Bij het uitrijden van het station Veendam gaat de zwartspeler de korte rokade uitvoeren. [ Foto Piet Jongejan ]
Na twee corona-jaren konden de schakers eindelijk weer hun plaatsen in nemen in rijtuig B111 van de STAR, voor het jaarlijkse schaaktoernooi in een rijdende stoomtrein.
Het is een beetje krap maar het past allemaal net: bord, stukken en klok op de tafeltjes in de wagon en geslagen stukken gaan door het ruimtegebrek meteen in de doos. De stukken trillen tijdens het rijden en soms verlaat er eentje bijna het vak.
De spelers malen er niet om. Zij genieten van de ambiance en het beoefenen van hun favoriete sport. De machinist en zijn bemanning zijn op de hoogte: zo geleidelijk mogelijk optrekken en remmen om te voorkomen dat de stukken van het bord af rollen. En dat dat ging prima.
Vier ronden werden in de rijdende trein gespeeld; voor de vijfde en laatste ronde werd het museum de plaats van handeling. Met zestien deelnemers was het toernooi goed bezet, maar dat aantal bleef wel achter bij de edities van voor de corona-pandemie.
“Denken onder Stoom” is een seniorentoernooi, maar als er plaats is worden ook jongeren toegelaten. Deze keer waren dat twee tieners, die zich goed weerden, maar nog geen grote potten konden breken. De drie leden van de schaakclub Veendam haalden allen drie punten, één vol punt achter degenen als eersten zijn geëindigd: Antoon Weever en Hans Peperkamp. In de schaaksport geldt een tiebreak regel bij gelijk eindigen. Degene die qua punten de sterkste tegenstanders heeft ontmoet is de winnaar. En dat was Antoon Wever.