Naam eerste bakker onbekend
In “De gouden Eeuw van de Veenkoloniën” beleefde ook Wildervank een bloeiperiode. Waarin de uit de turfvaart voortgekomen Veenkoloniale scheepvaart een belangrijke rol vervulde.
In 1865 werd langs het Oosterdiep aan Wijk B nr. 82 (nu Poststraat 77) een groot woonwinkelpand gebouwd met bakkerij. De opdrachtgever was de eerste bakker in het pand. Het zou het begin zijn van 121 jaar bakkerij geschiedenis. De naam van die eerste bakkersfamilie is compleet in de nevelen der tijd geraakt.
Jan Werkman Senior
De tweede bakkersfamilie in het pand is wel bekend. Jan Werkman senior was de tweede bakker. In welk jaar de bakkerij over was gegaan is niet duidelijk. Waarschijnlijk had Werkman senior als knecht al in de bakkerij gewerkt, en had hij deze in 1881 overgenomen. Het was een bloeiende bakkerij. De hardbroden zijn blijkbaar zeer in trek geweest. Er werd wekelijks duizend pond meel in verwerkt.
Jan Werkman Junior
In 1926 had zoon Jan Werkman junior opdracht gegeven voor een grootschalige verbouwing van de bakkerij. Blijkbaar was hij toen de eigenaar/bewoner geworden. Het pand werd aan de voorkant verbouwd in de in die jaren populaire Art Deco stijl. Waarbij ook het dak werd verhoogd. Dat gaf ruimte voor vier slaapkamers, want in die tijd raakte de bedstee uit de mode. Die waren erg krap en bedompt. Het gebouw kreeg de vorm die het nog steeds heeft.
Vader Jan Werkman senior was getrouwd met Jantje van der Borgh. Zij bereikte de respectabele leeftijd van 100 jaar. Harrie ter Brugge is als achterkleinzoon de vierde generatie. Hij is in Wildervank opgegroeid. Tijdens zijn lagere schooltijd kwam hij wel eens in de bakkerij, inmiddels van bakker Hendrik Wemmenhove. Ook heeft Harrie herinneringen aan Wemmenhove zijn zoon Bert. Die kwam altijd fluitend bij hen thuis langs met de broodmand. Maar dat de bakkerij van zijn overgrootvader Werkman was is nieuw voor hem. Zijn moeder had daar nooit over gesproken.
Hendrik Wemmenhove
Bakker Hendrik Wemmenhove was in 1939 net met zijn Mellie getrouwd toen hij de nieuwe eigenaar werd van de brood- en banketbakkerij met de woonruimtes. Hun drie kinderen, Jenny, Bert en Els, zijn er geboren en opgegroeid. Bert heeft vanaf zijn 15e tot zijn 27e in de bakkerij van zijn vader gewerkt. Jenny en Els hielpen regelmatig mee met het gebak en ook wel eens bij het broodbakken.
Voor de turf-gestookte broodoven werden de turven per binnenvaartschip aangevoerd. Het schip, dat voor de bakkerij lag aangemeerd, werd per kruiwagen gelost. Het lossen nam drie dagen in beslag. De latere cokesbriketten werden in zakken per vrachtwagen aangevoerd. Eind jaren 50 was deze oude oven door een toen ultramoderne aardgasgestookte vervangen.
Ontplofte oven
Later was deze oven ontploft, dankzij de veiligheidskleppen gelukkig zonder slachtoffers. De betonnen vloer eronder was helemaal verbrijzeld. Het was één grote stofbende in de bakkerij. Het slopen van de beschadigde oven en het plaatsen van een nieuwe heeft minstens een week geduurd. Ondertussen mocht Wemmenhove gebruik maken van de bakkersoven bij bakker Boswijk.
Naar verluid had het pand een schuilplaats geboden aan onderduikers. Tijdens een razzia waren ze via het dak gevlucht de achtergelegen velden in. Tijdens de bevrijding door de Polen (oprukkend vanaf Bareveld) zat de familie Wemmenhove onderin de kelder bij de eierputten. De eieren werden in de kalk gezet zodat ze drie maanden lang houdbaar waren.
Volop aan de bak
Zoon Bert heeft vanaf zijn 15de tot zijn 27ste bij zijn vader in de bakkerij gewerkt. Ook de beide dochters Jenny en Els hebben regelmatig meegeholpen. Ze maakten het gebak klaar, maar hielpen ook wel eens bij het broodbakken. Bert bracht met de bakfiets het brood bij de klanten langs. De eerste keer kreeg hij er gelijk een bekeuring voor omdat hij net geen 16 was. Het was tijdens de schoolvakantie in augustus dat hij twee weken eerder was begonnen.
