Ik heb de afgelopen jaren veel interviews afgenomen voor de site Parkstadveendam.nl. Het zijn weliswaar verslagen uit het verleden maar hopelijk niet minder mooi. Op Facebook wil ik jullie graag kennis laten maken met mijn pennenvruchten. Maar deze pennenvrucht is voor Derk van der Laan.
De jubilaris van Wildervank, nu eens aan de andere kant van de tafel, een interview uit 2003.
Het Dagblad van het Noorden staat na ieder voetbalweekend vol met wedstrijdverslagen en ander nieuws. In de Voetbal International vindt men geregeld een interview met bekende en onbekende voetballers. Wat opvalt is dat iedere verslaggever of schrijver zijn eigen stijl heeft. In de voetbalwereld hebben we duizenden trainers met ieder een eigen visie op het voetballen. De ene trainer wil willens en wetens zijn visie naar voren brengen en heeft maar weinig oren naar wat anderen te vertellen hebben. Zo heb je ook voetballers die opvallen door hun technische vaardigheden of enorme strijdlust dan wel een wilde haardos. Wie eigenlijk nooit opvallen zijn de mensen die altijd op de achtergrond aan het werk zijn, de zogenaamde stille krachten. Als voorbeeld wil ik Aron Winter graag noemen; nooit nadrukkelijk op de voorgrond aanwezig, maar altijd een constante factor en zeer verdienstelijk voor de club. Zo hebben we er ook een paar bij Wildervank, daarom leek het mij leuk om 1 van deze personen er eens uit te lichten. Trots kan ik u melden dat ik zelfs een primeur heb, door hem als eerste een interview af te nemen.
Op 18 januari 1953 zag Jacob Kuipers het levenslicht in Veendam. In deze plaats groeide hij op en woont er nog steeds. In zijn jeugd voetbalde onze Job veel op straat, met zijn vrienden. Toen hij 15 jaar werd, vond hij dat de tijd gekomen was om zijn kunsten eens in teamverband te vertonen. Hij begon zijn actieve voetbalcarrière in het A3 team van Veendam 1894. Aan de geel/zwart hemden bleef zijn naam maar liefst 10 jaar verbonden. Via een omweg langs de senioren van Annerveenschekanaal kwam hij uiteindelijk in 1981 bij Wildervank terecht.
Jacob is inmiddels 22 jaar lid van de voetbalvereniging Wildervank. Al snel werd het hem duidelijk, dat hij eindelijk zijn club gevonden had. Uit het gesprek werd al snel duidelijk dat Wildervank er vanaf het moment dat Jacob zich opgaf als lid: er weer een echt verenigingsmens bij de club was gekomen. Naast dat hij zelf actief aan het voetballen was, werd hij direct opgenomen in het jeugdtrainersgilde van de club. Ambitieus dat hij was, heeft hij met goed gevolg de jeugd voetbaltrainers cursus doorlopen. Dit omdat hij er een voorstander van is dat iedereen op een goede manier het voetballen bijgebracht wordt.
Hij verklapte mij dan ook dat hij in zijn trainers loopbaan diverse trainers met zichzelf vergeleek om er van te leren. Hij genoot en geniet van mooi voetbal en vertelde dan ook, dat hij meer tevreden was met een 2-1 nederlaag en goed voetbal dan dat zijn ploegje won met 3-0, met slecht voetbal. Ook weet hij nog te vertellen dat hij tevens belast is geweest met het schoonmaken van de kleedkamers. Verder ging hij met vele teams mee als begeleider langs de diverse toernooien die er door de jeugd van Wildervank werden bezocht.
Wat verder wel bijzonder is, is dat zijn naam eigenlijk ook altijd verbonden is geweest aan ons eigen clubblad. Op zich merkwaardig, want onze razende reporter was in het verleden altijd vrij schuw en acteerde he liefst op de achtergrond. En voor een goed gevuld clubblad moest onze reporter natuurlijk wel de mensen opzoeken. Als reden voor zijn schuwheid, wist hij eigenlijk geen antwoord, misschien kwam het wel doordat hij vroeger vaak ziek was en daardoor niet lekker in zijn vel zat. Hij vertelde dat hij vroeger altijd gek was op paarden, zolang ze maar niet bewogen.
Gelukkig verdween de schuwheid met de loop der jaren en kwam onze Job stevig in zijn schoenen te staan. Dat blijkt ook wel, want elke keer als hij met zijn vrouw boodschappen gaat doen, blijft hij met zijn hand in de lucht zwaaien, want hij laat ontglippen dat bijna ieder mens in Veendam hem wel kent. Hij geniet op zich wel van deze aandacht en noemt zichzelf dan ook gekscherend een dorpsgek. Ook komen we even terug op het sociale leven van Jacob. Hij vertelde dat hij samen met vrienden voor het eerst op 18-jarige leeftijd een disco bezocht. Zoals hij zelf zegt, was hij een laatbloeier. Kennelijk is het stappen hem zo goed bevallen dat hij in de 20 daarop volgende jaren vele kroegen en disco´s heeft bezocht.
