Maandagmorgen heeft de 87-jarige Afinus de Vries het eerste exemplaar van ‘De Langeleegte huilt, waar het eens weer zal lachen…’ in ontvangt genomen. De Vries is de oudste nog levende oud-speler van de vroegere profclub in Veendam.
Drive-thru
De auteur Klaas Fleurke heeft met een drive-thru de exemplaren in een bakkersfiets langs de 10 Veendammer hoofdrolspelers gebracht die in het boek uitgebreid geportretteerd staan. De eerste exemplaren werden buiten voor de stoep aangeboden in een speelse setting. De laatste uitreiking was laat in de middag.
Drie jaar geleden had Fleurke het eerste exemplaar van De Langeleegte huilt (deel 1) uitgereikt aan oud-Veendam trainer Leo Beenhakker. In een veranderde wereld vond er nu een alternatieve boekpresentatie plaats op de anderhalve meter.
Jongste voetballer 1954
Afinus de Vries vond het een harstikke mooi gebaar. Hij had het op deze manier ook niet verwacht, en is blij het nog mee te kunnen maken. Zijn vrouw Jantje vond het heel mooi dat er op deze manier nog om hem werd gedacht. De foto’s in het boek waar hij opstaat waren al vlug gevonden.
De oud-profvoetballer kende Klaas Fleurke nog niet. “Op een gegeven moment kwam hij bij me omdat hij een boek wilde schrijven.” Fleurke is ook twee jaar geleden bij de oud-speler geweest. Een hele middag hebben ze zitten praten met de plakboeken op tafel. Jantje kwam met aanvullingen.
Voetbal is een hobby dat door beide echtelieden samen wordt gedeeld. Wel is Afinus fan van Feyenoord, en Jantje van Ajax. Regelmatig zaten ze bij hun eigen club aan de Langeleegte. De sfeer was fantastisch en het leefde ook veel meer dan in de latere jaren.
Verdedigende driehoek
Op zijn tiende heeft Afinus bij de amateurs gespeeld van Veendam 1894. Hij was een fanatieke speler. Hij was als rechtsbuiten begonnen op zijn eerste wedstrijd tegen Appingedam. Hij speelde toen nog bij Veendam 1894 als amateur. Hij heeft zelf ook heel verdienstelijk in de betaalde voetbaltak van Veendam gespeeld, meteen al vanaf de oprichting in 1954. Veendam speelde toen in de Eerste Divisie. Met zijn 17 jaar was hij een van de jongste spelers, anderen waren al in de dertig.
“De eerste wedstrijd was tegen VV DOS uit Utrecht (die door Veendam gewonnen werd). We kregen 25 gulden voor een gewonnen wedstrijd. Daar waren we blij mee.” Rechtsback Jacob van Essen, Max Rosies als verdediger en Afinus de Vries als linksback waren de verdedigende driehoek.
Tijdens de thuiswedstrijd zat Jantje met de kinderen op de tribune. Op zijn 35e was Afinus, na 14 jaar, gestopt met het betaalde voetbal. Tot ver in zijn vijftigste is hij trainer geweest van clubs in omliggende plaatsen.
Wensgedachte
Het faillissement van de club had Afinus erg aangegrepen. Ook viel het hem tegen dat het zo gegaan is als het gegaan is. Fietsend langs het stadion denkt hij nog vaak terug aan de voetbalclub. En aan wat voor een mooie tijd het toch is geweest.
Afinus hoopt dat het weer terug kan komen. Een nieuwe licentie krijgen is moeilijk, maar niet onmogelijk. Goeie voetballers zijn er wel. Met een goede opleiding is het mogelijk. Ook bij Veendam 1894 zitten er talentvolle voetballers.
Deze wensgedachte leeft ook bij de schrijver en de wethouder. Schmaal denkt dat het een lastige en lange weg is, maar dat het wel kan. Fleurke was er toch minder stellig over. In zijn gesprek met Hans Nijland had de oud-directeur van FC Groningen verteld dat een BVO bij verlies van een licentie deze voor altijd kwijt is.
Nijland had wel mogelijkheden gezien voor een voortbestaan, met twee- tot drieduizend bezoekers. Een te armlastig achterland voor het financiële bestaansrecht van een betaalde voetbalclub is uit een andere tijd. De grootste bouwput van Nederland is de Eemshaven.
Leest zo weg
Vele vragen die in het eerste deel onbeantwoord bleven, worden in dit boek wél beantwoord.
“Was profvoetbal in Veendam levensvatbaar? Had de club überhaupt bestaansrecht? Was het faillissement te voorkomen geweest? En is er in de toekomst weer voetbal op hoog niveau mogelijk in het stadion aan de legendarische Langeleegte?”
Het faillissement, dat onvermijdelijk was geworden door zoals het was gegaan, had niet hoeven gebeuren. Dat is heel wrang.
Het boek geeft een openhartig inkijk in het gedeelte van het ondergangsverhaal. Waar je als lezer, met verbazing, helemaal in meegevoerd wordt. Daarnaast zijn er veel kostelijke verhalen over de opkomst, de glorietijd, de spelers en andere betrokkenen.
Coronaproof overhandiging
De overige boeken zijn overhandigd aan: Otto Faber, oud-verslaggever Henk Kok, Henzo Hidding, oud speler Armand Mac Andrew, Greetje Reiziger, Ferdi Görgülü van Voetbalacademie Parkstad, Henk van Calker, trainer en aanjager van het meisjes- en vrouwenvoetbal, de boekhandels Primera, Bruna en Huizinga.
Bertus Kor speelde op zijn accordeon de muzikale noot. Uiteraard het clublied ‘Aan de Langeleegte’. Maar evengoed een nummer van Status Quo. Onderwijl werd een korte tussenstop gemaakt bij Klaas zijn moeder om haar met accordeon muziek te verassen. Klaas zijn vroegere voetbalmaatje Erwin Eikenhorst was mee voor een fotoreportage. Hij was een van de zes leden in het lezerspanel.
Tijdens de uitreiking aan wethouder Henk Jan Schmaal gaf de auteur de wethouder alle credits. Voor het feit dat het stadion voor een groot gedeelte blijft bestaan. Voor sloop had ook gekozen kunnen worden. Nu krijgt het een prachtige functie als onderdeel van het sport- en leerpark. ‘Waar het eens weer zal lachen.’