“Mijn vader ging niet verder dan de Kerkstraat”, verteld Bert. “Maar toen kwam plan Noord in opbouw, waar ook Wildervankers gingen wonen. Mijn vader had gezegd dat hij toch maar achter die klanten aan moest gaan. Dat was tot aan de grens met Muntendam. Ook in Borgercompagnie werd gevent. Het venten mocht tot 10 uur ’s avonds.”
Dochter Jenny ging in Borgecompagnie en het Egypteneinde met de fiets dozen gebak bezorgen. “Dat deed je gewoon.” Ze had verkering en ook haar vriend hielp mee. In nood, of tijdens vakanties, hielpen de bakkers elkaar. “Dan werden onze klanten door bakker Jonker bediend en andersom.”
Kerstkransjes en kunstgebitten
Met oud en nieuw was de stroom uitgevallen en moest het deeg met de hand worden gekneed. De gasoven kon gewoon worden gebruikt. Rond 5 uur werd door Wemmenhove de oven opgestart. Bert hielp met het bakken van de broden. Voor de kerstdagen werden kerstkransjes gebakken en versierd.
Voor Sinterklaas maakte bakker Wemmenhove de marsepeinfiguren. Op de marsepeintafel bij het uitgestalde fruit en andere figuren lagen ook de dubbelstel kunstgebitten. Ze werden grif verkocht.
Bakkersvereniging 1
Hendrik Wemmenhove was voorzitter geworden van de vereniging van bakkers in Muntendam, Meeden en Wildervank. Dat waren zo ongeveer 35 bakkers. Als de prijs van een brood verhoogd moest worden, dat per halve cent ging, overlegde men met elkaar. Zodat de prijzen allemaal gelijk omhoog gingen. De onderlinge prijsverschillen bleven wel.
Een heel brood koste toen 39 cent. Els kan zich nog herinneren wat haar vader zei: “Het komt nog zover mien wicht, dat een brood een gulden kost.” In 1965 koste een brood nog 85 cent. In de jaren 70 waren door de inflatie de prijzen behoorlijk opgelopen.
De hardbroden waren een specialiteit, niemand had ze zo. Het recept was van voorganger Werkman overgenomen. Tijdens de eerste praktijkles op de Bakkers Vakschool in Winschoten had Bert puntbroodjes gebakken. Ze sloegen zo goed aan dat er aan het recept nooit meer iets was veranderd.
In 1964 werd het linker woongedeelte verbouwd.
De Wemmenhoves hadden hun bakkersbedrijf in 1970 beëindigd. Zoon Bert had geleerd voor bakker, maar ging niet als bakker verder. Hij werd meelverkoper.
Jelte en Tina Zijlema
Na de beëindiging door Wemmenhove namen Jelte en Tina Zijlema de bakkerij over. En maakten zij de verhuizing vanuit uit hun eerdere bakkerij even verderop aan de Raadhuisstraat. Deze eerdere bakkerij had Jelte van zijn vader overgenomen. Jelte en Tina waren toen beiden 25 jaar oud. Ook in het pand van Jelte zijn vader waren er al meerdere voorgangers geweest met een bakkerij.
Doordat het vorige pand te klein was geworden werd de bakkerij in het vrijgekomen bakkerspand aan de Poststraat voortgezet. De overname in 1970 was voor 30.000 gulden, inclusief de oven. En was de familie Zijlema de vierde bakkersfamilie in het pand. De bakkerij werd gemoderniseerd. De tweede gasoven van Wemmenhove is gebleven tot heden ten dage.
In de oven werd met 150 broden per keer in 3 rondes gebakken. Zaterdags werd er extra gebakken. Een heel brood weegt gemiddeld 800 gram. Dat werd ook gecontroleerd. Roggebrood werd bovenin de oven op de restwarmte meegebakken. Voor de broodbewerking moest het in de bakkerij 27 tot 28 graden zijn. De verkoop van bruinbrood lag op 60 procent en van witbrood op 40 procent. Twintig jaar daarvoor was het precies andersom. Tegenwoordig is de verhouding 80 procent bruinbrood tot 20 procent witbrood.
Het venten ging in de begintijd met een oranje VW-bus. Later had hij een compleet rijdende winkel. Zijn ventgebied was vanaf de bakkerij tot aan Bareveld en een stukje van Annerveenschekanaal. De werkdag begon om 5 uur ’s ochtends en duurde tot tien uur ’s avonds. Het uitventen mocht tot 10 uur ’s avonds. Om halftien was Zijlema daarmee klaar. Zijlema was broodleverancier aan de Spar supermarkt van Kees Joosten en aan de Dukdalf.
