De verwoeste binnenstad van Rotterdam
Tekst Hans van Noort [ hansvannoort@parkstadveendam.nl ]
Corrie van Es is nu 89 jaar en woont sinds 1981 in Veendam. Haar geboortejaar is dus 1930 en geboorteplaats Rotterdam. Ze groeit op in stadsdeel Noord in een fijn gezin met nog 2 broertjes. De spanning/oorlogsdreiging vanuit het oosten neemt zulke vormen aan dat de regering op 28 augustus 1939 een algehele mobilisatie afkondigt. Alle mannen tussen 18 en 35 jaar moeten onder de wapenen.
Op dat moment is de 8-jarige Corrie op vakantie in Nieuwkoop. Haar moeder vertrouwt de situatie niet en haalt de kleine meid met de fiets op vanuit Rotterdam.
Zoals we allemaal weten breekt op 10 mei 1940 de oorlog uit. Het Nederlandse leger biedt onverwacht kranig verzet op de Grebbenberg, bij de Afsluitdijk en rondom Rotterdam (mariniers). Om het verzet te breken wordt de binnenstad van Rotterdam, alsmede Kralingen en een gedeelte van Rotterdam Noord op 14 mei gebombardeerd. Binnen een kwartier, tussen 13.27 en 13.40 uur, laten de toestellen van de Luftwaffe, 90 Heinkel-bommenwerpers, hun lading er vallen. Het resultaat ziet u hieronder.
Er komen naar schatting 850 mensen om en ca. 80.000 mensen worden dakloos. Tijd om te capituleren, wat ook gebeurt. Corrie maakt het als meisje mee. Moeder neemt de kinderen in bescherming in een tussenkamer van hun benedenwoning. Ze horen de vliegtuigen wel en het hevige bombardement, een paar straten verderop aan de Noord Singel, maar blijven gelukkig gespaard en hebben géén schade.
Een Duits echtpaar dat in het centrum van Rotterdam woont, krijgt voor een paar dagen onderdak bij hen thuis. Verder worden mensen opgevangen in een soort kapel (noodopvang) in de buurt. Na korte tijd begint al het opruimen van de verwoeste stad en neemt het “gewone” leven weer zijn gang, hoe wrang ook. De lagere school waar Corrie opzit opent weer zijn deuren en de lessen gaan weer los.
Ze maakt de lagere school af en gaat naar de mulo. De school was zo’n beetje het enige gebouw dat nog overeind stond in de wijk. “Maar,” aldus Corrie, “We moesten telkens naar een andere locatie.”
In ’44 krijgt ze er nog een broertje bij.
Omdat het voedsel schaars is, kregen de inwoners van Rotterdam voedingsbonnen, waarmee ze bij de gaarkeuken een portie “voer” konden halen. Uren stonden ze hiervoor in de rij. “Nog altijd heb ik een hekel aan lopende buffetten, want dan komt alles van toen weer in mijn gedachten,” vertelt Corrie. “Mijn vader maakte van erwtenmeel een soort pap voor ons, maar die was niet te eten,” aldus Corrie - ze trekt er nog een vies gezicht bij!
De buurt wordt gaandeweg de oorlog steeds kaler. Géén brandstof, dus de bomen worden clandistien omgehaald, want de kachel moet toch blijven branden!
5 september 1944 - Dolle Dinsdag. De opmars van de geallieerden gaat zo snel dat in het hele land gedacht wordt dat de bevrijding aanstaande is. Veel NSB‘ers vluchten richting Duitsland. Maar… er wordt te vroeg gejuicht en gevlagd. Operatie Market Garden loopt verkeerd af. De bezetter keert terug en slaat nu nog harder toe.
Eind ’44 sluit de school. Die blijft dicht tot na de bevrijding.
Op 11 februari, de dag waarop haar vader jarig was, “Ik weet het nog precies,” vertrekt ze samen met haar broertje in een vrachtwagen richting Raalte. In verband met de honger in het westen van het land, de strenge winter én de dreigende bombardementen van de Engelsen en Amerikanen op de havens van Rotterdam, worden de kinderen ondergebracht bij boeren in het noorden én oosten. “Ik hoor nog het zware geronk van al die vliegtuigen die overkwamen om hun bommenlast op het Duitse Ruhrgebied en verschillende Duitse steden af te gooien.”
Ze zit bij die boerenfamilie tot juni ’45. In die tijd heeft ze géén contact met haar ouders! Haar broertje wordt ondergebracht bij een boerenfamilie in Schoonheten, een buurtschap in de nabije omgeving van Raalte Overijssel.
Ook in Raalte is Corrie niet vrij van het oorlogsgeweld. De geallieerden bombardeerden een spoorlijn in de buurt. Bij de bombardementen ging ze liever buiten kijken dan in de schuilkelder te wachten tot het voorbij was. “Dat vond ik maar niets. Daar voelde ik me opgesloten.” Veel boerderijen langs de spoorlijn zijn in brand geschoten, maar waar ik verbleef hebben we er gelukkig géén last van gehad.
Een vreemd voorval. Op de laatste dag van de oorlog kwamen Duitse militairen bij de boer eieren halen en de andere dag stonden de Canadezen voor de deur - heel vreemd en onwezenlijk.”
Op 10 april worden ze in Raalte bevrijd. Als jong meisje, “Ik was toen 14 jaar,” besef je eigenlijk niet wat dat is. Mijn moeder sprak later altijd van en over de 5 verloren jaren…
In juni weer terug naar Rotterdam, waar ze herenigd wordt met haar ouders en broertjes. De verwoeste stad, Stad zonder hart - zoals Zadkine het verbeelde, kan ze nog zo voor de geest halen. Toch werden er veel straatfeesten gehouden en iedereen is één met elkaar. “Het was eigenlijk heel gezellig.” Na de oorlog zijn we nog weleens naar Raalte geweest om de boerenfamilie te bezoeken. Maar zoals dat gaat, de contacten verwateren.
Zo nu en dan bekijkt ze op haar tabblad oude foto’s van haar geboortestad. ”Daar geniet ik van.”
We maken een grote stap.
Na het overlijden van haar man verhuist ze naar Veendam. Het is dan 1981. Optimistisch als ze is, stort ze zich in het verenigingsleven - zingen, toneel, kaarten, muziek maken en stijldansen. De tijd vliegt voorbij. Nu nog zingt Corrie in het koor Blue Moor.
Corrie heeft met haar 89 lentes nog wel een paar wijze levenslessen voor ons:
- Schrap het woord jaloezie uit je woordenboek en kijk altijd naar degenen die het minder hebben dan jij;
- Wees tevreden en dankbaar met wat je hebt.
- Blijf op 4 en 5 mei altijd vlaggen, want… oorlog, dat nooit meer!