In die 20 jaar is de vriendengroep natuurlijk her en der wel wat uitgedund doordat menig vriend verkering kreeg of ging trouwen. Toen hij vrijgezel was heeft hij ook altijd gezegd; als ik de ware vrouw tegenkom, dan is het stappen gebeurd. Tijdens één van zijn laatste optredens in het nachtleven gebeurde het dan toch. Daar was ze, zijn droomvrouw bestond. In Club Privé in de stad Groningen, weet Job zich te herinneren, kwam hij zijn huidige vrouw tegen. De eerst keer werd er weinig gepraat, maar daarna was hij niet meer van haar zijde te slaan.
Zijn vrouw is geboren in Melbourne te Australië en met gepaste trots verteld Job dat hij zijn vrouw daarom ook wel eens liefkozend Skippie noemt. Maar zoals hij al verkondigd had, heeft hij sinds die tijd het bruisende nachtleven achter zich gelaten. Want nu moest hij alle tijd met zijn grote liefde door brengen. Hij verteld dan ook dat hij er geen moment spijt van heeft en dat de serieuze kant van het leven hem prima bevalt. Voor zijn vrouw is hij eigenlijk ook gestopt met het voetballen en heeft hij diverse activiteiten binnen de vereniging afgestoten. Totdat hij in 1992 werd benaderd om als assistent-scheidsrechter op te treden bij het eerste zaterdag elftal.
Dat vond onze Job natuurlijk fantastisch, want voor hem was dit de mogelijkheid om toch nog eens uit te komen voor een eerste elftal. De rol als assistent-scheidsrechter bevalt hem wel, want hij vind het echt een schitterend vak. Hij houdt ervan om bekritiseerd te worden door het publiek, des te feller des te beter, want dan komt hij pas echt in de wedstrijd, laat hij met stemverheffing en een strenge blik in zijn ogen weten. Hij laat weten dat deze felheid vaak in het voordeel van Wildervank werkt.
Hoewel hij weet dat hij een beetje oud aan het worden is, heeft hij ook nog ambities als assistent-scheidsrechter. Zijn grootste wens is namelijk om nog een keer op het hoogste toneel te acteren als grensrechter in een championsleque-finale in een volle Camp Nou of een volle Kuip, waar dat het gebeurt, maakt hem niet zoveel uit want, het zal realistisch gezien altijd een vurige wens blijven. Dit neemt overigens niet weg, dat als ze hem zouden vragen, hij direct zijn koffers zou pakken.
Inmiddels heeft hij in december zijn 10-jarig jubileum gehad als clubgrensrechter van het eerste zaterdag-elftal. In deze 10 jaar is hij er 1 seizoen niet volledig bij geweest doordat hij geopereerd werd aan zijn rug. Hij verteld trots dat hij zichzelf een eerlijke grensrechter vind voor ongeveer 70 %, want voor 30% blijft hij toch de echte clubman. Hij bekend dan ook dat als het er echt op aan komt, die vlag echt de lucht ingaat. Om hier niet al te ver op in te duiken, besluit hij dit onderwerp, dat hij echt blij is dat hij niet is zoals sommige collega´s, die te pas en te onpas de vlag omhoog steken.
Naast enkele dieptepunten zoals de degradatie naar de zesde klas en het volledig uit de hand lopen van de thuiswedstrijd tegen Erica ´86 heeft hij ook het hoogtepunt, namelijk het kampioenschap van de 6e klasse meegevierd. Zijn spelregelkennis houdt hij bij door de rubriekjes van Erik ten Horn in het clubblad te maken. Tot zijn grote teleurstelling heeft hij meestal maar de helft goed. In al die jaren heeft hij ook nooit onenigheid met de leidende arbiter, dat past niet bij hem. Slechts 1 keer liet hij zich niet al te netjes uit tegen een leidsman, wat hij dan ook terecht moest bekopen met een rode kaart.
Zo aan het einde van het gesprek laat Jacob nog even weten, dat hij dolgraag nog eens promoveert met zijn zaterdag 1. Hij wordt straks 50 jaar en wil eigenlijk nog een trapje hoger, de 4e of 3e klasse leek hem nog wel wat. Maar het moet snel gebeuren, want de leeftijdsklok tikt natuurlijk door. Ook vraag ik nog even naar de stand van zaken in de interne dart competitie.
Via insiders hebben we namelijk vernomen dat het sinds je brildragend bent wel erg goed gaat. Trots verteld Job dat het inderdaad erg goed gaat en dat we hem over een aantal jaren wellicht terug zien op de Embassey. Hij gaat er in ieder geval voor en wie weet.... zien we hem inderdaad terug op de Embassey.