Tina heeft elke dag in de bakkerij gestaan. Met drukte en feestdagen hielp ze bij de broden en het banket. Het werk was wel mooi en het maakte haar niet uit wat. Maar met de kerstdagen was het vreselijk druk altijd. Er werd drie dagen en twee nachten gewerkt. Tina weigerde toen ze wilden dat ze even ging slapen. Op de stoel bij de kachel viel ze alsnog in slaap. Spijt heeft ze er nooit van gehad. Ook Jelte hield van het bakkersvak.
Bakkersvereniging 2
Jelte zijn vader zat ook nog in de bakkerijvereniging van Veendam, Wildervank, Muntendam en Meeden met 51 bakkers. Het aantal bakkers liep steeds verder terug. De prijsafspraken hielden ook niet altijd stand. Na een akkoord kwamen er toch verschillende prijzen. Er was teveel onenigheid en de vereniging liep leeg.
Zoete herinneringen
Het kleiner linkerdeel van het pand werd als aparte woonruimte verhuurd. Zo had het ook twee huisnummers gekregen, nummer 77 en 78 die er nog steeds zijn. De oude voordeur aan de zijkant van het pand is er ook nog steeds. Oud-medewerkster Harma Ketelaar heeft met haar man 6 jaar als buren in hetzelfde bakkerspand gewoond. Haar zoon is er geboren. Ze heeft nog zoete herinneringen aan de brokken massé. Het werd gebruikt voor het zoeten van ontbijtkoek.
Tijdens de winter van ’79 met ingesneeuwde dorpen was het hectisch. Er was niet tegen te bakken. Een boer uit Wildervanksterdallen was het op zijn tractor gelukt om door de sneeuwbulten naar de bakkerij te komen. Zijlema wilde niet het aantal broden meegeven waar hij om vroeg. “Voor elk was het ten hoogste voor twee broden. Anders hadden de anderen niets.”
Het eind van 121 jaar bakkersbedrijf
Eind 1986 was er in het pand met het beëindigen van de bakkerij door het bakkersechtpaar Zijlema een eind gekomen aan 121 jaar bakkerij geschiedenis. Zijlema was de laatste bakker in Wildervank.
Jelte Zijlema had zijn pensioengerechtigde leeftijd bereikt, maar stilzitten was aan hem niet besteed. Kees Joosten van de toenmalige Spar supermarkt in Wildervank wilde in de winkelruimte ernaast een broodboetiek beginnen. Tina werd ervoor aangenomen en Jelte hielp mee.
Zoon Wim heeft het bakkersvak van zijn vader overgenomen. Aan De Reede in Veendam is hij inmiddels al 29 jaar bakker.
In de hoogtijdagen had Wildervank van Veendam tot aan Bareveld 13 bakkerijen langs het Oosterdiep. Elke bakker had voor het uitventen zijn eigen wijk. Er was ook wel een beetje strijd om de klanten. De bakker kreeg een relatie met de mensen. Soms kreeg hij er wat bij, of er viel wat af. Geloof speelde toen ook een rol. Binnen een generatie is er in nog geen twintig jaar veel veranderd. Ook andere winkeliers verdwenen een voor een.
Het begin van iets nieuws met respect voor gebouw en geschiedenis
In 2014 verwierf tekenleraar Dick de Jong het pand met zijn rijke historie. Sinds 2019 is het pand ingericht met de expositieruimtes van Galerie ‘Kijk ’s Kunst’ van zijn echtgenote Annelies Stuivenberg. Het pand had een aantal positieve punten, maar ze waren niet meteen aan het pand verkocht. Er was tamelijk wat achterstallig onderhoud te verrichten.
Daarbij was er de wens om zoveel mogelijk authentieke bouwelementen in ere te herstellen. En hebben ze zich verdiept in de geschiedenis van het pand en zijn bewoners. De bakker-families waren ervoor uitgenodigd, en zo werd in het voormalige bakkerspand heel wat wederzijdse herinneringen opgehaald.
In de door hen met zorg gerestaureerde ruimtes, die nog steeds gaande is, wordt eigentijdse kunst tentoongesteld. De bakkerijruimte wordt ingericht voor workshops. Het hart van de oude bakkerij, de oven waar de bakkers hun brood mee hebben verdiend, blijft om te herinneren aan tijden van weleer.