resultaat is een scala van oorspronkelijke kunst- en designobjecten gemaakt van turf.
De tentoonstelling is geïnspireerd op turf en bijgeloof. Turf bestaat uit natuurlijk materiaal, ontstaan door veengroei in moerasgebieden die rijk zijn aan zuurstofarm water. Turfgravers komen tijdens het graven soms veenlijken tegen. In de 19de eeuw werden die vermalen tot mummia, een kostbaar poeder dat potentie verhogend zou werken.
Hedendaags bijgeloof in mummia
In Veendam is in de beelden en sculpturen de vraagstelling en verbazing uitgebeeld dat wij als moderne mensen nog tot 1920 geloofden in Mummia. Een poeder dat niet alleen potentie verhogend zou zijn, maar ook tegen allerlei kwalen zou werken. Wat nooit is getest en bewezen is.
Natuurlijk vinden wij dit nu 100 jaar later belachelijk. Maar doen wij dit nu niet nog steeds? In China malen ze de hoorns van de neushoorns en verkopen die voor heel veel geld en zeggen ook zonder bewijs dat dit voor van alles en nog wat helpt. Hetzelfde geldt voor de nagels van tijgers, albino’s, gordeldieren etc.
Het vreemde is dat er steeds een dier of mens gedood/geofferd moet worden. Zo ook de veenlijken die in het moeras gevonden zijn. Geofferd en paradoxaal genoeg ook nog eens in de 19de en 20ste eeuw uit bijgeloof vermalen en eigenlijk voor een tweede keer geofferd.