ONDERSTEUNING - Sinds november 2012 ondersteund Jannie Orsel een grote groep hulpbehoevenden. Dat doet ze nu met 11 vrijwilligers/beheerders. Het Uitdeelpunt Eerste Hulp is momenteel uit z’n voegen gegroeid, waarvoor een oplossing moet worden gevonden. Zoveel opslag in de woningen is teveel geworden. En er komen tot in de avond mensen spullen halen, zodat het onderscheid tussen privé en uitdeelpunt moeilijk te maken is. Ook voor de verhalen van de mensen kan ze het niet over haar hart krijgen om daar geen tijd voor te nemen. Met een pand kan om 5 uur de deur op slot tot 9 uur ’s ochtends.
Aan de gemeente heeft ze gevraagd of deze een van de langdurig leegstaande panden beschikbaar wil stellen voor een jaar. Er zijn hierover met de gemeente gesprekken geweest. Een vurig gewenste pand heeft het niet opgeleverd.
Woensdagmiddag heeft Jannie Orsel samen met beheerders en leden een petitie aan wethouder Bert Wierenga aangeboden. Wierenga heeft met drie kwartier alle tijd genomen om de mensen van het uitdeelpunt aan te horen en om zijn standpunten uit te leggen. Hij had ondanks de teleurstelling ook wel de indruk dat de mensen dat wel respecteerden, zonder het ermee eens te zijn.
Orsel kon haar teleurstelling niet onder stoelen en banken steken. Ook omdat het niet om geld gaat en zij geheel belangeloos de mensen bedienen.
Wethouder Wierenga lichtte in een gesprek zijn standpunten nader toe. “In de gemeente zijn er verschillende initiatieven. Dit zijn de Kledingbank Maxima, de Voedselbank en de Kringloopwinkel. Dit zijn de initiatieven die voor een klein gedeelte door de gemeente Veendam ondersteund worden”.
Het uitdeelpunt is een eigen initiatief vanuit de samenleving, een initiatief dat voor burgers en door burgers is. Dat is ook waar de gemeente naar toe wil, dat burgers zelf initiatieven nemen. “Nu is het uitdeelpunt op het punt gekomen waarop nieuwe stappen moeten worden gezet, en dat hoort daar dan ook bij”, zegt Wierenga. “Het is in die zin niet zo dat wanneer je iets doet, en het wordt groter, dat een ander dan bij moet springen. Dan hoort daar ook bij dat je eigen initiatieven moet ondernemen”.
Jannie Orsel ziet zich op een punt waar zij zelf niet meer verder kunnen. Zij vindt dat de gemeente burgerinitiatieven juist zou moeten ondersteunen. Vanuit Den Haag worden burgerinitiatieven aangemoedigd. Ze ziet het uitdeelpunt als niet zomaar een initiatief. Er zijn 3200 aangesloten leden, die meteen eerste noodhulp kunnen geven zonder wachttijd. Zij vindt het teleurstellend dat de gemeente daarin geen ondersteunende rol in wil verlenen. Ze vindt ook dat de gemeente een zorgplicht heeft voor haar inwoners die het moeilijk hebben.
Wierenga vindt ook dat de gemeente zijn rol moet pakken daar waar het nodig is, en dat de gemeente dat al doet door een kleine ondersteuning aan de voedselbank, de kledingbank en de kringloop. “Het verschil is dat deze initiatieven vanuit een ketengedachte daarin uitdeelpunten hebben. Als elk particulier initiatief van een soortgelijke bijdrage voorzien moet worden gaat het onbetaalbaar worden. En het is ook niet de rol van de gemeente. De voedselbank is er niet toevallig in Veendam die op eigen initiatief is georganiseerd. Het is een veel bredere organisatie”. Wierenga zou willen zien dat vanuit die gedachte daar aansluiting bij wordt gezocht. “Dan kun je veel efficiënter zijn. Dat is waar de gemeente naar zoekt”.
Tijdens het gesprek had Wierenga diverse tips van de hand gedaan. Een mevrouw van het uitdeelpunt had aangegeven bij kerken langs te gaan. Wierenga reageerde door te zeggen dat er dan al een ook groot netwerk voorhanden is. Daarin zitten veel mensen die ondernemer zijn en eigen activiteiten kunnen ontplooien. Via die route zou je de ruimtebehoefte kunnen oplossen. Dan hoeft de gemeente daar ook geen rol in te spelen.
“Meer efficiëntie is ook wat het uitdeelpunt beoogd, het meer mensen kunnen bereiken”, gaat Wierenga verder. “Als je het kunt combineren komt misschien ook de voedselbank er juist daardoor heel anders uit te zien. Misschien dat ze dan niet alleen op de vrijdag open zijn voor de voedseluitdeling, maar kan het pand de gehele week worden gebruikt door ook andere goederen uit te delen”. Volgens Wierenga is het pand daar ook groot genoeg voor. Hij pleit voor aansluiting bij bestaande initiatieven. “Ze kunnen ook niet alles zelf doen. Ze hebben al heel veel zelf gedaan, en hebben heel veel kennis en ervaring opgedaan. Een deel kan thuis worden gedaan, en een ander deel na aansluiting bij de voedselbank, of de kledingbank, in een opslagruimte. En dat met dezelfde middelen die de gemeente al beschikbaar heeft gesteld”. Een beeld dat Wierenga voor ogen heeft, en daar ook op wil aansturen.
Wierenga zegt ook dat hij ondanks de teleurstelling niet ineens een ander standpunt gaat verkondigen. Dat hoort ook bij het vak als bestuurder wanneer je opvattingen en besluiten uitdraagt. Wierenga wil hier niet van afwijken en de regels hanteren.
Jannie Orsel blijft er geen bezwaar in zien om voor een jaar in een pand te mogen zitten dat toch al jarenlang leeg staat. Het uitdeelpunt met 3200 leden ziet ze ook niet als iedereen waar de wethouder dan zomaar een pand aan moet geven. Tegelijk is het wel gebeurd dat mensen naar het uitdeelpunt zijn doorgestuurd. Ze noemt de repair café’s in Amsterdam en elders in het westen, waarin gemeenten een ondersteunende rol hebben. Ook een repair café is een vurige wens.
Het uitdeelpunt is hoe dan ook een initiatief dat gekoesterd mag worden. Het is niet zomaar toevallig ontstaan, en voorziet duidelijk in een behoefte. Zoiets verdiend het om omarmd en aangestuurd te worden. Hun Facebook site heeft landelijke volgers, ook van de media.
Wierenga zelf heeft zijn standpunt duidelijk verkondigd. Met dit gegeven, en indien het zo moet, kunnen zijn ideeën hopelijk gestalte krijgen. Een initiatief dat ook bij de partijen ligt, maar elkaar daarin dan moeten zien te vinden.
Overigens is een eigenaar van een langdurig leegstaand pand benaderd of deze tijdelijk beschikbaar kan worden gesteld.